Afbeelding
Gladde slang
Loïc Van Doorn

Inhaalslag en monitoring van een verborgen slangensoort

10 nov 2021
Categorieën
Natuurbericht
Biodiversiteit
LIFE BNIP
Meetnetten
Natura 2000
Provincie Antwerpen


De gladde slang is één van onze drie inheemse slangensoorten en laat zich maar moeilijk opmerken. Om de verspreiding en de trend van de soort beter in kaart te brengen, is er een meetnet gladde slang opgericht. Hierin gaan vrijwilligers gericht zoeken naar leefgebieden van de gladde slang. Het is belangrijk om te zoeken bij de juiste weersomstandigheden: bij temperaturen tussen de 15 en 20°C, geen of weinig wind en afwisseling van zon en wolken, heb je het meeste kans. Of door ‘slangenplaten’ te leggen.

De gladde slang is één van onze drie inheemse slangensoorten, naast de adder en de gevlekte ringslang. Het is een kleine soort (volwassen dieren worden doorgaans niet meer dan 75 cm lang). Net zoals de adder, is de gladde slang eierlevendbarend. Vrouwtjes houden de eieren in het lichaam tot vlak voordat de jongen aan het einde van de zomer klaar zijn om geboren te worden. Slechts omhuld door een doorzichtig vlies, breken de jonge slangen na het verlaten van het moederlichaam onmiddellijk vrij. De gladde slang is niet giftig. Ze voedt zich voornamelijk met andere reptielen en kleine zoogdieren.

De soort is wijd verspreid in Europa. Terwijl ze in warmere landen vaak hoog in de bergen voorkomt, heeft ze in koelere landen (zoals bij ons) een uitgesproken voorkeur voor warme (micro)habitats. In Vlaanderen liggen de vindplaatsen in hoofdzaak verspreid over de heidegebieden van de Kempen, met een kleine populatie op de kalkhellingen rond de Sint-Pietersberg in Maastricht als buitenbeentje. Of dat denken we toch. Gladde slangen worden namelijk zelden gezien, zelfs in gebieden waar we weten dat de soort talrijk voorkomt. Deze slangensoort warmt zich zelden open en bloot op in de zon en verstopt zich dikwijls in structuurrijke vegetatie.


Afbeelding

Eén van de zeldzame momenten waarop een gladde slang zichtbaar is: een zwanger vrouwtje op een bewolkte dag in de zomer (foto: Loïc van Doorn).

De gladde slang is een indicator- en paraplusoort. Daar waar de soort voorkomt heeft men veelal te maken met leefgebieden die én een hoge natuurwaarde hebben én voldoende groot en/of goed met elkaar verbonden zijn. Landschaps- en biotoopherstel dat de gladde slang ten goede komt, komt ook veel andere kwetsbare soorten ten goede. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de bruine eikenpage in de bosrandsfeer en de weinig mobiele zadelsprinkhaan van warme, structuurrijke biotopen, naast tal van andere soorten.

Haar status als Europees beschermde soort vertaalde zich in de opmaak van een soortbeschermingsprogramma. Speerpunten daarin zijn het duurzaam in stand houden van de gekende populaties en het onderling verbinden van de vaak versnipperde relictpopulaties door het realiseren van bijkomend geschikt leefgebied en corridors. Wegens de kennislacunes in de verspreiding en trend van de soort werden in 2021 door het Agentschap voor Natuur en Bos ook twee onderzoeksinitiatieven opgestart. Monitoring van een verborgen levende slangensoort is echter geen sinecure. Gericht zoeken naar zonnende gladde slangen rendeert enkel bij de meest ervaren en gedreven zoekers. Essentieel hierbij is het zoeken bij de juiste weersomstandigheden. Bij temperaturen tussen de 15 en 20°C, geen of weinig wind en afwisseling van zon en wolken heb je het meeste kans. Door ‘slangenplaten’ te leggen, die gladde slangen aantrekken als opwarming- en schuilplek, wordt gestandaardiseerde monitoring haalbaarder. Deze techniek wordt dan ook toegepast in het nieuwe monitoringsmeetnet voor de gladde slang.


Afbeelding

‘Slangenplaten’ maken het mogelijk om op gestandaardiseerde manier gladde slangen te monitoren (foto: Loïc van Doorn).

Het meetnet beslaat alle gekende populaties. Omwille van de moeilijkheidsgraad van deze onderneming, wordt het meetnet stap voor stap opgestart. Parallel hiermee loopt een gerichte inventarisatie in de minst gekende populaties. Locaties waar gladde slang historisch voorkwam, waar het huidige voorkomen slecht gekend is, of geschikte leefgebieden waar de soort zou kunnen voorkomen, worden daarbij in 2021 en 2022 intensiever onderzocht om kennishiaten op te vullen. Na afloop van deze aanvullende inspanning kan de opgedane kennis gebruikt worden om het meetnet van een update te voorzien, waarbij gerichter kan gemonitord worden in actuele leefgebieden. De monitoringsresultaten zullen daarnaast ook bijdragen tot de rapportage van de trend en toestand van de soort voor de Europese Commissie.

De inventarisatie van slecht gekende populaties leidde in 2021 alvast tot de herbevestiging van verschillende historische vindplaatsen. Bovendien werden er nieuwe leefgebieden ontdekt. Dat de soort zolang onder de radar kan blijven, onderlijnt de nood voor het meetnet. Bovendien zorgen deze (her)ontdekkingen ervoor dat beheerders terdege rekening kunnen houden met de gladde slang. Door de verborgen leefwijze zijn er ongetwijfeld nog een aantal (deel)populaties onontdekt gebleven, dus er is nog werk aan de winkel. Ook het nieuwe meetnet kende een goede start. Door de de wisselvallige zomer (positief bij zoeken naar gladde slang) en de (nieuwe) vrijwilligers werd in 2021 een recordaantal gladde slangen waargenomen, waarvoor dank!

Lijkt het jou wel wat om slangenplaten te draaien in een geselecteerd gebied? We zijn nog op zoek naar enthousiaste vrijwilligers voor het meetnet. Voor meer info, contacteer Ilf Jacobs ([email protected]), verantwoordelijke voor het Meetnet gladde slang bij Natuurpunt Studie.

Tekst: Loïc van Doorn, Jeroen Speybroeck (INBO), Peter Engelen (Hyla), Sam Van de Poel & Ilf Jacobs (Natuurpunt Studie)