Afbeelding
Grote vos
Robin Septor

Lenteweer brengt opvallende vlinders mee

5 mrt 2021
Categorieën
Natuurbericht
Vlinders


De eerste dagen met lenteweer zijn inmiddels achter de rug en dan is het zoals elk jaar uitkijken naar de eerste vlinders. Zijn die de winter, en dan vooral de winterprik van begin februari, zonder kleerscheuren doorgekomen?

Het is uiteraard nog erg vroeg om nu al een balans op te maken, maar toch tekenen zich enkele opvallende patronen af. De eerste warme dagen was er al heel wat vlinderactiviteit. Het gaat dan uitsluitend om vlindersoorten die als volwassen vlinder overwinteren. Citroenvlinders werden massaal gezien, daarnaast waren er ook een paar honderd meldingen van de dagpauwoog. Die soort doet het intussen terug beter na de crash van 2018. De winterprik lijkt op deze soorten weinig impact gehad te hebben. Het is al langer bekend dat deze vlindersoorten perfect temperaturen van -10°C kunnen overleven.  

De winnaar van het jaar is, tot nog toe, de grote vos. Die voormalige zeldzaamheid wordt vooral in de oostelijke helft van Vlaanderen steeds talrijker. Die toename staat in schril contrast met de afname van de kleine vos. Ooit was dat een banale vlinder, maar intussen gaat het met deze soort al jaren erg slecht. De kleine vos lijkt goed op weg om te verdwijnen in Vlaanderen (en Zuid-Nederland). Voor vlinderaars van het eerste uur is het nog wennen aan die nieuwe situatie: de grote vos is momenteel de meest algemene van de twee in Vlaanderen. Enkel in Wallonië lijkt de kleine vos zich nog enigszins te kunnen handhaven. Ecologisch gezien is er tussen beide soorten ook een opmerkelijk verschil: terwijl de rupsen van kleine vos enkel van brandnetels eten, leven die van grote vos op bomen zoals iep, zoete kers en wilgen.


Afbeelding

Eerste trekvlinders?

Ook een opvallend fenomeen: de eerste ‘trekvlinders’ zijn al gemeld. Bij het eerste lentezonnetje liepen meldingen van atalanta’s en zelfs kolibrievlinders binnen. Die soorten waren vroeger echte trekvlinders, die in de loop van het voorjaar vanuit Zuid-Europa in ons land aankwamen. Beide soorten proberen echter steeds vaker in ons land te overwinteren. Atalanta’s doen dat bijv. in holle bomen. Voor hen is het een berekende gok, want de soort staat niet bekend als erg vorstbestendig. Toch werden er begin februari al atalanta’s gemeld, en volgde er een heuse piek rond 20 februari, na de winterprik. Zo vroeg op het jaar valt een instroom van zuidelijke vlinders doorgaans niet te verwachten, wat doet vermoeden dat het om lokale overwinteraars gaat. Idem voor de kolibrievlinder.

Rond 20 februari deed zich echter nog een opvallend fenomeen voor: saharazand kwam door zuidelijke winden en masse naar hier gewaaid. Dat ook zuidelijke trekvlinders van die luchtstroom profiteren, is niet uitgesloten. In Zuid-Engeland doken in februari reeds de eerste distelvlinders op. De afgelopen week waren er 3 meldingen van distelvlinders in ons land. Mogelijk hebben we dus te maken met extreem vroege vlindertrek. Ook de aantallen atalanta's en kolibrievlinders kunnen aangevuld zijn met trekkers.

Tekst: Wim Veraghtert (Natuurpunt Studie)