Afbeelding
Mantispa styriaca
Pieter Moysons

Mantispa styriaca: nieuwe soort voor België duikt op in Leuvense achtertuin

7 aug 2020
Categorieën
Natuurbericht
Insecten en ongewervelden

Nadat in 2019 de Europese bidsprinkhaan voor het eerst in Vlaanderen opdook, kon op 1 augustus 2020 ook Mantispa styriaca als nieuwe soort voor België worden bijgeschreven. Dit insect lijkt op een kruising tussen een gaasvlieg en een bidsprinkhaan. Net als de Europese bidsprinkhaan heeft ook dit insect lange voorpoten die geëvolueerd zijn tot krachtige grijparmen.

Pieter Moysons had nog nooit van het bestaan van deze soort gehoord totdat ze op 1 augustus 2020 opdook in de nachtvlinderval in zijn achtertuin in Leuven. Hoe die bidgaasvlieg in Leuven terecht komt, is niet duidelijk. Mogelijk is de soort met voertuigen meegelift uit Zuid-Europa. Dat lijkt alvast aannemelijker dan dat ze op eigen kracht uit het oorspronkelijke verspreidingsgebied in Leuven zou zijn beland. Omdat de vindplaats zich op ca. 200 m van het treinstation van Leuven bevindt, lijkt de ‘meelift’-theorie vrij aannemelijk. In het verleden werd in ons land al vaker vastgesteld dat zuiderse soorten meereizen met vakantiegangers, opduiken op rangeerstations of verschijnen op bedrijventerreinen met vrachtwagens die instaan voor internationaal transport. Vaak gaat het om enkelingen die in ons land geen geschikt leefgebied of partner vinden en zich hier dan ook niet kunnen voortplanten. Indien toch een geschikt leefgebied wordt gevonden, volstaat soms slechts één bevrucht vrouwtje om een nieuwe populatie te starten.

Deze soort heeft voorlopig nog geen Nederlandse naam, maar ‘bidgaasvlieg’ zou een goede suggestie kunnen zijn. Mantispa styriaca behoort binnen de insecten tot de orde van de netvleugeligen of Neuroptera (andere insectenordes zijn kevers, libellen, vlinders,…) en binnen deze orde tot de familie van de Mantispidae (Mantis verwijst naar de gelijkenis met bidsprinkhanen).

De bidgaasvlieg leeft in Zuid- en Centraal-Europa. De dichtstbijzijnde populaties bevinden zich in het midden van Frankrijk. Overdag ligt deze soort vaak wachtend op de loer onder bladeren. Dan is ze echt moeilijk te vinden. De voorpoten zijn geëvolueerd tot grijparmen waarmee in minder dan 60 milliseconden kleine insectjes kunnen worden gevangen. Wanneer de eitjes van de  Mantispa styriaca uitkomen, gaan de larven op zoek naar cocons van wolf- en oeverspinnen. Ze boren zich een weg naar binnen en eten de cocons van binnenuit op. Na enkele vervellingen maakt de larve zelf een cocon binnenin de eizak van de spin om er te metamorfoseren en uit te groeien tot een volwassen exemplaar.

Natuurstudiegroep Dijleland en Natuurpunt Studie zullen in opdracht van de Stad Leuven binnenkort een grote inventarisatie uitvoeren van het spoorweggebied Leuven-Noord. Spoorwegterreinen hebben wel al vaker zuiderse gasten opgeleverd. Door de aanwezigheid van veel ballaststenen in de spoorwegbedding kunnen deze terreinen lang warmte vasthouden en vormen ze vaak een geschikt leefgebied voor warmteminnende soorten. Eén van de bekendste ‘treinlifters’ is de muurhagedis die via het spoornetwerk vanuit het zuiden heel Vlaanderen verovert.

Tekst en foto: Pieter Moysons (Natuurstudiegroep Dijleland)