Afbeelding
Raaf
Yves Adams / Vilda

Na anderhalve eeuw weer broedende Raven in Vlaanderen

28 aug 2018
Categorieën
Natuurbericht
Biodiversiteit
Biotopen en habitats
Inventarisatie & monitoring
LIFE BNIP
Natura 2000
Vogels

Raven hebben succesvol gebroed in het Meerdaalwoud bij Leuven. Het gaat om het eerste bevestigde broedgeval van de iconische vogelsoort in Vlaanderen sinds 1865. Een teken van hoop voor de natuur.

Het ging de Raaf, een liefhebber van uitgestrekte bosgebieden, in onze streken lange tijd niet voor de wind: voor de laatste Vlaamse broedgevallen moeten we zelfs anderhalve eeuw terug in de tijd, met gevallen in 1865 in Bazel en rond hetzelfde jaar in Wilrijk. In Wallonië verdween de Raaf in het begin van de 20ste eeuw, waarmee de soort ook op Belgische schaal verdween als broedvogel. Daarna moesten we het meerdere generaties lang zonder onze grootste zangvogel stellen. Nergens vielen de zwarte wigstaarten nog te bespeuren, nergens weerklonk nog het typische “krokk krokk krokk”.

Langzame terugkeer
Vanaf 1973 werden in Wallonië inspanningen geleverd om de Raaf te herintroduceren. In het begin van de 21e eeuw bestond de Waalse broedpopulatie al uit 67-87 paartjes, voornamelijk in de provincies Luik, Luxemburg en het zuiden van de provincie Namen.

In Vlaanderen worden Raven weer opgemerkt sinds de jaren ’80, maar het bleef lang bij sporadische waarnemingen. Zowel de geografische spreiding als de frequentie van de waarnemingen namen de voorbije decennia zeer traag toe. Honkvastere Raven verblijven sinds 2009 vooral in het noorden van Limburg en het noordoosten van Antwerpen, maar pas in 2014 werd een eerste territoriaal paar gezien, in Limburg. Vanaf 2016-2017 nam de waarnemingsfrequentie in Vlaanderen gevoelig toe, waarbij ook de rest van de provincie Antwerpen en de provincie Vlaams-Brabant aan de beurt kwamen. Maar gebroed werd er nog niet, zelfs niet in de Kempische kern.


Afbeelding
ra_1_ingrid_nel_2017_04.jpg

(foto: Ingrid Nel)

Raven in het Dijleland: valse start in 2017, raak in 2018
Uit het Vlaams-Brabantse Dijleland (de streek tussen Brussel, Leuven en de taalgrens) waren tot en met eind 2016 geen aantoonbare waarnemingen. Pas in december 2016 en februari-maart 2017 doken foto’s en geluidsopnames op. Vooral de plateaugebieden ten zuidoosten en ten westen van het Meerdaalwoud bleken in de smaak te vallen.

Een analyse van vliegrichtingen en tijdstippen van de waarnemingen uit de eerste helft van maart leidde steevast naar het Meerdaalwoud. Niet verrassend voor een soort met een voorkeur voor uitgestrekte bosgebieden. Gericht zoekwerk in het voorjaar van 2017 leverde heel wat waarnemingen op in het Meerdaalwoud, waarbij de soort zowat overal in dit 1351 ha grote boscomplex werd opgemerkt (bijna uitsluitend overvliegend of auditief). Maar jonge Raven werden in 2017 nooit waargenomen. Wat er zich in 2017 werkelijk heeft afgespeeld zullen we nooit met zekerheid weten, maar wellicht hadden we alleen te maken met een territorium.

Ook in 2018 leverde de Natuurstudiegroep Dijleland heel wat inspanningen om meer over de Dijlelandse raven te weten te komen. Op 20 mei 2018 werd tijdens een wandeling in het Meerdaalwoud een ietwat vreemd ‘kraaiachtig’ geluid gehoord, toen plots een volwassen Raaf met een bek vol voedsel, laag over kwam gevlogen en iets verder in een dichte boomkruin landde. Uit de daaropvolgende observaties bleek dat men het lang verwachte ravennest had gevonden. Daags nadien verlieten minstens drie juveniele Raven het nest.

Aangezien van Raven gekend is dat ze gedurende vele jaren hetzelfde nest kunnen gebruiken en omdat de soort erg op rust is gesteld, is het belangrijk om elke verstoring tot een minimum te beperken. Om die reden besliste de Natuurstudiegroep Dijleland in samenspraak met de terreinbeheerder (Agentschap voor Natuur en Bos) om de nestlocatie niet vrij te geven.

Herkomst en toekomstperspectieven
Het is verleidelijk te denken dat deze Raven uit het zuiden komen (Wallonië), maar een herkomst uit het oosten (Duitsland) of zelfs uit het noorden (Nederland) kan niet worden uitgesloten. In Nederland, waar de soort vanaf 1969 werd geïntroduceerd (na een eerdere mislukte herintroductie) was rond de eeuwwisseling al sprake van maximaal 100 koppels en breidde de soort inmiddels uit tot een bijna landsdekkende verspreiding. Ten zuiden van de Kempen en ten noorden van de Maasvallei zijn uitgestrekte boscomplexen sowieso eerder schaars. Het Dijleland (met onder meer het Zoniënwoud, het Meerdaalwoud en tussenliggende bossen) vormt in die zin ongetwijfeld een interessant leefgebied in een voor de rest grotendeels versnipperd en intensief gebruikt landschap.

In Oost- en West-Vlaanderen ontbreken uitgestrekte bosgebieden, wat de vestiging in die provincies kan vertragen en kan verklaren waarom de Raaf daar nog een grote uitzondering blijft. Maar ook in deze streken leeft de hoop: in Nederland zijn alle redelijk beboste gebieden tegenwoordig weer bezet door Raven, en vestigt de soort zich nu ook in meer open gebieden.

Het is dus wellicht slechts een kwestie van tijd voor de Raaf weer een normale plaats inneemt in de Vlaamse natuur. Omwille van hun hogere positie in de voedselketen, hun zeer grote territoria (ongeveer 2 koppels per 100 km² in goede Waalse ravengebieden), schuwe karakter en grote nood aan rust, zullen ze echter nooit zo algemeen worden als bijvoorbeeld de Zwarte kraai.

Tekst: Kelle Moreau & Hans Roosen, Natuurstudiegroep Dijleland
Foto: Ingrid Nel, Yves Adams / Vilda