Afbeelding
Boomblauwtje
Emiel Boeckx

Nemen vlinders een vliegende start?

20 apr 2020
Categorieën
Natuurbericht
Vlinders


Het was een Paasvakantie met schitterend lenteweer. Niet alleen ideaal voor ons, maar ook voor vlinders. Maar hoe kwamen die de zachte winter door? Dat verschilt nogal van soort tot soort. Boomblauwtje nam alvast een vliegende start, kleine vos zit dan weer op een historisch dieptepunt.

Zachte winters zijn altijd wat tricky: ze kunnen goed uitdraaien voor soorten die weinig vorstbestendig zijn, maar minder goed voor soorten die het liefst een lange winterslaap houden. Vijftien jaar geleden werden enkele, opeenvolgende zachte en natte winters mede verantwoordelijk gehouden voor de historisch lage aantallen citroenvlinders die we in 2006-2007 zagen. Intussen is citroenvlinder helemaal uit die dip, met ook in het najaar van 2019 nog mooie aantallen. Citroenvlinders overwinteren als volwassen vlinders: het was afwachten of die de winter zonder kleerscheuren zouden doorkomen. Ontwaken tijdens de winterslaap betekent energieverspilling en in zachte, natte winters krijgen parasitaire schimmels meer vrij spel. Maar de voorbije winter was droog en citroenvlinders hebben hem probleemloos overbrugd. Afgelopen maand was het een van de meer opvallende verschijningen, vooral in de oostelijke helft van Vlaanderen.

Vroege start
Iets minder opvallend is het boomblauwtje, een klein blauw vlindertje dat je nu langs bosranden en hagen ziet fladderen, zowel in tuinen en parken als natuurgebieden. Boomblauwtjes kennen twee generaties per jaar en overwinteren als pop (in de strooisellaag). Door de zachte winter is de ontwikkeling in dat popstadium ook iets sneller verlopen: boomblauwtjes waren er dit jaar vrij vroeg bij. Net over de taalgrens werd er zelfs al één gezien op 15 februari! Vanaf half maart vlogen ze volop en ook momenteel zijn er opvallend veel boomblauwtjes te zien. Deze soort nam alvast een vliegende start. Ook het oranjetipje lijkt aan een goed jaar bezig te zijn.

Trekvlinders proberen zich aan te passen
Voor andere vlinders liggen de aantallen laag. Vorig najaar waren er massa’s atalanta’s aanwezig in Vlaanderen. Van deze trekvlinder merken we al een tijd dat hij zich stilaan tracht aan te passen: in plaats van naar Zuid-Europa te trekken blijven steeds meer exemplaren hier hangen in de late herfst. Ze overwinteren in holle bomen en maken zo een berekende gok: als het niet te hard vriest, kan die overwintering  lukken. Verwacht werd dat 2020 zou starten met relatief veel atalanta’s, maar die zijn er helemaal niet: de overwintering is dus toch weer niet gelukt. De kolibrievlinder, een dagactieve nachtvlinder die een gelijkaardige evolutie naar standvlinder als de atalanta maakt, wordt dan weer wel in vrij hoge aantallen gemeld.

Soorten die al in een dip zaten, lijken er maar moeizaam uit te komen. Dagpauwogen worden wel gezien, maar met mondjesmaat. Deze opvallende verschijning heeft twee slechte jaren achter de rug en begint stilletjesaan uit dat dal te kruipen. De ooit banale kleine vos lijkt nagenoeg verdwenen. Deze vlinder zit al vele jaren in een sukkelstraatje en bereikt met de aantallen van de voorbije weken alweer een dieptepunt. In heel wat regio’s in Vlaanderen maak je nu meer kans om een grote vos te zien in plaats van een kleine…


Afbeelding
Trend kleine vos

Trend van de Kleine vos 2020 versus 2009-2019.

Doe mee-tip

Vlinders tellen voor Natuurpunt kan je niet alleen in de zomer. Ook nu zijn tellingen welkom. Ben je een Obsmapp- of iObs-gebruiker? Gebruik dan de optie Punttelling om gedurende een beperkte tijd (vijf minuten is ideaal!)  te tellen vanop een vast punt. Is je tuin groter en je wil overal langslopen, gebruik dan ofwel meerdere punttellingen of routeregistratie om de vlinders in jouw tuin te tellen. Een handleiding vind je in dit filmpje.


Tekst: Wim Veraghtert (Vlinderwerkgroep Natuurpunt)