Afbeelding
Neushoornkever
Ruben Meert

Neushoorns profiteren van compost

14 okt 2015
Categorieën
Natuurbericht
Insecten en ongewervelden
Kevers

Scampi’s in de composthoop! Dat dachten enkele leerlingen bij het leegmaken van de composthoop op het Lyceum van Aalst. Toegegeven, door hun gekromde rug hebben ze wel wat weg van reuzengarnalen. Maar in werkelijkheid ging het om de indrukwekkende larven van de Neushoornkever, een soort die recent sterk in opmars is dankzij composthopen.

Hoewel al lang waarnemingen van deze kever uit ons land bekend zijn, gold de Neushoornkever tot voor kort toch als een echte zeldzaamheid. Wie vroeger al eens een exemplaar had gezien, deed die waarneming meer dan waarschijnlijk ergens in het zuiden van Europa. Daar is deze warmteminnende kever van oudsher een gewone verschijning.

Afbeelding
neushoornkever_11.jpg

Een handvol engerlingen van de Neushoornkever, recht uit de composthoop. (foto Ruben Meert)

De larven, die we net zoals bij de Meikever engerlingen noemen, leven van plantaardig afval. Om hun levenscyclus te kunnen voltooien, moet de gemiddelde temperatuur hoog genoeg blijven. In onze vrije natuur zijn deze omstandigheden zeldzaam wegens veel te koud in de winter. Bergen houthaksel en composthopen zijn daarentegen wél ideaal: ze zorgen voor non-stop eten en warmte. De meeste larven worden dan ook in zulke hopen aangetroffen. Wie geluk heeft, graaft misschien wel een pop naar boven. Hieraan kan je makkelijk zien of het om een mannetje of vrouwtje gaat: mannelijke poppen vertonen reeds de kenmerkende hoorn op de kop. Deze verharde hoorn wordt gebruikt om concurrenten omver te duwen.

Sinds 2010 werden in de databank van waarnemingen.be meer dan 600 waarnemingen van Neushoornkever ingevoerd. Wegens de vrij recente opstart van deze databank hebben we een minder duidelijk beeld van de situatie voor 2010. Dat de soort toeneemt staat vast. In het laatste nummer van Natuur.focus wordt betoogd dat de Neushoornkever al van oudsher bij ons voorkomt (vondsten in Romeinse waterputten), maar nu zeer algemeen geworden is dankzij de vernieuwde aandacht voor composteren. De golf aan tuinprogramma’s op tv en de daaruit voortvloeiende hype om zelf een moestuin te beginnen, zit ook hier ongetwijfeld ook voor iets tussen. De gemiddelde tuinier kan immers niet zonder zijn eigen hoopje compost. En daar doet de neushoornkever vast en zeker zijn voordeel mee. Met dank aan Wim Lybaert en Bartel Van Riet.

De engerlingen zijn overigens uitstekend materiaal voor de les insectenanatomie aan het Lyceum. Doorheen de dunne huid merk je naast de inhoud van de darmen ook het vertakte buizenstelsel dat vanuit elke ademopening vertrekt. Deze tracheeën brengen zuurstofgas naar alle uithoeken van het lichaam.

In een geschikte broedhoop huizen al snel enkele tientallen larven. Op de school wordt goed gezorgd voor de minineushoorns: wanneer er larven gevonden worden in een composthoop die afgevoerd wordt, worden die verplaatst naar een hoop die blijft liggen. Zo blijft de toekomst van de populatie verzekerd. 

Tekst & foto's: Ruben Meert, Insectenwerkgroep Voelspriet Natuurpunt