Afbeelding
Wim Dirckx

Nieuwe Rode Lijst toont dat 38% van Vlaamse broedvogels in gevaar is

18 jan 2017
Categorieën
Natuurbericht
Biodiversiteit
Inventarisatie & monitoring
LIFE BNIP
Natura 2000
Rode Lijst
Vogels

Op basis van een evaluatie van 161 Vlaamse broedvogelsoorten blijkt dat 38% ‘ernstig bedreigd’, ‘bedreigd’ of ‘kwetsbaar’ is. Minder dan de helft van de soorten wordt momenteel als niet in gevaar beschouwd. Vooral vogels van kust- en landbouwgebieden hebben het moeilijk.

De nieuwe Rode Lijst werd opgemaakt door het INBO in samenwerking met Natuurpunt. De lijst verscheen zopas in Natuur.oriolus, het ornithologisch tijdschrift van Natuurpunt.

In Vlaanderen worden 6 soorten die hier ooit voorkwamen inmiddels als uitgestorven beschouwd. Dit betekent dat ze hier al minstens 10 jaar niet meer tot broeden komen. De soort die het meest recent verdween, is de klapekster (laatste broedgeval in 2000). Dat er sindsdien geen andere soorten zijn uitgestorven, wijst jammer genoeg niet op een trendbreuk. Heel wat soorten zijn de voorbije decennia zo zeldzaam geworden dat ze nu op de rand van regionaal uitsterven staan.

Vaak bestaat de huidige Vlaamse populatie nog slechts uit een handvol broedpaartjes. Dat geldt voor strandplevier, draaihals, kuifleeuwerik, paapje en tapuit. Er zijn zelfs enkele tot recent nog algemene soorten zoals zomertortel, ringmus en grauwe gors, die zo snel in aantal afnemen, dat het waarschijnlijk wordt dat ze binnenkort volledig zullen verdwijnen in Vlaanderen.

Veel kust- en landbouwvogels hebben het moeilijk

In veel gevallen is er een duidelijk verband tussen de afname van vogelsoorten en het verdwijnen van geschikte broedhabitat. Een voorbeeld daarvan zijn de broedvogels van dynamische kustgebieden. Soorten als dwergstern en strandplevier vonden na de teloorgang van hun natuurlijke broedbiotopen (stranden en estuaria) een onderkomen in tijdelijke natuur, onder andere in havengebieden. Tot op vandaag zijn de toch al schaarse broedgebieden onvoldoende robuust om tot een duurzaam populatieherstel te leiden.

Daarnaast bevestigt de nieuwe Rode Lijst een trend die al langer gekend is: heel wat typische vogels van landbouwgebieden gaan snel in aantal achteruit. Vooral soorten die gebonden zijn aan vochtige, extensief beheerde graslanden kunnen zich nog moeilijk handhaven. Vijf van de 11 kenmerkende graslandsoorten zijn ernstig bedreigd. Gekende weidevogelsoorten zoals grutto, wulp en kievit worden nu voor het eerst op de Rode Lijst als ‘bedreigd’ of ‘kwetsbaar’ gecatalogeerd. Ook meer aan akkers gebonden soorten zoals patrijs, ringmus en grauwe gors vertonen alarmerende afnames.

Afbeelding
31947842602_21a5120e77_k.jpg

Alarmerende afnames zijn bij een akkergebonden soort als de patrijs (foto: Hugo Willockx)

Ook positieve trends

Bij bosvogels is het algemene beeld positiever dan dan bij soorten van landbouwgebieden, met ongeveer 26% van de soorten die ‘in gevaar’ zijn. Het minst bedreigd zijn soorten die geen al te hoge eisen stellen aan hun omgeving. Het gaat meestal om soorten die zich gemakkelijk aanpassen aan menselijke aanwezigheid zoals winterkoning, merel en ekster. Maar ook enkele soorten van kwetsbare habitats vertoonden in de voorbije tien jaar een opvallend positieve trend zoals de boomleeuwerik, roodborsttapuit en nachtzwaluw, soorten die vooral in grote heidegebieden voorkomen. De rietzanger en de blauwborst – typische soorten van moerassen en rietvegetaties – doen het de laatste jaren eveneens opvallend goed en werden in de categorie ‘momenteel niet in gevaar’ opgenomen.  

Is er nog toekomst voor ons broedvogelpatrimonium?

“Het lokaal herstel van de geelgors en de roerdomp bewijst dat we het tij nog kunnen keren met gerichte beschermingsmaatregelen. Maar de tijd dringt. Zonder gepaste maatregelen dreigen meerdere soorten te verdwijnen uit Vlaanderen”, zeggen Koen Devos en Gerald Driessens, vogelexperts van het INBO en Natuurpunt.

Kunnen we in Vlaanderen het tij nog keren voor de lange lijst van bedreigde soorten? Vooral uit het buitenland zijn er heel wat voorbeelden die aantonen dat het kan, mits er snel doordachte en wetenschappelijk onderbouwde beschermingsmaatregelen worden genomen. Ook in Vlaanderen worden op lokale schaal successen geboekt via natuurinrichting en aangepast beheer, bijvoorbeeld voor de roerdomp en het woudaapje in het Midden-Limburgs Vijvergebied. In natuurgebieden waar geïnvesteerd wordt in habitatherstel en vernatting zoals in de Uitkerkse Polder en de IJzerbroeken zien we bij de weidevogelpopulaties een evolutie die tegen de algemeen negatieve trend ingaat.

Bij de akkervogels is er in heel wat regio’s een opmerkelijk herstel van de geelgors merkbaar. De recentste cijfers van het ABV-monitoringproject wijzen zelfs op een toename van meer dan 40% over de laatste 10 jaar. Mogelijk is dat een eerste succes van de akkerbeheermaatregelen die in een aantal gebieden worden uitgevoerd in samenwerking met landbouwers. 

Voor een duurzaam populatieherstel van een soort op grotere schaal berust de hoop vooral op specifieke soortbeschermingsprogramma’sDe programma’s rond grauwe kiekendief, kwartelkoning en roerdomp zijn al opgestart. Plannen voor porseleinhoen, bruine kiekendief en kleine mantelmeeuw volgen later. Of die effectief zullen leiden tot minder bedreigde soorten op een volgende Rode Lijst zal vooral afhangen van de concrete acties op het terrein, zo’n plan heeft een looptijd van vijf jaar.

Tekst: Koen Devos, INBO & Gerald Driessens, Natuurpunt Studie
Lees het volledige artikel in Natuur.oriolus (pdf)

Bekijk alle Vlaamse Rode Lijsten
Foto's: Wim Dirckx & Hugo Willockx