Afbeelding

Opinie - Pappen en nathouden? Die strategie moet op de mesthoop

3 nov 2022
Categorieën
Natuurbeleid
Landbouw
Natuurbeleid
Water


De waterkwaliteit moet prioriteit krijgen in het Vlaamse mestbeleid, schrijven Jos Ramaekers (Diensthoofd Beleid Natuurpunt) en Heleen De Smet (Beleidsmedewerker landbouw & voeding Bond Beter Leefmilieu) in De Standaard (3 november 2022)

De maatregelen in het voorliggende (en gelekte) Mestactieplan (MAP) vormen een breuklijn met de vorige mestactieplannen. Ondanks 25 jaar mestbeleid en zes eerdere mestactieplannen is de waterkwaliteit niet verbeterd. Wat nu voorligt, is het eerste plan met het juiste vertrekpunt: het belang van een ­gezonde bodem, van natuur en van propere waterlopen. Eindelijk lijkt de ernst van de waterproblematiek en de verpletterende verantwoordelijkheid van de landbouwindustrie door te dringen.

Door het gevoerde mestbeleid kampen we met de meest vervuilde waterlopen van Europa. Niet alleen is de impact daarvan op de natuur ­desastreus, de kosten voor water­zuivering lopen ook erg hoog op. Al 25 jaar investeren we in mestbeleid, en toch bevindt momenteel maar één van onze 195 waterlopen zich in goede toestand. Door economische groei op korte termijn voortdurend boven ­milieubehoud te plaatsen, is het mestbeleid een hopeloos kluwen van wetten en regels geworden, dat zijn doel niet bereikt. Het veranderende ­klimaat zet de risico's van die strategie pijnlijk op scherp.

Het mestbeleid in Vlaanderen wordt al jaren gekenmerkt door de ­filosofie van pappen en nathouden -zo weinig mogelijk veranderen aan de huidige gang van zaken dus. Met zulke beperkte bijsturingen vergroten we alleen de administratieve last voor de landbouwer, terwijl een fundamentele verbetering uitblijft. Die is nochtans cruciaal voor de bescherming van ons waterleven en de volksgezondheid.

Het einde van de friet?

'Het nieuwe Mestactieplan? De boeren en sommige politici verliezen zich weer in bangmakerij en fake news'

In hun reacties op het nieuwe Mest­actieplan verliezen de sector en sommige politieke partijen zich weer in bangmakerij en 'fake news'. Het einde van onze Belgische frietcultuur voorspellen, toe maar: zulke uitspraken zijn ­gewoon stuitend. Vlaanderen ­exporteert jaarlijks maar liefst 3 miljoen ton diepvriesaardappelen, waarvan een steeds groter deel buiten ­Europa. Veel lusten voor de aandeelhouders van de verwerkende groente-industrie. De lasten, zoals het mestoverschot, pesticidengebruik en uitputting van het grondwater, zijn voor het leefmilieu en de belasting­betaler.

De sensibiliserende maatregelen uit de vorige plannen hebben niet tot grote vooruitgang geleid. De seizoenen worden grilliger, we zullen ­bemestings- en teeltkeuzes dus met nog meer voorzorg moeten nemen en ­oeverzones langs waterlopen en grachten ­klimaatrobuuster moeten inrichten. Als we deze keer echt vooruitgang willen boeken, dan moeten we tot elke prijs de waterkwaliteitsnormen halen, dat moet het uitgangspunt zijn. Enkele maatregelen, zoals bemesten in functie van de behoefte van de teelt, robuuste buffers langs ­alle water­lopen en versterkte hand­having zijn een absoluut minimum om de ­bescherming van ons water­leven te garanderen. Bovendien geeft het ­gelekte Mestactieplan aan dat wie ­erin slaagt de uitspoeling naar water­lopen te beperken, zelfs in gebieden met een probleem, niets hoeft te vrezen. Dat is toch een uitgangspunt waar niemand tegen kan zijn?

Egelstelling

Zonder visie op duurzame landbouw blijft het onmogelijk de belangrijke publieke middelen die naar de sector gaan via het Europees landbouw­beleid, efficiënt in te zetten met het ­algemeen belang voor ogen. Voor de ­natuur- en milieuorganisaties is het zonneklaar welke richting we uit ­moeten: de landbouw moet integraal ­binnen de grenzen van het milieu ­gebracht worden. Daarbij mogen we ons niet blind staren op de impact van mest alleen, we moeten vertrekken vanuit een visie die verbanden legt met andere milieu- en gezondheidsproblemen.

Terwijl mestverwerkers, vee­voederfabrikanten, grote aardappel- en groenteverwerkers en sommige van onze politici hun uiterste best doen om alles bij het oude te laten, twijfelt Europa eraan of het nieuwe plan wel ver genoeg gaat om onze ­bodem en waterlopen gezuiverd te krijgen. Het is na zes mislukte mestactieplannen duidelijk dat bedrijfsvoeringen moeten ­worden aangepast om weer binnen aanvaardbare ­milieugrenzen te geraken. We hopen dan ook dat alle belanghebbenden loskomen van het ­eigen grote gelijk en samen rond de tafel gaan zitten, om uit te zoeken hoe we onze beken en bodem zuiver ­krijgen. ­Alleen door constructief overleg kunnen we mestbeleid ontwikkelen dat werkt voor landbouwer en natuur.

Het is de Europese Commissie ­duidelijk menens met het afdwingen van de Nitraatrichtlijn en de Kaderrichtlijn water. De ­commissie ­stelde al eerder dat Vlaanderen een van de slechtste leerlingen van de klas is. In Nederland geldt al een 'einde ­derogatie' door de slechte water­kwaliteit en mogen boeren dus ­minder mest uitrijden. Het stikstof-arrest leert ons dat verder gaan op dit elan kan leiden tot een juridisch ­precedent met economische gevolgen. Zo'n ­scenario kan iedereen, ­zeker in de huidige crisis, missen als kiespijn.

Jos Ramaekers (Diensthoofd Beleid Natuurpunt) - Heleen De Smet (Beleidsmedewerker landbouw & voeding Bond Beter Leefmilieu)