Afbeelding
Orka
Filip De Ruwe

Orka strandt voor de kust van Koksijde

30 okt 2023
Categorieën
Natuurbericht
Noordzee
Strand en zee
Zeezoogdieren

Op 29 oktober 2023 merkte Laurent Raty een orka op voor de kust van Koksijde. De soort kon gemakkelijk worden gedetermineerd op basis van de hoge rugvin, wat meteen ook liet vermoeden dat het om een volwassen mannetje zou kunnen gaan. De orka verplaatste zich langzaam naar het zuidwesten, waarbij vooral de statige manier van zwemmen opviel. Helaas spoelde het dier aan op het strand en overleed.

Het bericht deed snel de ronde en enkele uren later hadden zich honderden kijklustigen op het strand verzameld. Het dier zwom soms op 25 meter van de vloedlijn. Al gauw werd aangenomen dat de kans op een stranding reëel leek. De reddingsboot Brandaris uit Nieuwpoort probeerde dit te verhinderen door zich tussen de orka en het strand te positioneren, maar dat mocht niet baten. Het dier strandde om 14:14. De zwaartekracht die bij stranding op een dier drukt is enorm. Dat heeft allerlei gevolgen voor de bloedsomloop en de ademhaling en is dan ook de ultieme doodsoorzaak.

Afbeelding
Kijklustigen bij de orka

Uit de eerste vaststellingen bleek dat het om een mannetje ging - omwille van de hoge zwaardvin - met een totale lengte van 6,13 m. Door de sterk gesleten tanden lijkt het aannemelijk dat het om een oud(er) exemplaar gaat. Hoe het ook zij: de orka van Koksijde bleek erg mager (meerdere ribben waren onder de dunne speklaag zichtbaar). Mogelijk had deze orka al enkele dagen/weken niet meer gegeten. Verdere analyses (o.a. van maag- en darminhoud) zullen worden uitgevoerd om het gezondheidsbilan van deze orka te kunnen opmaken. Op 30 oktober zal de autopsie op het strand worden uitgevoerd. Het skelet zal vermoedelijk worden bewaard.

Afbeelding
Aangespoelde orka

Gestrande orka’s

Voor 1900 werden in België slechts vier strandingen voldoende gedocumenteerd. In de periode 1900 - 1960 spoelden in Nederland 21 orka’s aan. Op drie gevallen na, ging het steeds om strandingen vóór 1960. Voor zover bekend vonden vrijwel alle strandingen plaats tussen juli en januari. In slechts één geval ging het om een levend exemplaar: de Duitse bezetters doodden op 8 juli 1943 een drachtig vrouwtje op Terschelling (de foetus was 125 cm lang). Het vlees werd gegeten door de soldaten en de lokale bevolking en was een bijzonder welkome aanvulling in een periode van schaarste van vers vlees. Sinds 2010 werd de soort nog twee keer in Nederland waargenomen. Een juveniel exemplaar dat op 23 juni 2010 meerder keren vastliep op een zandbank in Lauwersoog werd levend gevangen en overgebracht naar Harderwijk. Op 15 oktober 2022 strandde een subadult vrouwtje op het strand van Cadzand-Bad in Zeeland, dicht bij de grens met België. Dit dier had een ernstige tandvleesontsteking en had ook ontstekingen in meerdere inwendige organen, o.a. op een hartklep, in het hersenvlies en in het geslachtsorgaan. Net als de orka van Koksijde, was ook dit dier zwaar ondervoed.

Verspreidingsgebied orka

De orka is een kosmopoliet en komt dus in alle wereldzeeën voor. De zuidelijke Noordzee valt buiten het normale verspreidingsgebied, dat zich op deze breedte vooral noordelijk en westelijk van de Britse Eilanden en in het zuidelijke deel van de Golf van Biskaje bevindt. De soort is vrij talrijk vanaf Spitsbergen, IJsland en Franz Josef Land, zuidwaarts tot aan de evenaar, maar vooral in koele, voedselrijke gebieden. Orka’s zijn eerder verwant aan dolfijnen dan aan walvissen en kunnen een maximale lengte bereiken van 9,8 m. De soort kan gemakkelijk worden herkend aan de hoge, opvallende rugvin, midden op de rug. Bij oudere mannetjes heeft deze rugvin een typische driehoekige vorm en kan die tot 1,8 m hoog worden. Net achter het oog bevindt zich steeds een witte oogvlek en ook het lichtgrijs rugzadel en de witte zwaardvlekken zijn typerend voor de soort. De flippers zijn breed en afgerond.

De laatste jaren worden steeds vaker 'noordelijke' soorten opgemerkt ver bezuiden hun normale verspreidingsgebied: walrus in Spanje, beluga in de Baai van de Somme, Groenlandse walvis voor de Belgische kust, klapmuts in Nederland of een narwal in België. In hoeverre deze opmerkelijke waarnemingen kaderen in het bredere plaatje van de klimaatverandering is onduidelijk. Bovendien was het in 2023 opmerkelijk warm in grote delen van de wereldzeeën, waardoor heel wat soorten op onverwachte plaatsen opdoken. Dat was o.a. het geval met een aantal zeevogels, zoals bruine genten en roodpootgenten op de Scilly-eilanden (in Groot-Brittannië). Vreemde tijden, voorwaar.

Tekst: Dominique Verbelen (Natuurpunt Studie)
Foto’s: Filip De Ruwe, Dominique Verbelen