Afbeelding
Kommavlinder
Dirk Maes

PAS – Problematische Aanpak Stikstof?

6 apr 2021
Categorieën
Natuurbericht
Biodiversiteit
LIFE BNIP
Natura 2000
PAS
Stikstof

Stikstof en de bedreiging die het vormt voor natuurlijke habitats waren volop in het nieuws de voorbije weken. Om het teveel aan stikstof terug te dringen, wordt vaak een intensiever natuurbeheer voorgesteld om extra organisch materiaal te verwijderen, door maaien, plaggen of strooisel weg te halen. In het nieuwe nummer van Natuurfocus gaan vijf wetenschappers van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek hier dieper op in.

Ze stellen dat herstelbeheer in natuurgebieden geen gemakkelijkheidsoplossing is. Door het afvoeren van stikstof die vastgelegd is in organisch materiaal, vermindert de beschikbaarheid ervan voor planten. Daardoor wordt de groei van veelal ongewenste en forse plantensoorten teruggedrongen en worden de competitieverhoudingen tussen plantensoorten hersteld, en zo krijg je soortenrijkere plantengemeenschappen. Het is dus een klassieke manier om graslanden bloemrijker te maken en de vergrassing van heidevegetaties tegen te gaan. Verder wordt ook verzuring van de bodems tegengegaan. Maar maatregelen die gunstig zijn voor het herstel van de vegetatie kunnen nadelige effecten hebben op de aanwezige fauna.

Een intensiever beheer (frequenter en grootschaliger maaien, intensiever begrazen …) is vooral nefast voor fauna met een laag verbreidingsvermogen, waaronder veel insecten zoals dagvlinders, sprinkhanen, kevers en spinnen, maar ook kleine zoogdieren en reptielen. Veel van deze honkvaste soorten hebben structuurvariatie en overgangszones in de vegetatie nodig voor de winterslaap, beschutting, voedsel, voortplanting en dispersie. Het is net die kleinschalige structuurvariatie die door een intensiever en grootschaliger beheer in toenemende mate zal worden vernietigd.

De verminderde aanwezigheid van kleine soorten kan bovendien negatief doorwerken naar hogere niveaus, zoals insectenetende soorten of predatoren zoals roofvogels en carnivoren. Hier geven we enkele voorbeelden van hoe intensievere stikstofmitigerende beheermaatregelen negatief kunnen zijn voor de aanwezige fauna:

• Het verhogen van de begrazingsdruk of het frequenter en grootschaliger maaien vermindert de hoeveelheid nectarbronnen voor insecten sterk, zowel in tijd als in ruimte.

• Grootschalige en plotse vernatting van moerassen en natte graslanden om verzuring tegen te gaan leidt tot frequentere overstromingen, waarbij vele bodembewonende ongewervelden (mieren, loopkevers, spinnen …) verdrinken.

• Het verwijderen van strooisel verwijdert ook overwinterings- of schuilplaatsen.

• Bijkomende oogst van houtige biomassa in bossen leidt tot minder dood hout, wat een essentiële habitat is voor houtafbrekende organismen, waaronder kevers en larven van zweefvliegen, maar ook paddenstoelen, korstmossen en mossen.

Dat stikstof een probleem is in vele natuurgebieden in Vlaanderen en dat er zogenaamde mitigerende beheermaatregelen genomen moeten worden om kwetsbare biotopen te verschralen of voedselarm te houden, spreekt voor zich. Het verminderen van stikstofverontreiniging via beheer is een afweging tussen een maximale vermindering van de hoeveelheid beschikbare stikstof en vegetatieherstel enerzijds en een minimale impact op de aanwezige fauna anderzijds. Als er geen bedreigde doelsoorten zijn in een te beheren gebied, kunnen tijdelijk grootschalige en intensieve maatregelen probleemloos worden genomen, maar als die populaties er wel zijn, moeten maatregelen kleinschaliger uitgevoerd worden om te vermijden dat deze soorten lokaal verdwijnen. Het in kaart brengen van relictpopulaties is dan ook zeer belangrijk.

Voor een duurzame instandhouding van bedreigde soorten in regio’s met een hoge stikstofdruk moeten er niet alleen maatregelen genomen worden in natuurgebieden, maar ook en vooral daarbuiten. Het is belangrijk om het probleem aan de bron aan te pakken en te streven naar een verdere vermindering van de stikstofuitstoot in Vlaanderen. Dit kan door milieuvriendelijkere landbouw, verkeer en industrie. Hierdoor wordt ook de druk op de natuurgebieden beduidend kleiner, want nu dweilen we met de kraan open …

In tegenstelling tot stikstof zelf komt deze ‘stikstofcrisis’ niet uit de lucht vallen. Specialist milieurecht Hendrik Schoukens en ook andere auteurs schreven er sinds 2009 al meerdere artikels over in Natuurfocus.

Bovenstaande tekst is een aanvulling op een nieuw uitgebreid artikel van zijn hand. Hierin biedt Hendrik tien bouwblokken aan voor een efficiënte en juridisch degelijke Vlaamse aanpak van de stikstofproblematiek: 

·       Stop het soepele vergunningenbeleid

·       Bindend traject richting het behalen van de Kritische Depositiewaarde in 2030

·       Koppel bindende extra reducties aan tijdelijke drempels

·       Neem ook de milieueffecten van bemesten en beweiden mee

·       Transparantie over illegale deposities uit het verleden

·       Natuurherstel is geen gemakkelijkheidsoplossing en substituut voor emissiereductie

·       Zet sterker in op reductie van bestaande deposities

·       Bijkomende uitstoot inruilen voor vermindering of beëindiging van andere activiteiten is geen magische oplossing

·       Gebruik accurate rekentools en meet werkelijke emissies

·       Kies voor de ADC-toets bij duurzame infrastructuurprojecten. (A: zijn er alternatieve oplossingen? D: dwingende redenen van groot openbaar belang? C: compenserende maatregelen)

 Klik hier door naar het volledige artikel

Tekst: Dirk Maes, Luc De Keersmaeker, Jan Van Uytvanck, Kris Decleer & Gerald Louette (INBO)