Afbeelding
Yves Adams

Rapport: Levende beken in Vlaanderen

23 aug 2016
Categorieën
Natuurbericht
Biodiversiteit
LIFE BNIP
Natura 2000
Water

Wuivende waterplanten. Kleurrijke ijsvogels. Flitsende vissen. Er zit weer meer leven in de Vlaamse beken. De jarenlange investeringen in waterzuivering, beekherstel en natuurgebieden beginnen vruchten af te werpen. Maar waar in Vlaanderen stroomt de beek met het meest vissen, zoogdieren, waterplanten, vogels of libellen?

Limburgse en Antwerpse Kempen scoren het hoogst

De Antwerpse en Limburgse Kempen hebben het meest leven in hun beken, zo blijkt uit de analyse. De Kleine Nete staat op 1, op de voet gevolgd door de Abeek in Limburg. Op de derde plaats staat opnieuw een Kempense beek: de Aa. De beek die het best scoort voor het visbestand is de Rode Loop (6de plaats). Ook die stroomt door de Kempen. Dat de Kempense beken zo goed scoren is onder andere te danken aan het hoge ijzergehalte in het water. Dat mildert het negatieve effect van vervuiling door fosfaten uit mest, waardoor er meer waterleven mogelijk is. Ook de grote investeringen in waterzuivering door Aquafin, het herstel van de natuurlijke loop van de beken en de aanwezigheid van natuurgebieden langs de oevers spelen een belangrijke rol.

In de andere provincies zijn de omstandigheden voor waterleven minder gunstig. Als enige West-Vlaamse waterloop in de selectie scoort de IJzer een 14de plaats omdat er veel vissen en waterplanten in leven. De best scorende Oost-Vlaamse beek is de Kalkense Vaart (14), gevolgd door de eerste en enige VlaamsBrabantse beek die deze lijst heeft gehaald: de IJse (15).

Otters, ijsvogels en waterjuffers

De natuur komt terug in de Vlaamse beken. Dat blijkt ook uit deze analyse. Zo komt de ijsvogel voor in elk van de onderzochte beken. Ook andere dieren profiteren van zuiver water. Heel af en toe duikt een zeldzame otter op, zoals in het noorden van Limburg. Maar de verhoopte terugkeer van dit zwemmend roofdier blijft uit. Een soort die het opmerkelijk goed doet is de weidebeekjuffer. In 1996 stond die libel nog als ‘zeldzaam’ op de Vlaamse Rode Lijst.

Oorzaken: vervuilde beken en rivieren, het rechttrekken van beken en het aanbrengen van oeverversteviging. Ondertussen is de weidebeekjuffer aan een terugkeer bezig. In deze analyse komt ze in 18 van de 20 beken voor. Niet slecht voor een soort die twintig jaar geleden slechts zelden gezien werd.

Waterkwaliteit blijft ondermaats

De toename van het leven in de beken is grotendeels te danken aan de toegenomen zuivering van het industrieel en huishoudelijk afvalwater. Al 80% van het huishoudelijke afvalwater wordt gezuiverd door de installaties van waterzuiveringsbedrijf Aquafin. Toch zit het werk er nog lang niet op. Volgens de Europese Kaderrichtlijn Water moest al het oppervlakte- en grondwater tegen 2015 van goede kwaliteit zijn. Die deadline is niet gehaald verre van. Om de waterkwaliteit op te krikken is het belangrijk dat de landbouw minder meststoffen en pesticiden gebruikt. Daarnaast moeten de gemeentelijke rioleringsstelsels nog verder uitgebouwd worden en moet de natuurlijke structuur van onze waterlopen worden hersteld. Ook belangrijk: bij overvloedige regenval komt rioolwater via overstorten nog te vaak ongezuiverd in een waterloop terecht. Als dat vuile water vervolgens terechtkomt in een natuurgebied, dan wordt die vervuiling er afgezet.

De 15 meest bruisende beken van Vlaanderen

Kleine Nete: grootse natuur

Afbeelding
1_kleinenete_wimdirckx.jpg

(foto Wim Dirckx)

Op 1: De Kleine Nete. Voor de natuur is dit een grootse beek. Zowel onder als boven water bruist ze van leven. Vissen, waterplanten, ijsvogels, oeverzwaluwen, bevers: op alle vlakken scoort de Kleine Nete bijzonder goed. Ook de beekrombout, een erg zeldzame libel, vliegt hier rond.

De Kleine Nete is over een groot deel van haar traject ingedijkt of zelfs rechtgetrokken. Maar toch heeft ze deels haar natuurlijke structuur behouden. Daarom voelen verschillende zeldzame beek- en riviergebonden vissoorten er zich thuis. De Europees beschermde beekprik, kleine modderkuiper en rivierdonderpad komen er voor. Nieuw aangelegde vistrappen zorgen ervoor dat vissen vlot kunnen migreren.

Beek met vele bronnen

De Kleine Nete is een 44 km lange beek die door de provincie Antwerpen stroomt. Ze heeft geen echte bron, maar ontstaat uit beekjes in het gebied tussen Arendonk, Retie en Mol-Postel in de Kempen. In Lier stroomt ze samen met de Grote Nete. Haar voornaamste zijrivieren zijn de Bollaak, de Aa en de Wamp. Tijdens hevige regenval kan de vallei enorme hoeveelheden water bergen. Dat is essentieel om laaggelegen woonwijken en wegen voor overstromingen te behoeden.

Acties om de waterkwaliteit te verbeteren

Het Netebekken geldt als pionier voor de waterzuivering in Vlaanderen. Al in de jaren ’70 werd er door de gemeenten volop werk gemaakt van waterzuivering. Het waren Retie en Dessel zelf die de waterzuiveringsstations lieten bouwen in respectievelijk 1975 en 1977. Aquafin bouwde rioolwaterzuiveringsinstallatie Arendonk in 1997 en renoveerde het station van Dessel in 2003. Die inspanningen werpen vruchten af. Van alle beken in Vlaanderen staat de Kleine Nete het dichtst bij de felbegeerde ‘goede toestand’ van de Europese kaderrichtlijn Water.

Abeek: de levendste Limburgse rivier

Afbeelding
2_abeek_yvesadams.jpg

(foto: Yves Adams)

Op nummer 2 in de rangschikking: de Abeek. De hoogst scorende Limburgse beek ontspringt op het militair domein in Meeuwen-Gruitrode en kronkelt vervolgens in noordoostelijke richting. Via Bree en Kinrooi gaat het richting Nederland, waar ze na een loop van 38 km in de Maas terechtkomt.

Langs het hele beektraject vind je rietlanden, broekbossen, vijvers en bloemrijke wei- en hooilanden. De Abeek is met zijn omliggende moeras- en heidegebieden opgenomen in het Europese Natura 2000 netwerk van topnatuurgebieden.

In de Abeek komt de waterspitsmuis voor. Dat dier, met fluwelen vacht, is een van de grootste Europese spitsmuizen. De waterspitsmuis leeft bij natuurlijke oevers waar veel insecten of vissen te vinden zijn. Ze is erg afhankelijk van zuiver water. Er is een groot verschil tussen de boven- en benedenloop van de beek. Stroomafwaarts is de beek erg artificieel. Ze is rechtgetrokken om de omliggende moerassen te ontwateren.

Het huishoudelijke afvalwater uit de omgeving van de Abeek wordt al enkele decennia opgevangen en gezuiverd voor het in de waterlopen terechtkomt. Langs de bovenloop wordt het afvalwater van van de verstedelijkte kern van Bree sinds de jaren ‘70 – ‘80 verzameld en doorgevoerd naar de waterzuiveringsinstallatie. Die wordt de komende jaren vernieuwd. In de jaren ‘90 heeft Aquafin het collectorennetwerk nabij de Abeek sterk uitgebreid. Het afvalwater van Reppel wordt sinds 1994 doorgevoerd naar de waterzuiveringsinstallatie van Bocholt en sinds 1997 is ook in Kinrooi een installatie operationeel. De doorgedreven inspanningen voor waterzuivering hebben ervoor gezorgd dat de Abeek zich kon ontwikkelen tot één van de ecologisch meest waardevolle Vlaamse beken.

De Aa: waar beekjuffers thuis zijn

Afbeelding
3_aa_kevinfeytons.jpg

(foto: Kevin Feytons)

Op nummer drie staat de Aa. Dat is een zijrivier van de Kleine Nete, in de provincie Antwerpen. De Aa ontspringt in het Turnhouts Vennengebied ten noorden van Turnhout en vloeit via Oud-Turnhout, Turnhout, Lille, Kasterlee en Vorselaar in de Kleine Nete bij Grobbendonk.

In de zomer kan je boven de Aa grote groepen beekjuffers zien vliegen. Beekjuffers behoren tot de meest opvallende Vlaamse libellen. De mannetjes vallen op door hun donkerblauwe vleugels: volledig donkerblauw bij de bosbeekjuffer, deels doorschijnend en deels donkerblauw bij de weidebeekjuffer. Die hebben behoefte hebben aan zuivere en structuurrijke, meanderende beken met veel waterplanten.

De Aa geraakte in de jaren '60 en '70 zwaar vervuild. Door inspanningen inzake waterzuivering is de waterkwaliteit er de voorbije jaren verbeterd. Er leven opnieuw veel vissoorten in de Aa waaronder ook de erg zeldzame kleine modderkruiper en rivierdonderpad. Vooral door de waterzuivering in Turnhout is de waterkwaliteit sterk toegenomen. Ook in Vorselaar, Lille en Kasterlee is de waterkwaliteit al enkele jaren van zeer goede kwaliteit. Aquafin renoveerde enkele jaren geleden nog de waterzuiveringsinstallatie van Lichtaart.

Maar er is nog werk aan de winkel. Bij hevige regenval kunnen de pompen de aanvoer van rioolwater niet aan en wordt dit rechtstreeks in de Aa gestort, in plaats van doorgesluisd  te worden naar het zuiveringsstation in Herentals. Daardoor krijgt het herstel van de rivier telkens weer een serieuze klap. Bovendien schaadt het vuile water de waardevolle plantengroei in het natuurgebied Schupleer. De investering om de capaciteit uit te breiden is goedgekeurd en de uitvoering staat op de planning.

Warmbeek: de beek die zichzelf zuivert

Afbeelding
4_warmbeek_yvesadams.jpg

(foto Yves Adams)

De Warmbeek staat op 4. Deze Limburgse beek ontspringt tussen Peer en Meeuwen. Ze stroomt in noordelijk richting naar Kaulille (Bocholt) om via Achel Nederland binnen te komen. Daar verandert ze van naam in de Tongelreep.

In haar brongebied is de Warmbeek rechtgetrokken en uitgegraven voor de ontwatering van de omliggende weilanden. Maar verder stroomafwaarts is de loop nog vrij natuurlijk. Daar profiteren planten en dieren van. Dankzij de voortdurende eroderende werking zijn er veel meanders en is het zelfzuiverend vermogen van het water, als één van de laatste Limburgse beken, bewaard gebleven.

In de Warmbeek komen grote aantallen bosbeekjuffers voor: zeldzame libellen die erg gevoelig zijn voor watervervuiling. Ook andere libellen doen het goed in de Warmbeek: beekrombout, blauwe breedscheenjuffer, bruine korenbout en gewone bronlibel.

Het afvalwater uit Kaulille, Sint-Huibrechts-Lille en Achel wordt sinds begin jaren 90 gecollecteerd en doorgevoerd naar de waterzuiveringsinstallaties van Bocholt of Achel. De bestaande infrastructuur wordt nog uitgebreid door Aquafin. Zo worden de grachten aan Rodenrijt (Hamont-Achel) van de riolering afgekoppeld zodat dit oppervlaktewater niet langer met afvalwater vermengd wordt.

De dorpskern van Grote Brogel aan de bovenloop van de zuid-noord georiënteerde Warmbeekvallei, wordt in 2018 aangesloten op het collectorenstelsel van Bocholt.

Om overstorten van gemengd afvalwater in de Warmbeek bij hevig regenweer te verminderen heeft Aquafin een projectvoorstel opgemaakt dat tal van aanpassingen in het afvalwaterstelsel in de Warmbeekvallei voorziet.  Zo worden o.a. overstorten aangepakt en bergbezinkingsbekkens aangelegd zodat extra gemengd afvalwater gebufferd wordt vooraleer het geloosd wordt in de Warmbeek.

Het gezuiverde water stroomt naar Nederlands grondgebied, waardoor de Warmbeekvallei een voorbeeld is van integraal waterbeleid, tot over de landsgrenzen heen.

Berwijn: snelstromende beek in de Voerstreek

Afbeelding
5_berwijn_lesmeloures.jpg

(foto: Les Meloures)

De meest oostelijke rivier in de lijst is de snelstromende Berwijn (5de plaats). Die beek ontspringt in de provincie Luik en komt terecht in de Maas in Moelingen, in de Voerstreek. Onderweg zigzagt de beek tussen de steile hellingen van het Maasdal.

De Vallei van de Berwijn is een kostbaar kleinood. Door Europa werd dit Vlaams natuurreservaat uitgeroepen tot habitatrichtlijngebied.

Hoogstamboomgaarden en knotwilgen sieren de oevers van de Berwijn. De sterk meanderende rivier heeft bovendien een heel bijzondere vispopulatie. Kopvoorn, beekforel en elrits zwemmen er samen met zeldzame soorten als gestippelde alver, vlagzalm en rivierdonderpad. Ook op het water zul je het zien krioelen van het leven. Weidebeekjuffers dansen over het wateroppervlak en heel wat vogels vinden hier een ideaal broedgebied.

Toch is er nog werk aan de winkel. Ter hoogte van Moelingen is de waterkwaliteit naar Europese normen ontoereikend, voornamelijk door een teveel aan fosfor en stikstof. De landbouwactiviteiten en het huishoudelijk afvalwater tasten de biologische, chemische en fysische waterkwaliteit aan. Minder afspoeling van de landbouwgebieden en een hogere zuiveringsgraad moeten soelaas brengen.

Langs de Berwijn heeft waterzuiveraar Aquafin 1 collector en 1 waterzuiveringsinstallatie. Sinds 2011 wordt het afvalwater van circa 250 woningen uit Moelingen gezuiverd. Dat past binnen Aquadra, een project van 12 partners uit de Euregio Maas-Rijn die sinds 2009 samenwerken om de grensoverschrijdende waterlopen te verbeteren.

Rode Loop: de hoogste score voor vissen

Afbeelding
6_rodeloop_bosbeekjuffer_wimdirckx.jpg

(foto: Wim Dirckx)

De beek met de beste score voor het visleven is de Rode Loop. In de totale rangschikking staat ze op de 6de plek. De Rode Loop ontspringt in Arendonk en baant zich door een vallei in de streek van Corsendonck. In Kasterlee mondt de Rode Loop uit in de Wamp. Over de jaren heen heeft er zich een stabiele vispopulatie gevestigd. Dat resulteerde in een hoge visindex. Baars, bermpje, blankvoorn, paling, rietvoorn, riviergrondel en snoek komen er veelvuldig voor.

De Rode Loop slingert zich door de natuurgebieden de Tikkebroeken en Landschap De Liereman. De beek dankt zijn kleur aan de ijzerhoudende slibdeeltjes van aangrenzende akkers die roodbruin kleuren. Weidebeekjuffers en bosbeekjuffers getuigen dat het beekwater nog een goede kwaliteit heeft. Met hun metaalglanzend blauw lichaam en donkerblauwe vleugels dansen de mannetjes van de bosbeekjuffer langs de oevers op zoek naar de bruingevleugelde vrouwtjes.

Wamp: vistrap brengt meer leven

De Wamp is een zijrivier van de Kleine Nete. Ze ontspringt in Arendonk, vormt de grens tussen Oud-Turnhout en Retie, dan tussen Kasterlee en Retie, en stroomt bij Kasterlee in de Kleine Nete. De totale lengte bedraagt 16 kilometer. Net zoals de Kleine Nete is de Wamp een goede allrounder: alle diergroepen doen het er relatief goed. Dankzij de installatie van een vistrap kunnen de vissen nu stroomop- en afwaarts naar de Kleine Nete en verder.

Zwarte Beek: roestbruin water, vol van leven

Afbeelding
8_zwartebeek_wimdirckx.jpg

(foto: Wim Dirckx)

Op 8 staat de Zwarte Beek, een Limburgse beek die van Hechtel-Eksel tot Diest stroomt. Daar komt ze uit in de Demer. Langs de 32 kilometer lange loop liggen heel wat ecologisch waardevolle natuurgebieden.

Het water van de Zwarte Beek is niet zwart, maar roestbruin. In de ondergrond zit er veel ijzer en dat geeft kleur aan het water. Het is geen teken van vervuiling. Integendeel. Het is één van de meest waardevolle beekdalen in West-Europa.

De Zwarte Beek herbergt de grootste populatie beekprik van Vlaanderen. Die vis is erg afhankelijk van zuiver water, natuurlijke beekoevers, en het passeren van stuwen.

Ter hoogte van de bron van de Zwarte Beek in Hechtel, wordt het afvalwater al vanaf eind jaren ‘90 opgevangen en gezuiverd. Verder stroomafwaarts werden de kernen van Stal, Koersel, Beringen en de omgeving van de koolmijnsite van Beringen van eind jaren 70 tot begin jaren 90 aangesloten op de waterzuiveringsinstallatie in Koersel. Het bestaande stelsel wordt door Aquafin nog geoptimaliseerd door de aanleg van bergbezinkingsbekkens.

Ten westen van het Albertkanaal stroomt de Zwarte Beek langs Meldert en Zelem vooraleer ze ter hoogte van Schaffen in de Demer uitmondt. Het afvalwater van deze dorpskernen wordt sinds 1996 opgevangen en doorgesluisd naar de zuiveringsinstallatie in Halen. Om de toenemende hoeveelheid afvalwater (een gevolg van het grotere aantal aansluitingen van huishoudens) te kunnen blijven verwerken, wordt deze waterzuiveringsinstallatie gerenoveerd in 2017 – 2018.

Grote Nete: belangrijk leefgebied na de vervuiling

Afbeelding
9_grotenete_wimdirckx.jpg

(foto: Wim Dirckx)

De Grote Nete ontspringt in het Limburgse Hechtel-Eksel en stroomt door de Kempen via Geel, Hulshout, Herenthout, Berlaar naar Lier, waar ze na 44 kilometer samenvloeit met de Kleine Nete. Haar voornaamste zijrivieren zijn de Wimp, de Molse Nete en de Grote Laak. Via de Grote Laak, ontvangt de Grote Nete veel vervuiling van Tessenderlo Chemie. Vanaf 2013 begon Natuurpunt in het brongebied van de Grote Nete een aangesloten natuurgebied uit te bouwen, Het Grote Netewoud.

De rivier verbindt verschillende natuurgebieden langs haar oevers en zorgt voor migratie van planten en dieren door de hele vallei. Er zwemmen ook twee héél bijzondere vissoorten: de beekprik en de kleine modderkruiper. Voor beide vissoorten is de Grote Nete één van de belangrijkste leefgebieden in Vlaanderen. Langs de Grote Nete worden overstromingsgebieden aangelegd om wateroverlast te voorkomen.

De recent geschiedenis van de Grote Nete bewijst hoe een verontreinigde waterloop zich kan herstellen. De voorbije decennia zijn veel vismigratieknelpunten er weggewerkt, heeft de rivier ruimte gekregen waar ze kan meanderen en buiten haar oevers kan treden en zijn er veel inspanningen geleverd om het huishoudelijk afvalwater dat in de Grote Nete geloosd werd, op te vangen, door te voeren en te zuiveren in rioolwaterzuiveringsinstallaties.

Zo werd de natuurwaarde van de vallei van de Grote Nete hersteld en ontwikkelden er zich broekbossen, graslanden en groeide de restpopulatie van de zeldzame beekprik uit tot één van de grootste populaties in Vlaanderen. Ter hoogte van Balen is ook kopvoorn, serpeling en (uitgezette) kwabaal aanwezig.

De laatste jaren is er wel bezorgdheid opgedoken over de sterfte van waterplanten in de Grote Nete. De reden daarvoor is nog onbekend, al wijst een rapport van de Vlaamse Milieumaatschappij in de richting van verontreiniging met industriële chemicaliën.  

Merkske: een beek op de grens

Afbeelding
10_merkske_jeroenmentens.jpg

(foto: Jeroen Mentens)

De top 10 wordt afgesloten door het Merkske. Dat is een bijriviertje van de Mark, aan de grens tussen de provincie Antwerpen en Nederland. Verschillende gedeeltes van het Merkske vormen de landsgrens. Doordat het beekje talrijke meanders maakt, kent de landgrens er een grillig verloop. Precies omdat het Merkske net op de grens ligt, werd het nooit rechtgetrokken.

Het Merkske dankt zijn plek in de top 10 aan de grote hoeveelheden kleine waterdieren: kokerjuffers, slakken en andere ongewervelden. De afgelopen jaren zijn er heel wat boomstammen in de beek gelegd. Dat heeft zijn effect niet gemist. Ze maken de beek aantrekkelijk voor waterleven.

De vallei van het Merkske herbergt topnatuur. Boomkikkers, wielewalen en nachtegalen zorgen er voor een spectaculaire soundtrack.

Al sinds 1985 wordt het afvalwater van circa 440 inwoners uit de dorpskern Zondereigen bij Baarle-Hertog gezuiverd in de kleinschalige waterzuiveringsinstallatie. Die loost op de Noordermark, een belangrijke zijrivier van het Merkske. Het Merkske is aangeduid als speerpuntgebied wat betekent dat voor deze waterloop een goede waterkwaliteit tegen 2021 wordt vooropgesteld.

Dommel: beekherstel voor meer natuur

Afbeelding
11_dommel_yvesadams.jpg

(foto: Yves Adams)

De Dommel ontspringt in Peer in Limburg. Via Overpelt en Neerpelt bereikt ze de Nederlandse grens in het grensoverschrijdend natuurgebied Hageven-De Plateaux. De Dommelvallei is ook de naam van een uitgestrekt natuurgebied aan de bovenloop van de rivier. In en rond het gebied vind je elzenbroekbossen, unieke blauwgraslanden, rietvelden en weilanden. Op de hoger gelegen delen worden akkers en weilanden omringd door bomenrijen, houtkanten (struikgewas met bomen) en houtwallen.

In 2015 werd aan de Dommel voor de eerste keer in België een gaffellibel waargenomen. Die Europees beschermde libel is een vliegend sieraad: grasgroen borststuk, heldergeel achterlijf met zwarte tekening.

In Hageven-De Plateaux werd de afgelopen jaren, met hulp van Europese LIFE-subsidies, fors geïnvesteerd in natuurherstel. Onder impuls van dit project voerde de Vlaamse Milieumaatschappij herstelmaatregelen uit waardoor de Dommel opnieuw een natuurlijke loop met talrijke meanders kreeg.

Al in 1967 werd in Overpelt een waterzuiveringsinstallatie in gebruik genomen, in Peer en Eksel midden jaren ’90. De installatie in Overpelt werd in 2003 volledig vernieuwd en uitgebreid om meer afvalwater te zuiveren. Samen zuiveren de drie installaties nu het afvalwater van bijna 45.000 inwoners. Het bestaande stelsel werd verbeterd, onder andere door de afkoppeling van hemelwater van het rioleringsstelsel. Zo stort er minder afvalwater over in de Dommel en komt de Dommel Nederland in met een goede waterkwaliteit.

Molse Nete: veel vissen en uitbundige plantengroei

Afbeelding
12_molsenete_fransemmerechts.jpg

(foto: Frans Emmerechts)

De Molse Nete is een beek die ontspringt in Lommel en via Mol en Geel uitkomt in de Grote Nete. De beek heeft een behoorlijke waterkwaliteit en wordt gekenmerkt door uitbundige plantengroei. Maar het slib in de beekbodem is ernstig vervuild door zware metalen, afkomstig van stroomopwaarts gelegen bedrijven, in het bijzonder de voorlopers van Nyrstar (Vieille Montagne). Die slibvervuiling vormt een bedreiging voor het verdere herstel van de beek. Ook werd er decennialang laag radioactief afval geloosd in de beek. Toch komen er veel soorten vis voor: waaronder veel paling, bermpje en riviergrondel. Ook bevers zijn al gespot op de Molse Nete.

Binnen LIFE+ Grote Netewoud wordt in het meest westelijke gedeelte van Molse Nete fors geïnvesteerd in natuurherstel.

Kalkense Vaart: snoek, paling en bittervoorn in de bruisendste waterloop van Oost-Vlaanderen

Afbeelding
13_kalkensevaart_yvesadams.jpg

(foto: Yves Adams)

De Kalkense Vaart is één van de twee beken in Oost-Vlaanderen die het tot in de top 20 heeft geschopt (13de positie). De waterloop zorgt voor de afwatering van het natuurgebied De Kalkense Meersen. Opvallend is het hoge aantal vissoorten zoals snoeken, palingen en blankvoorn. Het INBO ving er niet minder dan 13 soorten, waaronder de beschermde bittervoorn. Niet toevallig is het de enige waterloop in Oost-Vlaanderen die door de overheid is aangeduid als speerpuntgebied waarin het mogelijk is om tegen 2021 een goede ecologische toestand te behalen.

Sinds 1981 wordt het afvalwater van Laarne en Kalken gezuiverd in een gemengde waterzuivering.  Pas sinds 2016 is de installatie volledig in beheer van Aquafin en wordt enkel nog stedelijk afvalwater verwerkt. De huidige installatie zal in de toekomst vervangen worden door een nieuwbouwinstallatie met uitgebreide hydraulische capaciteit en de mogelijkHeid om nutriënten te verwijderen. Voorlopig wordt geraamd dat deze installatie tegen eind 2019 zal voltooid zijn

Veel vissen en planten in de West-Vlaamse IJzer

Afbeelding
14_ijzer_yvesadams.jpg

(foto: Yves Adams)

De IJzer is de enige West-Vlaamse waterloop in de rangschikking en de enige Vlaamse waterloop die uitmondt in de Noordzee. Via Frankrijk komt ze Vlaanderen binnen en stroomt ze naar Nieuwpoort.

De 14de positie in de top 15 dankt ze aan het hoge aantal plantensoorten dat in en om de waterloop groeit. Van alle onderzochte waterlopen heeft de IJzer de hoogste gemiddelde index voor soorten waterplanten (0,72). Eén daarvan is de zeldzame sierlijke zwanenbloem. Die groeit op de grens van water en land en bloeit met een scherm van roze bloemen.

Het aantal vissoorten in de IJzer is de laatste jaren spectaculair toegenomen. Er werden zelfs bijzondere soorten aangetroffen zoals bermpje, bittervoorn, de kleine modderkruiper, vetje, bot en haring. Redenen zijn de investeringen in waterzuivering en het natuurlijker inrichten van voorheen verharde oeverzones. Zo krijgen de vissen meer plekken om te paaien en te schuilen.

Daarnaast werd de verbinding met de zee verbeterd. Om trekkende vissoorten als de paling te helpen wordt de uitwateringssluis van de IJzer in het sluizencomplex in Nieuwpoort elk jaar in maart en april bij hoogwater op een kiertje gezet. Zo kan de trekkende glasaal vlotter binnenzwemmen.

Aquafin heeft de voorbije decennia grote inspanningen geleverd om de waterkwaliteit van de IJzer te verbeteren. Dankzij de rioolwaterzuiveringsinstallaties in Lo, Vleteren, Woumen, Langemark, Stavele en De Lovie heeft de IJzer vandaag een matige tot goede kwaliteit. De waterzuiveringsinstallatie in Beveren-aan-de-ijzer werd dit jaar in gebruik genomen en dit jaar is de opstart voorzien van de waterzuiveringsinfrastructuur in Bikschote en Noordschote.

IJse: ijsvogels en kwikstaarten aan de meest levende beek van Vlaams-Brabant

Afbeelding
15_ijse_yvesadams.jpg

(foto: Yves Adams)

De enige Vlaams-Brabantse beek in de selectie is de IJse. Die ontspringt in het Zoniënwoud op de grens van Sint-Genesius-Rode en Hoeilaart en mondt uit in de Dijle in Neerijse, in natuurgebied de Doode Bemde, dat beheerd wordt door Vrienden van Heverleebos en Meerdaalwoud. Ze slingert zich door de Druivenstreek.

De beek heeft zich diep ingesneden in het landschap, waardoor haar vallei relatief smal is en omgeven door steile flanken. In die omstandigheden voelt de ijsvogel zich opperbest. Ook voor de grote gele kwikstaart is de IJse een topbeek. Van alle beken in de selectie kreeg de IJse het hoogst aantal waarnemingen van deze soort.

Het huishoudelijk afvalwater van het stroomgebied van de IJse wordt afgevoerd via een centrale  gewestelijke collector aangelegd naast de rivier. De gemeenten zorgen voor de aansluiting van de  gezinnen op de gemeentelijke riolen. Zo zijn intussen al 91% van de huishoudens van Hoeilaart aangesloten op de installatie.

Al in 1995 werd het stroomopwaartse deel van de IJse gezuiverd tussen Hoeilaart en Overijse-Huldenberg. De waterkwaliteit verbeterde merkelijk midden 1996 door de aanleg van het  ontbrekende stroomafwaartse stuk en de bouw van het waterzuiveringsstation Huldenberg. Gelijktijdig werden lozingen van huishoudelijk afvalwater in de belangrijkste zijbeken, de Nellebeek en Langegracht, gesaneerd.

Tekst: Joris Gansemans, Natuurpunt
Lees het volledige rapport