Afbeelding
Bladkoning
Dave Curtis

Recordaantal Bladkoningen overspoelt België vanuit het oosten

13 okt 2016
Categorieën
Natuurbericht
Vogels


Nooit eerder werden zoveel waarnemingen van de Bladkoning gemeld in ons land. De kleine zangvogel uit het oosten gold tot de jaren 80 als een zeldzame dwaalgast, maar heeft intussen een gestage opmars ingezet. Dat was de afgelopen dagen volop te merken.

De Bladkoning is een kleine loofzanger die broedt in de Siberische taiga en overwintert van centraal Nepal en Bangladesh tot in zuidoost China. Het gros volgt elk jaar keurig deze trekroute maar de soort duikt ook almaar vaker op in West-Europa. De Bladkoning werd voor het eerst in België vastgesteld op 22 oktober 1967, toen een exemplaar werd gevangen in Voormezele. De aantallen nemen sterk toe vanaf 1984, vooral omdat meer en meer waarnemers vertrouwd raakten met het typische luid, doordringend en hoog ‘tsoIEST’-roepje.

Het aantal waarnemingen steeg sterk met 35 exemplaren in 1985, 50 in 1988, 42 in 1994 en 46 in 1995. In 1989 besloot het Belgisch Avifaunitisch Homologatiecomité (BAHC) dat deze soort niet meer officieel moest worden geregistreerd. Rond de eeuwwisseling stond de teller al op 449 stuks. Het Bladkoninkje was dan ook op relatief kort tijd geëvolueerd van een zeldzame dwaalgast naar een schaarse doortrekker die vooral in september en oktober opduikt in West-Europa.

De opmars zette zich ook na de eeuwwisseling door, waarbij betere jaren afwisselden met jaren waarin de soort minder talrijk was. Maar 2016 blijkt alvast een stevig recordjaar te worden. In 2016 werden totnogtoe al 668 meldingen ingevoerd op www.waarnemingen.be, bijna drie keer zoveel als in 2015 (230). Het vorige record dateert van 2014, toen 390 waarnemingen werden ingevoerd. Tien jaar geleden werden maximaal 100 exemplaren per jaar gezien. Ook in andere Europese landen worden dit jaar uitzonderlijke aantallen opgemerkt met onder andere stevige cijfers in het Verenigd Koninkrijk en Nederland en 21 exemplaren in Roemenië (het vorige jaarrecord stond daar op 8).

‘Vette’ jaren zijn vaak jaren met aanhoudende oostenwind, waardoor heel wat vogels uit koers worden geblazen en ten westen van hun normale trekroute belanden. Vaak zorgt zo’n golf van Bladkoninkjes ook voor een pak andere oostelijke dwaalgasten, die ‘meeliften’ op diezelfde oostenwinden. De voorbije weken resulteerde dit in onder andere drie Kleine vliegenvangers, een Bonte tapuit (derde waarneming voor België ooit), een Grauwe fitis, een Bruine boszanger, een Raddes boszanger, een Pallas’ boszanger en meerdere Dwerggorzen.

Het beestje zelf is maar 10 cm groot en houdt daarmee het midden tussen een Goudhaan en een Tjiftjaf. De Bladkoning heeft een mosgroene bovenzijde, een vuilwitte onderzijde en een lange en zeer opvallende, lichtgele wenkbrauwstreep. Meest kenmerkend zijn de twee brede, geelwitte vleugelstrepen. De soort wordt de voorbije dagen in alle provincies gemeld, met een duidelijke concentratie in bomen en struiken langsheen de kust.

Zelf een Bladkoning gezien? Meld dit dan zeker op www.waarnemingen.be. .

Tekst: Dominique Verbelen & Marc Herremans, Natuurpunt Studie
Foto: Dave Curtis, Marc Herremans