Afbeelding
Jonge ooievaars op nest
Luc Hoogenstein/Saxifraga

Recordaantal broedparen van ooievaar in 2022

14 nov 2022
Categorieën
Natuurbericht
Provincie Antwerpen
Vogels

De Belgische broedpopulatie bereikte in 2022 een nieuw record van 221 bezette nesten. In vergelijking met voorgaande jaren was er een behoorlijk goed broedsucces. Dankzij de inspanningen van een aantal gepassioneerde lokale waarnemers kan het wel en wee van de populatie al een aantal jaren goed opgevolgd worden.

Alweer een nieuw record

Het nieuwe recordaantal van 221 vastgestelde bezette nesten in 2022 past in een serie van opeenvolgende jaarrecords. Voor zover bekend, op basis van bronnenmateriaal dat tot enkele eeuwen teruggaat, is dit het hoogste aantal paren dat ooit werd geregistreerd in ons land.

Eind 19de eeuw stierf de ooievaar als broedvogel uit in België. Habitatverlies en vooral menselijke vervolging waren daarvoor verantwoordelijk. In de tweede helft van 20ste eeuw werden op enkele plaatsen introductieprojecten gestart waarbij ooievaars in de natuur werden vrijgelaten. Dat gebeurde eerst in het Zwin in West-Vlaanderen, in de jaren ’50. Begin jaren ’90 kwam daar een project in Planckendael bij en in die periode werden ook in de voorloper van dierenpark Pairi Daiza ooievaars losgelaten. De vrij vliegende populatie groeide aanvankelijk langzaam, maar sinds een aantal jaren lijkt de toename sneller te verlopen. De stijging past in een breder plaatje, waarbij ook de ooievaarspopulaties in andere West-Europese landen (sterk) zijn toegenomen na een dieptepunt halverwege de 20ste eeuw.

Afbeelding
Ooievaars

Ooievaars in Schendelbeke, 2022 (foto: Sven Scraeyen).

Hoofdzakelijk in Vlaanderen

Het grootste deel van de Belgische populatie anno 2022 broedde in Vlaanderen (73%). De meeste paren zaten in twee gebieden: in dierenpark Planckendael en omgeving (provincie Antwerpen) en op het grondgebied van de gemeenten Knokke-Heist (het Zwin en omgeving) en Damme in het noorden van de provincie West-Vlaanderen). Tot voor een aantal jaren waren de broedparen sterk geconcentreerd bij de oorspronkelijke vrijlatingslocaties in het Zwin en Planckendael, maar dat beeld is aan het veranderen. In 2022 zette de trend door van paren die zich vestigen (ver) buiten die gebieden. Inmiddels komen in elke Vlaamse provincie ooievaars tot broeden.

Het aandeel van Wallonië groeit gestaag. De provincie Henegouwen neemt daarvan het grootste deel voor zijn rekening, in belangrijke mate dankzij de forse, groeiende populatie bij dierenpark Pairi Daiza. De provincie Luik telde in 2022 weliswaar ook al 7 broedparen.

De vestiging van nieuwe, jonge broedparen, soms ver van bestaande broedplaatsen, is een vrij recent fenomeen, dat zich in 2022 doorzette. Numeriek wegen de oorspronkelijke uitzetlocaties nog zwaar door, maar de kaart van de verspreiding laat goed zien dat broedende ooievaars in België inmiddels vrij ruim verspreid zitten.

Afbeelding
Kaart Ooievaar

Gunstig broedsucces in 2022

Dankzij de inzet van een aantal gepassioneerde vrijwilligers was het ook in 2022 mogelijk een compleet beeld te krijgen van het broedsucces. Op 209 van de 221 bezette nesten werd een broedpoging gewaagd. In 146 gevallen (70%) resulteerde dat in een geslaagd broedgeval, met minstens één uitgevlogen jong. In totaal verlieten 373 jonge ooievaars het nest (139 meer dan in 2021). Dat geeft  gemiddelden van 1,78 uitgevlogen jongen per gestart broedgeval en 2,55 uitgevlogen jongen per geslaagd broedgeval. Dat zijn hogere cijfers dan in 2020 en 2021, toen 1,1-1,2 jongen per gestart nest en 2-2,1 jongen per geslaagd nest werden vastgesteld.

Het gunstiger dan gebruikelijk broedsucces in 2022 is een opsteker. De Belgische broedpopulatie produceert in regel relatief weinig jongen in vergelijking met de meeste andere Europese landen. In ons intensief gebruikte platteland is het voor ooievaars die een nest met jongen te voeren hebben vermoedelijk geen sinecure om voldoende voedsel te verzamelen. Het lage broedsucces bij ooievaars is mogelijk een gevolg van de slechte staat van onze plattelandsnatuur. Dat de nationale populatie desondanks gestaag toeneemt heeft vermoedelijk voor een belangrijk deel te maken met een hoge jaarlijkse overleving. Er zijn aanwijzingen dat ooievaars een vrij geringe sterfte kennen. Daardoor kan de populatie toch toenemen, ondanks een eerder beperkte jongenproductie.

Verdere stijging in het verschiet

Naar verwachting zal de stijgende trend zich in de volgende jaren verder zetten. Jonge ooievaars die oud genoeg worden om zelf tot voortplanting over te gaan, vestigen zich in regel in de regio waar ze geboren zijn. Dat doen ze pas ten vroegste vanaf hun derde levensjaar. Naarmate de populatie en het netto aantal geproduceerde jongen verder toenemen, stijgt ook het potentiële aantal nieuwe rekruten voor de broedpopulatie. Ooievaar Observatie Initiatief, het netwerk van ooievaar-afficionado’s, zal de ontwikkelingen in de volgende jaren nauwkeurig blijven opvolgen.

Tekst: Wouter Faveyts en Koen Steenhoudt (Ooievaar Observatie Initiatief)