Afbeelding
Rotszwaluw
Koen Lepla

Rotszwaluw op spoed bij Maria Middelares

30 nov 2020
Categorieën
Natuurbericht
Vogels

Sinds vrijdagnamiddag 27 november 2020 kreeg de spoedafdeling van het AZ Maria Middelares in Gent een bijzondere gast op bezoek: een rotszwaluw jaagt er de ganse dag op insecten en brengt er de nacht door op smalle richels, boven de ramen op de hogere verdiepingen. Zowel voor de rotszwaluw, de verpleegkundigen als voor vogelspotters is dit een uitzonderlijke ervaring.

De rotszwaluw werd het eerst gezien op 22 november, in de late namiddag, boven het stedelijk natuurgebied Bourgoyen-Ossemeersen. Op 27 november dook dit exemplaar onverwachts opnieuw op, dit keer rond de gebouwen van de spoedafdeling van Maria Middelares. Tegen schemeravond ging de vogel slapen op een smalle richel op de derde verdieping. De rotszwaluw was hier ook op 28, 29 en 30 november nog aanwezig en kan op heel wat belangstelling rekenen, zowel van verpleegkundigen als van vogelspotters.

Hoelang de rotszwaluw nog op spoed zal verblijven, is niet duidelijk. Naarmate de dag- en nachtminima dalen, neemt ook het aanbod aan vliegende insecten af en wordt het voor deze insecteneter steeds moeilijker om aan voldoende voedsel te geraken.

Afbeelding
Rotszwaluw Filip De Ruwe

Wanneer een rotszwaluw zijn staart spreidt, vallen de witte vlekjes op (foto: Filip De Ruwe).

Kenmerken

De rotszwaluw is een zwaargebouwde zwaluw met brede, spitse vleugels en lijkt een beetje op ‘onze’ oeverzwaluw. Bovenaan is een rotszwaluw koud grijsbruin, de onderzijde is vaal witgrijs met een bruine tint. In de staart zitten kleine, witte staartvlekken (‘venstertjes’). Dit kenmerk is echter enkel zichtbaar wanneer de ondiep gevorkte staart volledig gespreid is. Rotszwaluwen zijn krachtige vliegers en zijn in de vlucht zeer wendbaar. Snelle, plotse wendingen en duikvluchten worden vaak afgewisseld met langere glijpauzes. Rotszwaluwen broeden in grotten en nissen in rotswanden, soms ook in holen of hoeken van gebouwen en muren en komen vooral voor in het Middellandse Zeegebied (o.a. in Franrijk, Spanje, Portugal, Italië, Griekenland en Turkije).

Eerdere waarnemingen

Deze dwaalgast werd nog maar 5 keer eerder in België waargenomen. De eerste waarneming dateert van 18 april 1989, in Remouchamps. Daarna volgden waarnemingen in Pulle (mei 1994), Mechelen (november 2005) en Nimy (april 2017). Op 7 november 2020 vloog een rotszwaluw in zuidelijke richting voorbij De Panne. Mogelijk hetzelfde (of een ander) exemplaar trok de volgende dag voorbij de telpost van Breskens. Deze vogel werd in de namiddag opgepikt in Bredene. Tegen de avond werd dit exemplaar terug gevonden aan de spuikom van Oostende, waar hij ging overnachten op een hoog flatgebouw.

Er lijkt toch iets aan de hand

Soorten die alleen maar (of vooral) insecten eten kunnen in Vlaanderen wel broeden (wegens veel insecten in het broedseizoen) maar van zodra het hier wat kouder wordt, trekken ze richting zuid, naar warmere overwinteringsgebieden. In het voorjaar trekken deze soorten (zoals de boerenzwaluw) dan terug naar noord. Dit normale trekpatroon blijft grotendeels ongewijzigd, al zien we als een gevolg van de klimaatverstoring de voorbije decennia wel verschuivingen optreden qua aankomst- en vertrekdatum. Elk jaar zijn er wel enkele uitzonderingen, die later vertrekken. In normale jaren zouden die in november weinig overlevingskansen hebben gehad in ons land, maar dit jaar houden ze het hier iets langer vol, zo diep in het najaar. Natuurpunt kreeg de voorbije maand nog meldingen binnen van o.a. blauwborst, fitis, gekraagde roodstaart, grasmus, braamsluiper en tapuit. Het warme weer - en het daaraan gekoppelde aanbod aan insecten - zit daar mogelijk voor iets tussen. Op 2 november werd in Nederland de warmste novemberdag ooit genoteerd: in De Bilt werd het 19,3° C, in delen van Brabant en Limburg werd het 20 graden. Na de eerste twee decades van november - die erg zacht verliepen - stevent de herfst van 2020 met 10,9° C af op een top 5 notering in de ranking van de zachtste ‘herfsten’ sinds 1901. In België zal dat niet veel anders zijn. Het is zondermeer interessant om op te volgen wat de impact hiervan kan zijn op de natuur.

Tekst: Dominique Verbelen (Natuurpunt Studie)
Foto’s: Koen Lepla, Filip De Ruwe