Afbeelding
Smient
Raymond De Smet

Uitbraak vogelgriep H5N8 in België

26 nov 2020
Categorieën
Natuurbericht
Vogels


Op verschillende plekken in Nederland en België werden onlangs uitbraken van vogelgriep vastgesteld. Er bestaan verschillende varianten van het vogelgriepvirus, zo hebben sommige varianten weinig invloed op wilde vogels, maar zijn ze desastreus voor pluimvee, zoals kippen. Nu gaat het helaas om een hoog besmettelijke en gevaarlijke variant H5N8. Daarom: wees alert als je dode vogels vindt.

Raap geen dode vogels op

Vermijd risico’s en raap een dode vogel niet op als het niet hoeft, zeker niet zonder (wegwerp)handschoenen en een mondkapje.

Hoe herkennen?

Dode vogels, zeker  wanneer er meerdere individuen in elkaars buurt liggen, kunnen wijzen op een uitbraak van vogelgriep. Vooral watervogels (zoals zwanen, ganzen en eenden) en steltlopers (zoals kieviten en wulpen) zijn risicogroepen: zij vertoeven vaak in grote concentraties en zijn erg mobiel, wat de kans op besmetting en verspreiding bevordert. Op plaatsen met een uitbraak van vogelgriep worden daarom gewoonlijk meerdere exemplaren of zelfs grote aantallen dode vogels bij elkaar gevonden. Wees ook oplettend naar het gedrag van watervogels. Vooral zwanen blijken vaak zenuwstoornissen te vertonen in het geval van infectie.

In het geval je verdachte zieke of dode vogels aantreft, neem je contact op met het callcenter voor aviaire influenza van het FAVV via de gratis influenzalijn: 0800/99777.

Voor vogels die vermoedelijk slachtoffer zijn van een andere ziekte of voor gewonde vogels wijzigt er niets, daarvoor contacteer je gewoon het dichtstbijzijnde opvangcentrum voor vogels en wilde dieren(VOC). In het geval er toch vogelgriep mee gemoeid is, ondernemen zij de verdere stappen.

Verspreiding via trekvogels

Vogelgriepvirussen zijn influenza-virussen en ze zijn van vogels afhankelijk voor hun verspreiding. Sommige vogels leggen extreme afstanden af waardoor zo’n virus zich gemakkelijk over heel de wereld kan verspreiden. Hoewel vliegen een behoorlijke fysieke inspanning vergt, hoeven vogels die drager zijn van het virus, niet meteen dermate ziek te zijn dat ze niet meer verder kunnen vliegen.

Momenteel zorgt de aankomende winter ervoor dat noordelijke watervogels zich in grote aantallen verplaatsen naar West-Europa. Zij moeten daarbij verschillende plaatsen passeren waar het virus reeds werd vastgesteld. Vogelbescherming Vlaanderen meldde dat er in het vogelopvangcentrum in Oostende drie besmette vogels werden aangeboden ter verzorging, het ging om een knobbelzwaan, een kolgans en een wulp. Het virus circuleert dus al zeker in de hier aanwezige populaties.

De kans dat een vogelgriepvirus overslaat op een niet-vogel, zoals de mens, is extreem klein. Maar virussen zijn in staat om te muteren (veranderen), het is dus noodzakelijk om bij uitbraken van virussen voldoende voorzorgsmaatregelen te nemen om  verspreiding te beperken.

Pluimvee

De kansen op grote uitbraken met het H5N8-virus is aanzienlijk groter voor pluimvee dan voor wilde vogels, vanwege hun beperktere immuniteit en de vaak grote aantallen die samen in gesloten ruimtes gehouden worden. Daarom worden er strikte beperkingen opgelegd voor houders van pluimvee en gedomesticeerde vogels. Dit geldt dus niet alleen voor commerciële kwekerijen maar ook voor de hobbysector. Deze beperkingen worden opgelijst op de website van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen(FAVV).

Nog tuinvogels voederen?

Tegen het eind van de week kan er nachtvorst komen. Dat is klassiek het signaal om onze tuinvogels wat intensiever te gaan voederen. Maar kan dit nog wel met de huidige uitbraak van de vogelgriep?

Voederen kan nog, maar volg de logica: heb je zelf pluimvee of hebben je buren bijv. een kippenren in de tuin, vermijd dan om grote aantallen vogels aan te lokken. Beperk het voederen in dat geval zo dat de tuinvogels niet in contact kunnen komen met het pluimvee. Denk je dat dit niet te vermijden is, biedt dan beter geen voedsel aan wilde vogels.

Gebruik eerder voedersilo’s, pindasnoeren en vetbollen voor kleine zangvogels, dat wordt veel minder rondgedragen door de tuin dan gestrooid voedsel. Het voedsel komt zo ook minder in contact met uitwerpselen.

Water dien je zeer regelmatig te verversen. Reinig ook de voederplaats regelmatig en neem voedsel van de vorige voederbeurten zoveel mogelijk weg, ook als er geen pluimvee in de buurt zit.

Tekst: Gerald Driessens (Natuurpunt Studie)