Afbeelding
Onvoorspelbare bijvlieg
Brigitte Van Passel

Vestigt de onvoorspelbare bijvlieg zich definitief in Vlaanderen?

25 apr 2021
Categorieën
Natuurbericht
Insecten en ongewervelden

Bijvliegen behoren tot de zweefvliegen, de best bestudeerde vliegenfamilie in ons land. Onder die bijvliegen vinden we enkele van de meest opvallende en meest algemene soorten. De onvoorspelbare bijvlieg was tot voor kort een van de minder algemene soorten, in sterk wisselende aantallen. Het ene jaar kan je je suf zoeken naar de soort, het andere jaar zie je de een na de andere (zo onvoorspelbaar is deze bijvlieg). Dit komt doordat de onvoorspelbare bijvlieg vooral ten zuiden van ons land voorkomt, maar in sommige jaren massaal tot bij ons kan vliegen. Dit jaar lijkt er meer aan de hand. 

In ons land zijn al 356 verschillende soorten zweefvliegen gezien. Zweefvliegen zijn meesters in mimicry: heel wat zwart-gele soorten lijken min of meer op wespen, andere imiteren hommels of bijen. Typische voorbeelden van die laatste categorie zijn de bijvliegen (genus Eristalis), waarvan in België 13 soorten voorkomen (en eentje is uitgestorven). Alle bijvliegen hebben zogenaamde rattenstaartlarven die met hun lange uitschuifbare adembuis perfect aangepast zijn aan leven in het water, waar ze bacteriën filteren. Verschillende van onze algemeenste soorten zijn aangepast aan de meest smerige plaatsen: vloeibare mest, open riolen, vervloeiende lijken, …. Je kan meteen raden waarom ze zo algemeen zijn in Vlaanderen! De blinde bij (jawel, dit is dus een zweefvlieg) is ongetwijfeld de bekendste soort. De onvoorspelbare bijvlieg was tot voor kort een pak zeldzamer.

Recordjaar
De afgelopen 15 jaar werd de onvoorspelbare bijvlieg jaarlijks op een beperkt aantal locaties aangetroffen. Meestal worden er enkele exemplaren gezien bij het begin van het jaar, en sommige jaren is er een influx uit het zuiden en zijn er plots heel veel vanaf de maand juni, zoals in 2014. Net zoals bij trekvlinders is er dus bij sommige zweefvliegsoorten sprake van migratie. Vanaf 2018 wordt de soort dan opvallend meer gezien, maar 2021 is zonder twijfel een recordjaar. We zijn nu eind april en de aantallen zijn al hoger dan ooit tevoren. Terwijl de piek van het seizoen er normaal nog moet aankomen!

 

Afbeelding
Eristalis similis 2021

De onvoorspelbare bijvlieg wordt doorgaans vooral gezien in de periode april-juli. In de meeste jaren blijkt juni de topmaand. Dat zou kunnen komen door instroom van exemplaren vanuit het zuiden. 

Dat er nu al vanaf maart hoge aantallen gemeld worden, wijst erop dat er wellicht wat anders aan de hand is. Het is niet ongewoon om vroeg in het jaar al onvoorspelbare bijvliegen te zien, die zich in ons land hebben voortgeplant. Maar dat zijn er altijd heel weinig, en ze vallen in het niets bij de honderden kegelbijvliegen, puntbijvliegen en kleine bijvliegen. Maar dit jaar is het voor het eerst anders: de onvoorspelbare bijvlieg is op veel plaatsen meteen van bij het begin van het jaar de talrijkste soort. Ze heeft zich dus meer en beter dan ooit kunnen voortplanten in ons land. Het zou dus best kunnen dat de warme jaren 2018-2020 ervoor gezorgd hebben dat deze vlieg haar verspreidingsgebied noordwaarts heeft uitgebreid en nu bij ons een van de talrijkste soorten wordt.

Wie zweefvliegen wil herkennen, moet kijken naar details. De onvoorspelbare bijvlieg lijkt op de blinde bij maar ook op de algemene kegelbijvlieg. De uiteinden van de voorpoten zijn bij de kegelbijvlieg geel, terwijl ze bij de onvoorspelbare bijvlieg donker zijn. De blinde bij onderscheidt zich dan weer door de verticale haarrijen op de ogen en een kort vleugelvlekje. Het verschil zit hem in de details, maar de natuur rondom ons is bijna ongemerkt weer een tikje opgeschoven naar een nieuwe, warmere werkelijkheid.

Tekst: Frank Van de Meutter & Wim Veraghtert m.m.v. Wout Opdekamp

Foto: Brigitte Van Passel