Afbeelding
Uitwerpselen van wolf
Jan Gouwy

Vlaamse wolven eten vooral ree en everzwijn

20 aug 2021
Categorieën
Natuurbericht
LIFE BNIP
Natura 2000
Onderzoek
Roofdieren
Zoogdieren

Het dieet van de eerste Vlaamse wolvenroedel bestaat hoofdzakelijk uit ree, everzwijn en andere wilde prooisoorten. Tot deze conclusie kwamen onderzoekers van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO). Vee maakt geen groot deel uit van hun dieet, maar in de herfst van 2020, wanneer de nieuwe wolvenwelpen nog niet mee konden jagen maar wel veel voedsel nodig hadden, werd er wel meer (onbeschermd) vee gegeten.

140 drollen, 202 prooidieren

Om het dieet van de Vlaamse wolvenroedel in kaart te brengen, werden van 2018 tot 2021 in totaal 140 uitwerpselen van wolven ingezameld. Onderzoekers van het Instituut Natuur- en Bosonderzoek analyseerden haar-, bot- en tandresten die ze vonden in deze uitwerpselen. In totaal werden er op deze manier 202 prooidieren teruggevonden. In de meeste uitwerpselen werd slechts één prooisoort gevonden, in ongeveer een derde was meer dan één prooisoort aanwezig.

Vooral ree en jonge everzwijnen

Maar liefst 90% van de uitwerpselen bevatten restanten van wilde evenhoevigen. Ree (69%) en everzwijn (23%) zijn uit die groep de vaakst teruggevonden prooisoorten. De vaststelling dat de ‘Vlaamse’ wolven hoofdzakelijk wilde evenhoevigen eten, komt overeen met andere studies in gebieden met voldoende grote populaties van wilde prooidieren. Wanneer reeën aanwezig zijn in hoge aantallen, gaat de voorkeur van wolven naar deze soort. Reeën vormen immers een relatief gemakkelijke prooi en kunnen door wolven zonder al te veel risico voor hun eigen welzijn worden gedood. Everzwijnen daarentegen kunnen gevaarlijk uit de hoek komen. Wolven geven dan ook de voorkeur aan jonge everzwijnen, zo blijkt uit de analyse van de uitwerpselen: meer dan de helft van de everzwijnresten die werden teruggevonden, kwamen van dieren jonger dan 5 maand. Naast reeën, everzwijnen en vee werden er ook in 14 % van de uitwerpselen restanten van haas en konijn teruggevonden. Opvallend: er werd ook eenmaal een hond als prooi geïdentificeerd. De uitwerpselen bevatten verder ook overblijfselen van kleine knaagdieren, vogels, katten en fruit.

Onbeschermd vee is gemakkelijke hap

Studies uit verschillende Europese landen tonen aan dat als er genoeg wilde prooien beschikbaar zijn, het aandeel van vee in het wolvendieet eerder beperkt is. Dit kon ook worden bevestigd in het Vlaamse onderzoek. In ongeveer 13% van de uitwerpselen werden restanten van vee teruggevonden. Dit percentage steeg echter tot 42% in het najaar van 2020, toen de wolvenpups nog niet konden jagen maar wel veel voedsel nodig hadden. Onbeschermde kuddes schapen en geiten vormen een gemakkelijke prooi. In de winter, wanneer de jongen al wat jachtvaardiger waren, daalde het aantal aanvallen op onbeschermd vee en werd er minder veeresten in de uitwerpselen van de wolven teruggevonden.

Wolfwerende omheiningen

In de ‘risicozone’ van de Limburgse roedel, was in het najaar van 2018 slechts 4% van het vee beschermd door een wolfwerende afrastering. In 2020 vroeg slechts 8% van de kleinveehouders in dat risicogebied subsidies aan bij de Vlaamse overheid voor zo’n omheining. Dat aandeel is nog (te) laag, zeker omdat men er mag vanuit gaan dat de wolf in Vlaanderen gekomen is om te blijven. Om het risico op verlies van vee door wolven tot een minimum te beperken, is het belangrijk dat zoveel mogelijk veehouders hun vee op een afdoende manier beschermen tegen aanvallen van wolven. De Vlaamse overheid komt via een subsidie 80 tot 100% tegemoet in de materiaalkosten. Voor professioneel advies op maat en hulp bij het wolfwerend maken van bestaande omheiningen kan (gratis) beroep worden gedaan op het Wolf Fencing Team Belgium.

Tekst: Yasmine Verzelen (Zoogdierenwerkgroep Vlaanderen)
Foto: Jan Gouwy (INBO)