Afbeelding
Wim Dirckx

Vliegend hert houdt stand in Brussels bolwerk

6 jun 2016
Categorieën
Natuurbericht
Biodiversiteit
Kevers
LIFE BNIP
Natura 2000


In een rapport van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) werd de toestand van 12 habitat- en vogelrichtinglijnsoorten (Europees beschermde soorten) geanalyseerd voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Zeven daarvan bevinden zich in een gunstige toestand. Voor het Vliegend hert, vormt Brussel een belangrijk bolwerk.

Vliegende herten zijn slechts gedurende enkele weken per jaar te zien en binnenkort is het weer zover: bij het eerste warme juniweer komen ze in actie, met voortplanting als hun enig doel.

Het Vliegend hert is de grootste kever van ons land. De grote kaken van de mannetjes dienen om elkaar te bekampen en zo de beste voedselplekken voor de vrouwtjes te veroveren. De eitjes worden afgezet in of nabij ondergronds vermolmd hout dat zal dienen als voedsel voor de larven. Deze kever vertoeft graag in open bossen en bosranden, maar kan ook gevonden worden in parken, holle wegen en boomgaarden. Daar leven de larven dan in omgevallen bomen, stompen en afgestorven wortels. Er zijn ook populaties die overleven in treinbielzen in tuinen. De soort is dus sterk afhankelijk van het dode hout dat we achterlaten. Doordat de vrouwtjes slechts kleine afstanden afleggen, komt de soort nu enkel nog voor op plaatsen waar in het verleden steeds voldoende dood hout aanwezig was. De soort is dan ook zeldzaam in België en Nederland, en heeft specifieke bescherming nodig.

De gekende verspreiding van het Vliegend hert in Vlaanderen beperkt zich tot twee gebieden: tussen Halle en Leuven enerzijds en in het oostelijk deel van Limburg anderzijds. De populatie in het Brussel Hoofdstedelijk Gewest maakt deel uit van deze eerste groep en bestaat uit twee grote clusters van waarnemingen, namelijk in Watermaal-Bosvoorde en de omgeving van de wijk Bezemhoek samen met het Park Tournay-Solvay. Er zijn ook waarnemingen uit Ukkel, daar tonen historische records de aanwezigheid van de kever aan tot in 1950.

Verder zijn er een aantal verspreide waarnemingen genoteerd doorheen het Brussels gewest en het Zoniënwoud. Het woud kan dienen als een stapsteen tussen de populatie van Watermaal-Bosvoorde en die in Overijse.

Afbeelding
dxw_9891.jpg

De aanwezigheid van het Vliegend hert in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is heel belangrijk voor de totale populatie in België. Een vijfde van de gekende populaties bevindt zich in het gewest. (Foto: Wim Dirckx)

Natuurpunt en INBO willen de verspreiding in Vlaanderen verder in kaart brengen en vragen daarom waarnemingen (bij voorkeur met foto) door te geven via www.waarnemingen.be of [email protected]. Benieuwd hoe je de soort moet zoeken? Lees meer op pagina Meetnet kevers.

Het rapport over het Brussels Gewest behandelt 12 soorten in totaal. Soorten die het verder goed hebben in Brussel zijn: Teunisbloempijlstaart, Wespendief, IJsvogel, Zwarte Specht, Middelste bonte specht en Slechtvalk. Op de Brusselse kathedraal kwamen dit jaar drie Slechtvalkjongen uit het ei in het bekendste nest van België.

Toch zijn er ook soorten die het volgens het rapport slecht doen in het Gewest: voor de Nachtzwaluw en de Grote zilverreiger bijvoorbeeld wordt maar weinig geschikt leefgebied aangetroffen. De Nachtzwaluw heeft ondertussen helemaal geen populatie meer in het Brussels Gewest en wordt enkel nog op doortocht waargenomen. De Kempische zandgronden zijn hun voornaamste thuis. De Grote zilverreiger is hier alleen als wintergast te vinden.

Tekst: Arno Thomaes, INBO, Simon Degryse & Hannes Ledegen, Natuurpunt
Foto: Wim Dirckx

Schrijf je in voor een avontuurlijke avondexcursie in Overijse op 24 juni

Lees het volledige rapport