Afbeelding
Dagpauwoog
Diane Appels

Vlinders zoeken massaal de eerste lentezon op

27 mrt 2017
Categorieën
Natuurbericht
Vlinders


Nu de winter plaats maakt voor de lente, wordt weer halsreikend uitgekeken naar de eerste vlinders. En die zijn er al volop, zelfs meer dan de voorbije jaren. De vele Citroenvlinders en Dagpauwogen van vorige (na)zomer zijn duidelijk zonder kleerscheuren de winter doorgekomen. En de trekvlinders, die proberen steeds vaker te blijven plakken.

Zondag 12 maart werd een zonovergoten lentedag. Vier dagen later, op donderdag 16 maart, opnieuw: warm en zonnig weer. Dat heeft ook tal van vlinders weten prikkelen. Er rolden enkele duizenden vlinderwaarnemingen binnen. Het verschil met vorig jaar is groot. Maart 2016 was iets kouder dan gemiddeld en de temperatuur kwam nooit boven de 15°C uit.

Snelle start

Dat laat zich voelen: in maart 2016 werd de Gehakkelde aurelia 63 keer waargenomen, in maart dit jaar voorlopig al 2240 keer. Voor de Dagpauwoog ligt het aantal waarnemingen al 41 keer hoger dan vorig jaar (3790 tegenover 93). Voor de Citroenvlinder noteren we in 2017 voorlopig negen maal zoveel meldingen als in 2016 (4135 tegenover 466), meteen zijn beste resultaat sinds de start van waarnemingen.be in 2008. In vergelijking met de voorbije zes jaar is 2017 dus goed gestart voor onze dagvlinders. Enkel de warmere maand maart 2014 was voor een aantal soorten nog beter.

Bij de Dagpauwoog en Citroenvlinder lagen de verwachtingen hoog. Voor beide vlindersoorten werden in de periode augustus-september namelijk (abnormaal) hoge aantallen gemeld. Die vlinders hebben in het najaar een rustig plekje gezocht om de winter goed te overleven, en dat is hun duidelijk gelukt.

Overwinteren in eigen land

Zowel de Gehakkelde aurelia, Dagpauwoog als Citroenvlinder overwinteren als volwassen vlinder. Bij het eerste warme lenteweer ontwaken ze en fladderen ze weer vrolijk rond. Daarnaast zijn er ook veel vlindersoorten die overwinteren als rups of pop. Van de pop-overwinteraars werden de voorbije dagen ook Bont zandoogje en Boomblauwtje gemeld. Vooral die laatste dook al op tientallen locaties op. Dat is niet echt uitzonderlijk, maar het Boomblauwtje is er dit jaar vroeger dan gemiddeld bij.

Ook opmerkelijk is dat trekvlinders steeds vaker hier proberen te overwinteren. Dat geldt vooral voor de Atalanta en in mindere mate voor de Kolibrievlinder, een dagactieve nachtvlinder. Niet minder dan 693 Atalanta’s werden de voorbije weken al gemeld. Voorlopig geen record, maar wel de bevestiging van een trend: als de winter niet te streng is, lukt het deze soort steeds beter bij ons te overwinteren.

Nachtwacht

Ook bij de nachtvlinders beweegt er wat. Klassieke lentesoorten zoals de voorjaarsuilen (wel degelijk vlinders) en de voorjaarsspanners beleven een eerder normaal voorjaar (de enorme pieken in het aantal voorjaarsuilen die we in de lentes van 2010-2012 zagen, liggen al weer enkele jaren achter ons). Opmerkelijk is het geval van de Wachtervlinder. Dat uiltje verschijnt normaal vanaf eind september om, bij zacht weer, de hele winter en het vroege voorjaar actief te zijn. In 2016 zagen we in oktober-november nauwelijks Wachtervlinders, wat een populatiecrash deed vermoeden. Maar in februari 2017 bleek dat de aantallen normaal tot eerder hoog waren. In Tervuren werden zelfs 1092 Wachtervlinders op 45 ingesmeerde bomen geteld. Mogelijk zijn die Wachtervlinders in 2016 uitzonderlijk laat uitgeslopen. Van enkele vlindersoorten zoals de Aangebrande spanner en de Hagendoornvlinder werden uitzonderlijke vroege exemplaren genoteerd, al blijven dat enkelingen.

Tekst: Wim Veraghtert, Vlinderwerkgroep Natuurpunt
Foto: Diane Appels