Afbeelding

Voerense hazelmuizen groeien trager door droogte

13 aug 2018
Categorieën
Natuurbericht
Organisatie
Klimaat
LIFE BNIP
Natura 2000
Zoogdieren

Hazelmuisjongen in Voeren groeiden dit jaar veel trager dan andere jaren, waarschijnlijk als gevolg van minder melkproductie bij de moeder in deze droge periode. De voortplanting begon ook een paar weken later dan normaal, door voedselgebrek in het voorjaar. Bovendien kregen de slaapmuizen af te rekenen met veel meer teken. Waar voldoende structuurrijke vegetatie en een gevarieerd voedselaanbod was, bleken de gevolgen beter mee te vallen.

De Voerense Hazelmuizen hebben er een moeilijk jaar opzitten. De winterslaap was lang: vele dieren begonnen begin oktober al te slapen omdat de voortplanting snel voorbij was en er zeer weinig vruchten waren vorige herfst. In sommige jaren worden de Hazelmuizen alweer actief vanaf begin maart. Dit jaar deed de maartse winterprik hen opvallend lang slapen. Het was pas na de zeer warme 19de april dat de meeste Hazelmuizen definitief hun winternest verlieten.

Na de lange winterslaap volgde een droog voorjaar met weinig voedsel: de zaden van het vorige najaar waren al lang op, de bloesems waren snel weer verdwenen en er waren weinig bladluizen en andere insecten. Hierdoor wogen vele Hazelmuizen te weinig om aan de voortplanting te kunnen beginnen en – zoals gewoonlijk – in de tweede helft van mei jongen te werpen. De weinige jongen die toch al in mei geboren werden, slaagden er niet allemaal in om zich aan een normaal tempo te ontwikkelen.

In de eerste helft van juni kregen de Hazelmuizen een boost: hun gewicht nam opvallend toe, en er waren meer dieren zwanger of al zogend. Waarschijnlijk met dank aan de vele kersen die vroeg rijp waren, en er waren dan ook wat meer rupsen. Een paar weken later dan gewoonlijk leek de voortplanting dus toch nog op gang te komen.

Zal dit voldoende zijn om de populatie op haar normale peil te houden? Dat valt nog af te wachten. Zwanger of zogend zijn betekent namelijk niet noodzakelijk dat de jongen lang genoeg overleven om de populatie te vervoegen. Jongen die te weinig wegen, hebben een veel lagere overlevingskans.

Afbeelding
hazelmuisjong_goedele.jpg

Hetzelfde hazelmuisjong op 13 juli (3,25 g) en 29 juli (3,75 g): in plaats van verdubbeld amper toegenomen in gewicht. (foto’s: Goedele Verbeylen)

Er waren natuurlijk wel uitzonderingen: enkele wijfjes kregen zelfs begin mei al jongen die ze met succes grootbrachten. Zo werd op 10 juni ten westen van het spoorviaduct, waar pas in 2017 voor het eerst hazelmuizen aangetroffen werden, een wijfje met vier jongen gevonden die op het punt stonden gespeend te worden, het eerste bewijs van voortplanting daar.

Conclusie: de lokale situatie speelt een belangrijke rol. Hoe beter het habitat ontwikkeld is, met veel verschillende soorten voedselplanten en een rijke structuurvariatie, hoe groter de kans dat de Hazelmuizen tijdens droge periodes toch vinden wat ze nodig hebben om hun jongen groot te brengen. Zo drogen de vruchten in een structuurrijk landschap niet allemaal uit en zijn er altijd wel plekjes waar ’s ochtends wat dauw te vinden is.

Veel teken als extra probleem
Een bijkomend nadeel van het droge voorjaar waren de vele teken, die het de Hazelmuizen (en de onderzoekers, net als bij onze noorderburen) nog eens extra moeilijk maakten. Ze hadden ongeveer drie maal zoveel teken als in een gemiddeld voorjaar (terwijl ze er daarentegen bijna geen hadden in het natte voorjaar van 2016).

Afbeelding
Hazelmuis met teken

In het voorjaar van 2018 waren de Hazelmuizen in slechte conditie: laag gewicht, veel teken en soms kale plekken in de pels. Het dier rechts had pijnlijk gezwollen kaken ten gevolge van de teken in zijn oren. (foto’s: Goedele Verbeylen)

En Eikelmuizen?
Hoe zit het dan met onze andere slaapmuizensoort, de Eikelmuis? Op één plek in Vlaanderen, een structuurrijk gebied met veel geleidelijke overgangen tussen hogere bomen en dicht struikgewas, wordt een groepje eikelmuizen intensief opgevolgd, en die lijken weinig last te hebben van de droogte. Het gaat om een wijfje met drie partners. Op 11 juli wierp ze een nestje met zes jongen. Ondanks de droogte is ze in zeer goede conditie en neemt zelfs toe in gewicht. Ze heeft blijkbaar ook voldoende melk, want de jongen groeien goed en stonden op 5 augustus al te springen om de eerste stapjes buiten hun nest te zetten.

Het nest met de jongen zit wel stampvol vlooien. We weten niet of dit normaal is (zoals bij de Rode eekhoorn), of dat het er extra veel zijn door het warme weer en de Eikelmuizen dus – net als de Hazelmuizen – meer last hebben van parasieten.

De keutels van de Eikelmuizen worden ingezameld om later te analyseren wat ze gegeten hebben. Het is op basis van de zaadjes die erin zitten nu al duidelijk dat ze sinds de eerste braambessen rijp waren, daar veel van eten. Ze foerageerden ook regelmatig in de wilde kerselaars, die bij het begin van de zomer vol sappige kersen hingen. Daarnaast werd ook al waargenomen dat het eikelmuiswijfje wijngaard- en tuinslakken eet, een hazelnoot kraakte en zelfs een kikker of pad verorberde. Voedsel en vocht genoeg dus voor deze eikelmuizen.

Tekst & foto’s: Goedele Verbeylen, Natuurpunt Zoogdierenwerkgroep