Afbeelding
Spreeuwen
Leo Janssen

Vogeltrek: de Olympische Spelen voor vogels

27 sep 2023
Categorieën
Natuurbericht
Vogels

Elk jaar opnieuw leggen heel wat vogelsoorten duizenden kilometers af tussen hun broedgebied en hun overwinteringsgebied. Deze trekbewegingen vergen een fenomenaal staaltje sport- en navigatiekunsten. De najaarstrek is op dit moment volop aan de gang, hoogtijd dus om wat recordprestaties van de vogeltrek op een rijtje te zetten. 

In de lente vindt de heenrit van de vogeltrek plaats. Vogels vertrekken uit hun zuidelijke overwinteringsgebieden naar het noorden om daar te gaan broeden. Voor sommige soorten is ons land al noordelijk genoeg, maar andere vogels vliegen nog een stukje verder door om te gaan broeden in Noord-Europa. Wanneer het broedseizoen is afgelopen en de zomer op zijn einde loopt zit voor veel vogels hun verblijf in het noorden er ook weer op. Ze kiezen ervoor om te overwinteren op een plaats waar het in de winter aangenaam warm is en er voldoende eten beschikbaar is. Terug naar het zuiden dus!

Duizenden kilometers in één stuk
De aard van deze verplaatsingen loopt flink uiteen tussen verschillende vogelsoorten. Zo gaan sommige soorten heel wat tussenstops inlassen tijdens hun migratie om te kunnen bijtanken, terwijl andere vogels hun volledige verplaatsing in één keer afleggen. Vooral steltlopers blinken hierin uit en leggen soms non-stop duizenden kilometers af. Sinds vorig jaar hebben we een nieuwe recordhouder binnen deze categorie. Een rosse grutto vloog namelijk, zonder tussenstop, 13.560 km van zijn broedgebied in Alaska naar zijn overwinteringsgebied in Tasmanië (Australië). Dat komt neer op een derde van de planeet rondvliegen zonder ook maar één keer te stoppen! De vogel had hier 11 dagen voor nodig en verbrak met deze afstand het vorige record (dat op naam stond van een andere rosse grutto) met ongeveer 350 km. Deze reis kon door onderzoekers gevolgd worden door middel van een satellietzender die op de rug van deze vogel was bevestigd. Hoogstwaarschijnlijk vliegen er dus heel wat ongezenderde rosse grutto’s rond die dit record al lang weer verbroken hebben.

Afbeelding
Rosse grutto - Johan Buckens

Rosse grutto's (foto: Johan Buckens)

Wanneer we enkel focussen op de afgelegde afstand tijdens de migratie zijn er vogelsoorten die de trekafstand van de rosse grutto nog ver overschrijden, zij het dan wel het wel met geregelde tussenstops. Binnen de categorie ‘langst afgelegde afstand’ behoort het hoogste eremetaal met verve toe aan de noordse stern. Deze elegante sternensoort kan volgens recent zenderonderzoek op één jaar meer dan 80.000 km afleggen. Ze vliegen elk jaar heen en weer tussen hun arctische broedgebieden en hun antarctische overwinteringsgebieden. In tegenstelling tot veel andere trekvogels leggen ze deze weg niet af in een rechte lijn, maar volgen ze een grillige route over de Atlantische oceaan, met veel tussenstops om te eten en krachten op te doen. Noordse sterns kunnen trouwens behoorlijk oud worden. Zo vliegt een noordse stern die 30 jaar oud wordt en elk jaar ongeveer 80.000 km trekt in zijn leven samengeteld wel drie keer de afstand heen en terug naar de maan! Aangezien de noordse stern tijdens onze zomer in de arctische gebieden vertoeft en in de zuidelijke zomer (onze winter) in het antarctische gebied, krijgt deze soort ook nog een eervolle vermelding in de categorie ‘meeste daglicht gezien in hun leven’.

Hoogte
Ook de hoogte waarop vogels migreren varieert enorm tussen verschillende soorten en is bovendien sterk afhankelijk van de weersomstandigheden. Bij harde tegenwind gaan vogels meestal lager bij de grond vliegen, terwijl ze bij rugwind vaak grote hoogte opzoeken. In dat laatste geval maken veel vogels gebruik van de straalstroom, een sterke windstroming die trekvogels op grote hoogte over lange afstanden kan meedragen. Kraanvogels en sommige ganzen- en zwanensoorten vliegen tijdens hun migratie soms op vele kilometers hoogte om gebruik te maken van deze rugwinden. Het absolute hoogterecord staat echter op naam van de rüppels gier. Deze Afrikaanse gierensoort werd gedocumenteerd op meer dan 11 km hoogte, al gebeurde de observatie in dit geval jammer genoeg niet met een zender. De desbetreffende vogel werd boven Ivoorkust op 11.003 m hoogte in de motor van een vliegtuig gezogen en kon pas achteraf aan de hand van een achtergebleven veer gedetermineerd worden.

Als er een verste en een hoogste trekvogel is, moet er ook een snelste zijn. Deze eer komt, tegen de verwachtingen in, op naam van de poelsnip. Deze wat plomp ogende steltloper die broedt in het hoge noorden ziet er niet meteen erg aerodynamisch uit, maar Zweeds zenderonderzoek bracht een poelsnip aan het licht die een non-stop vlucht van 6.760 km afgelegde aan een gemiddelde snelheid van maar liefst 97 km/u. In drie dagen vloog deze kranige steltloper van zijn broedgebied in Zweden naar Sub-Sahara Afrika om te overwinteren.

Dergelijke records zijn stuk voor stuk fenomenale sportprestaties uit de natuur. Ze geven aan tot welke extremen sommige vogelsoorten gedwongen worden tijdens hun migratie. Deze ‘lange afstandstrekkers’ overstijgen op vele vlakken ons menselijk vermogen met mijlen. Een ander deel van de vogelwereld legt zijn trektocht echter af op een meer gezapig tempo. Ook zij vliegen soms honderden kilometers tussen broed- en overwinteringsgebieden, maar doen dit met meer tussenstops en vaak enkel bij gepaste weersomstandigheden. Het zijn vooral deze ‘korte afstandstrekkers’ die wij kunnen waarnemen tijdens de voor- en najaarstrek.

Afbeelding
Houtduiven - Eddy Vaes

Houtduiven (foto: Eddy Vaes)

Tellen vanop trektelposten
Elk jaar opnieuw lokt de vogeltrek honderden trektellers naar buiten. Vanop verschillende trektelposten worden dan alle vogelsoorten die langsvliegen genoteerd en, indien mogelijk, geteld. Zeker in het najaar zijn er doorheen België tientallen telposten met hoge regelmaat bemand om zo, jaar na jaar, de trekbewegingen van vogels op te volgen. Dit heeft geleid tot een indrukwekkende verzameling aan gegevens. Op basis van deze gegevens valt er nog een laatste prijs uit te reiken. Zo gaat het record voor ‘hoogste aantal getelde vogels van één soort op een dag in België’ naar de houtduif, waarvan er op 23 oktober 2021 op de telpost bij het Waalse stadje Honnay een indrukwekkend aantal van 306.962 individuen werd geteld. De meest getelde zangvogel op één dag op één Belgische telpost is de koperwiek (162.460 in De Panne), een lijsterachtige met een prachtige roestrode ondervleugel.

Op zaterdag 30 september 2023 wordt in Europa met de 31ste editie van Eurobirdwatch extra aandacht besteed aan de vogeltrek. Dat mag uiteraard ook in België niet ongemerkt voorbij gaan. Die zaterdag proberen Natuurpunt en Natagora zoveel mogelijk trektelposten bemand te krijgen, om dan zondag de totaalaantallen te kunnen doorgeven aan de Europese centrale van BirdLife. Wil je weten of je in je buurt zo’n trektelpost kan bezoeken, neem dan een kijkje op www.trektellen.org > kaart. Via ‘informatie telpost’ kan je de contactgegevens terugvinden.

Afbeelding
Trektellers op telpost

Tekst: Bastiaan De Ketelaere (Natuuracademie)