Afbeelding
Guy Borremans

Waar zijn de Bruinvissen heen (2)?

22 jan 2016
Categorieën
Natuurbericht
Strand en zee
Zoogdieren

De Bruinvis is de meest voorkomende walvisachtige in Belgische en Nederlandse wateren en de laatste jaren leek het aantal strandingen en waarnemingen sterk toe te nemen. Tot nu, want in 2015 lijkt een opmerkelijke daling ingezet. Voor een verklaring kijken specialisten vooral richting het verplaatst voedselaanbod.

Tussen het einde van de jaren vijftig en het begin van de jaren tachtig was de Bruinvis zeldzaam in onze wateren. Vanaf 1985 werden er geleidelijk aan meer gestrande dieren gevonden in Nederland, en ook het aantal waarnemingen van levende exemplaren in zee nam toe. Die trend zette zich voort langs de Belgische en Noord-Franse kustlijn, en de laatste jaren zwommen er tijdens bepaalde periodes vele tienduizende Bruinvissen rond in de zuidelijke Noordzee. Een daling van de vervuiling en verminderde bijvangst worden genoemd als mogelijke oorzaken voor de terugkeer van de Bruinvis, maar een verandering in het voedselaanbod biedt een meer plausibele verklaring: een noord-zuidverplaatsing van het voedselaanbod lokte de Bruinvissen naar hier. Maar even snel als de Bruinvis zijn voedsel tot hier volgde, kan hij het ook weer achterna zwemmen, terug naar het noorden.

Afbeelding
jh3_4067.jpg

De sterke daling van het aantal gestrande dieren langs de Belgische kust in 2015 kan niet enkel worden toegeschreven aan het recente verbod op het gebruik van warrelnetten bij strandvisserij in België; daarvoor was de daling te groot. (foto: Jan Haelters)

Het aantal gestrande Bruinvissen kan worden gebruikt als maat voor de dichtheid en het aantal dieren op zee: een lagere dichtheid op zee resulteert in een verminderd aantal strandingen. De sterke daling van het aantal gestrande dieren langs de Belgische kust in 2015 kan niet enkel worden toegeschreven aan het recente verbod op het gebruik van warrelnetten bij strandvisserij in België; daarvoor was de daling te groot. Bovendien daalde het aantal strandingen ook in Nederland, zonder wijziging in het reglement op het gebruik van warrelnetten. Naast strandingen zijn waarnemingen van levende dieren een manier om aantallen te schatten. In 2015 werden minder Bruinvissen ingegeven op waarnemingen.be  en waarneming.nl, en systematische tellingen uitgevoerd in Nederland tonen eenzelfde verhaal: een sterke afname van het aantal bruinviswaarnemingen langs de kust. Een nadeel van deze methodes is dat ze enkel gegevens opleveren over het aantal Bruinvissen in de kustzone. Om een beeld te krijgen van de aantallen op zee, moeten tellingen vanuit de lucht worden uitgevoerd. Deze vliegtuigtellingen tonen aan dat in de zomer van 2015 het grootste deel van de Bruinvissen zich in de noordelijke Noordzee bevond.

Kleine, warmbloedige zeezoogdieren als de Bruinvis zijn in koude omgevingen sterk gebonden aan gebieden met voldoende voedsel. Voor de mobiele Bruinvis zijn de Belgische en de Nederlandse wateren kleine gebieden waar ze zullen blijven zolang er voldoende te eten is. Wanneer hun prooidieren zich verplaatsen, zwemmen ze die achterna. Het aantal Bruinvissen kan dus in een gegeven gebied op korte termijn sterk schommelen. Ook de andere zijde van de voedselpiramide kan het verblijf van de Bruinvis beïnvloeden: grijze zeehonden vormen een van de belangrijkste doodsoorzaken van Bruinvissen. Van de 721 Bruinvissen die tussen 2003 en 2013 gestrand zijn in Nederland, was minstens 17% gedood door grijze zeehonden. Daarnaast bleek dat zes procent vermoedelijk ooit een aanval overleefd had. Het is dus mogelijk dat Bruinvissen gebieden met hoge dichtheden grijze zeehonden zullen vermijden. Er is echter meer onderzoek nodig om deze theorie te testen.

De verspreiding van Bruinvissen op kleine geografische schaal wordt dus vooral bepaald door het voedselaanbod. De verschuiving van het zwaartepunt naar meer noordelijke waters is dan ook vermoedelijk het gevolg van een verminderd voedselaanbod in de kustzone en/of meer voedsel in andere gebieden. Het is echter veel te vroeg om te spreken van een trend. Gegevens uit 2016 zullen uitwijzen of Bruinvissen dit jaar opnieuw aan hun trekken komen in Belgische wateren.

Dit natuurbericht is gebaseerd op een artikel dat is verschenen in het winternummer van Zoogdier. Voor het volledige verhaal en veel meer kan je terecht in het tijdschrift, dat wordt uitgegeven door de Nederlandse Zoogdiervereniging en Natuurpunt. Abonneer je hier.

Lees meer over de Bruinvis

Tekst: Niels Desmet, Zoogdierenwerkgroep Natuurpunt, Jan Haelters, Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN) & Steve Geelhoed, Wageningen University
Foto’s: Guy Borremans, Jan Haelters