Afbeelding
Versnipperd landschap
Wim Dirckx

Waarom bosplanten in Vlaanderen extra vatbaar zijn voor droogte

19 aug 2022
Categorieën
Natuurbericht
Droogte
Klimaat


DOSSIER DROOGTE

Onze natuur heeft het zwaar. Dit is al het vijfde droge voorjaar in zes jaar tijd. Samen met wetenschappers en experten bekijkt Natuurpunt het effect van die droogte op onze natuur. Welke soorten lijden hier het meest onder en zijn er ook oplossingen? Volg het Dossier Droogte

Waarom bosplanten in Vlaanderen extra vatbaar zijn voor droogte

Juli 2022 was historisch droog, en ook augustus is goed op weg om droogterecords te laten sneuvelen. Ook de voorbije zomers (o.a. 2018, 2019 en 2020) werden gekenmerkt door extreme droogte. De opeenvolging van droge zomers sinds 2015 is minstens in de voorbije 2100 jaar ongezien. Er wordt verwacht dat droogtestress zal leiden tot een verlies aan plantendiversiteit in bossen, in het bijzonder in gebieden waar het bosareaal sterk versnipperd is, zoals Vlaanderen. Hier resten immers nog maar weinig echte boskernen met een koel en vochtig microklimaat.

Vele bosplanten profiteren van het koele en vochtige microklimaat in bos. Door schaduw en verdamping (evapotranspiratie) kan een gesloten kronendak klimaatextremen bufferen met lagere maximumtemperaturen in de zomer, en hogere minima in de winter tot gevolg. Bossen hebben ook een hogere vochtigheid in lucht en bodem. Een wereldwijde studie toonde aan dat de gemiddelde en maximale temperatuur respectievelijk gemiddeld 1,7 °C en 4,1°C lager zijn onder de kronen dan buiten het bos. Omgekeerd is de minimumtemperatuur in bossen gemiddeld 1,1°C hoger dan buiten het bos. Bossen functioneren dus als het ware als een thermische isolator, waardoor de temperaturen er minder fluctueren dan buiten het bos.

In de bosrand echter, is deze klimaatbuffering minder sterk, en worden de soorten veel meer blootgesteld aan het klimaat buiten bos, en dus ook aan klimaatverandering. In Vlaanderen zijn er in totaal bijna 70.000 km bosranden en bevindt maar liefst 15% van het bos zich op minder dan 10 m van de grens met een ander landgebruik, en dus in de bosrand. Dit is het resultaat van de sterke landschapsversnippering. Waar men vroeger grote oppervlaktes van aanéénsluitend bos vond, vindt men nu een versnipperde matrix van kleine bosjes, doorkruist met wegen, bebouwing en steden, en landbouwgebied.

Bijgevolg zullen heel wat soorten in de bosrand onder druk komen te staan als gevolg van klimaatverandering. De opeenvolging en intensiteit van extreme droogtes in Europa sinds 2015 zijn ongeëvenaard in de voorbije 2.100 jaar, en er wordt verwacht dat dit nog verder zal toenemen, ook in Vlaanderen. We verwachten dat dit zal leiden tot een verandering in de samenstelling van de plantengemeenschappen in bosranden. Vooral zogenaamde bosspecialisten, goed aangepast aan het donkere en vochtige klimaat in de boskern, zoals bv. klaverzuring, daslook en boshyacint, riskeren sterk achteruit te gaan als gevolg van klimaatverandering in combinatie met versnippering. Generalisten, zoals brandnetel en look-zonder-look, die zich gemakkelijker kunnen aanpassen aan de toekomstige klimaatcondities, kunnen in de plaats komen. Deze verschuiving in soortensamenstelling wordt helaas nog verder in de hand gewerkt doordat bosspecialisten vaak een lagere verspreidings- en kolonisatiecapaciteit hebben. Het eindresultaat is wat we noemen ‘biotische homogenisatie’: overal vinden we dezelfde beperkte set soorten met een groot aanpassingsvermogen terug, terwijl gespecialiseerde soorten verdwijnen. Met andere woorden: biodiversiteit gaat verloren! Dit werd reeds bevestigd door onderzoek in boreaal bos in Zweden, waar droogte de meest negatieve impact had op biodiversiteit in de minder gebufferde bosranden.

Afbeelding
Daslook - Marcel Bex

Daslook, een bosplant die liever een koel microklimaat heeft (foto: Marcel Bex).

De voorspelde toename in extreme droogtes en hittegolven kan dus dramatisch zijn voor de biodiversiteit in bossen. Een aantal cruciale natuurbehoudsmaatregelen kunnen helpen om de schade te beperken door het in stand houden van goed gebufferde boskernen. Uiteraard moet verdere versnippering van het bosareaal tegengegaan worden, en moet gestreefd worden naar bosuitbreiding aansluitend op bestaande boscomplexen om het aandeel rand te verlagen ten opzichte van het aandeel kern. Verder kan ingezet worden op het behoud of de aanleg van bufferzones rondom biologisch waardevolle boskernen en op het verhogen van de connectiviteit tussen geïsoleerde bosfragmenten. Ook een aangepast bosbeheer is noodzakelijk, met ingrepen op boomniveau om een continu gesloten kronendak te garanderen. Tot slot kan droogtestress beperkt worden door het versterken van het hydrologisch netwerk in het bos via herstel van bospoelen en overstromingszones. Op deze manier behouden en/of creëren we een veilige schuilplaats voor waardevolle bosplanten die niet opgewassen zijn tegen het sterk veranderende klimaat.

Tekst: Leen Depauw, Pieter De Frenne (Forest & Nature Lab, UGent)