Afbeelding
Zuidelijke kruidenmot
Jan Soors

Wat doet verstedelijking met fauna en flora?

21 sep 2018
Categorieën
Natuurbericht
Biodiversiteit
Natuur in de stad
Provincie Antwerpen

Verstedelijking neemt wereldwijd in een hoog tempo toe. Resultaat: een toenemende druk op de dieren die er leven. Maar de natuur blijft niet bij de pakken zitten: soortgroepen blijken zich genetisch aan te passen aan hun moeilijkere leefomgeving. 59 biologen uit 5 Belgische onderzoeksinstellingen onderzochten hoe o.a. bacteriën, sprinkhanen, watervlooien, vogels en vlinders at volop doen in Brussel, Antwerpen, Gent en Leuven.

De invloed van verstedelijking op het milieu is complex: enerzijds is er verontreiniging van lucht, water en bodem, naast geur-, licht- en geluidshinder, anderzijds heerst er een ander (micro)klimaat, verandert de waterhuishouding er door verstening en bouwprojecten en raakt het resterende leefgebied van soorten almaar meer versnipperd.

Voorgaand onderzoek toonde al voor enkele soortgroepen aan dat verstedelijking een invloed heeft: in de stad leven minder soorten dieren dan daarbuiten. Ander onderzoek toonde aan hoe verstedelijking de genetische achtergrond van organismen beïnvloedt: weinig mobiele individuen halen het bijvoorbeeld minder vaak tot binnen de stad. Maar onderzoek dat tegelijkertijd wijzigingen in soortensamenstelling en genetische aanpassingen van individuele soorten onderzocht, en dit voor een groot aantal soortengroepen in eenzelfde regio, ontbrak nog.

Tot nu. Vijf Belgische instellingen (KU Leuven, UCL, UGent, UA, KBIN) hebben de voorbije zes jaar onderzocht hoe verstedelijking in Vlaanderen en Brussel 16 verschillende soortgroepen beïnvloedt. Ze onderzochten ondermeer bacteriën, sprinkhanen, watervlooien, vlinders, vogels en vissen. In totaal werkten 59 biologen op basis van 81 bemonsterde locaties rond Brussel, Antwerpen, Gent en Leuven. Zij wilden zo een beeld krijgen hoe verschillende soortgroepen reageren op een zelfde overgang in verstedelijking, en dit zowel op het niveau van gemeenschappen als op het niveau van individuele soorten.

Hun resultaten tonen aan dat verstedelijking niet alleen zorgt voor sterke wijzigingen in de samenstelling en biodiversiteit van gemeenschappen, maar ook dat individuele soorten zich genetisch aanpassen aan de omgevingsdruk door verstedelijking. Zo daalde de biodiversiteit van vooral landdieren (o.a. loopkevers, spinnen, sprinkhanen, dag- en nachtvlinders) met toenemende verstedelijking. Vijverorganismen (o.a. bacteriën, planktonische algjes en watervlooien) bleken minder sterk beïnvloed te worden, mogelijk omdat vijvers op zich al sterk versnipperde habitattypes zijn, of dat de kwaliteit van vijvers in landelijk gebied misschien ook eerder matig is.

Afbeelding
3071806.jpg

(foto: Maurice Segers)

Kleinere stadsdieren, waterjuffers met meer uithoudingsvermogen

Bovendien konden deze wijzigingen in soortensamenstelling ook gelinkt worden aan specifieke kenmerken van de organismen. Zo bevatten bijvoorbeeld kevergemeenschappen in de steden meer warmteminnende soorten. In zeer mobiele soortengroepen (dagvlinders, motten, sprinkhanen) bleken stedelijke milieus vooral gunstig voor grotere soorten, terwijl bij weinig mobiele soortengroepen (zoals watervlooien en snuitkevers) net vooral de kleinere soorten voorkwamen in de stad. Ook individuele soorten bleken genetisch te reageren op verstedelijking. Zo heeft de watervlosoort Daphnia magna zich genetisch aangepast aan de hogere watertemperaturen in stadsvijvers, terwijl stedelijke waterjuffers verder en langer kunnen vliegen.

Hoewel dit onderzoek vooral naar patronen keek, en dus niet naar de onderliggende verklaringen van deze patronen, kunnen de resultaten gelinkt worden aan de sterke verspreidingsbarrières waarvoor verstedelijking zorgt, en aan het warmere microklimaat in stedelijke omgeving, vergeleken met de landelijke omgeving eromheen, bekend als “stedelijk hitte-eiland”.

Andere oorzaken die ongetwijfeld een rol spelen, zoals het gebrek aan natuurlijk leefgebied in stedelijke milieus en een verminderde kwaliteit van dat leefgebied, werden in deze studie niet onderzocht. Onderzoek naar strategieën voor een goeie stadsplanning, waarbij ook op een hoge en kwalitatieve biodiversiteit gemikt wordt, dringt zich op.

Het is duidelijk dat verstedelijking in Vlaanderen en Brussel momenteel een sterk negatief effect heeft op natuurlijke levensgemeenschappen, en dat soorten die ondanks alles toch in stedelijke milieus voorkomen, zich aanpassen aan de specifieke vereisten van de stad.

Een uitgebreider overzicht van de resultaten van dit onderzoek vind je in het themanummer rond verstedelijking en natuur van Natuur.focus. Abonneer je nu, dan krijg je 

- het themanummer 'Verstedelijking en fauna & flora'
- het themanummer rond '10 jaar waarnemingen.be'
en ben je meteen geabonneerd op jaargang 2019.

Tekst: Caroline Souffreau, KULeuven
Foto: Jan Soors, Maurice Segers