Afbeelding
Gravenhorstia picta
Bart Van Hoydonck

Zeldzame parasiet van kleine hageheld na 130 jaar afwezigheid opnieuw gevonden in België

7 nov 2022
Categorieën
Natuurbericht
Insecten en ongewervelden

Gravenhorstia picta is een bijzondere sluipwesp die de zeldzame nachtvlinder kleine hageheld als gastheer heeft. Dit betekent dat de sluipwespenlarve enkel en alleen tot ontwikkeling komt in de rups van deze nachtvlindersoort. Parasitaire wespen vertellen ons veel over de stabiliteit van een ecosysteem. Dat de soort na bijna 130 jaar opnieuw opduikt of nog aanwezig blijkt te zijn is dus allesbehalve een slechte zaak.

Toevalsvondsten met grote wetenschappelijke waarde

Het nut van burgerwetenschapsportalen als waarnemingen.be werd voor een zoveelste maal bewezen tijdens het voorjaar van 2022. Waarnemer Bart Van Hoydonck zag op 4 mei 2022 een imposant insect vliegen toen hij de Kalmthoutse Heide afliep en kon het dier op de gevoelige plaat leggen. Validator Fons Verheyde zag de waarneming niet veel later op zijn beeldscherm verschijnen en besefte meteen dat dit een zeer bijzondere sluipwesp (familie Ichneumonidae) was. Met de hulp van een Franse specialist kwam er al vlug een naam: Gravenhorstia picta.  

Deze sluipwesp is zelfs op Europees niveau zeer zeldzaam (net als de gastheer). In het grote Frankrijk dateert de laatste zekere waarneming uit de 19de eeuw, in Nederland werd in 1953 het dier voor een laatste keer gezien. De Lage Landen hebben dus samen met andere landen als Denemarken en Zweden een zekere verantwoordelijkheid voor het bestaan van de wespensoort.   

Afbeelding
Sluipwesp

Bovenaanzicht van Gravenhorstia picta Boie, 1836 gevangen te Ermelo (Nederland) © Bram Langeveld (NHMR).


Kleine hageheld

Als gastheer heeft de sluipwesp het gemunt op kleine hageheld. Zijn voortbestaan hangt nauw samen met deze van de nachtvlinder. Zo nauw zelfs dat de sluipwesp een hoorntje tussen zijn antenne-inplantingen heeft. Hiermee baant hij zich een weg naar buiten uit de sterke pop van de vlinder die geslachtofferd werd door de moedersluipwesp.

De kleine hageheld komt bij ons vooral voor aan de kust en op de heidegebieden in het oosten van het land. De vondst op de Kalmthoutse heide is dus alles behalve toevallig. Op 21 juni 1894 werd de soort er al waargenomen door Jules Tosquinet; dit was toen de tweede vondst ooit in België (de eerste komt van Beverlo, 1875). Beide specimens werden bewaard in het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN) in Brussel.

Afbeelding
Kleine hageheld

Kleine hageheld (foto: Chris Snyers).

Sluipwespen als bio-indicatoren

In eerste instantie heeft men de reflex om medelijden te hebben met de getroffen nachtvlinderpopulaties. Niets is echter wat het lijkt. Verschillende studies wijzen erop dat de graad van parasitisme bij gezonde (vlinder)populaties kan schommelen tussen 30% tot zelfs 60% of meer. Een zeer recent voorbeeld vinden we bij de netelvlinders die in het in de tweede helft van 2021 zeer goed deden. De impact op de parasieten was spectaculair. De vrij goed herkenbare sluipwesp Apechthis compunctor bijvoorbeeld werd drie tot vier keer zo vaak waargenomen, zowel in België als Nederland.

De parasieten zorgen niet alleen voor natuurlijke selectie bij de gastheer, maar ook voor meer genetische diversiteit en in zijn totaliteit een meer evenwichtig ecosysteem. Hierbij is er niet alleen sprake van concurrentie tussen de gastheren voor een bepaalde voedselplant of voortplanting, maar ook concurrentie tussen de parasitaire wespen onderling. Zo valt het in oude collecties snel op dat de verscheidenheid (en aantallen) aan parasitaire soorten van typische vlinderspecialisten tot enkele decennia geleden veel groter was. Ook een recente studie in Soesterberg in Nederland waar nog sterke populaties van de kleine vuurvlinder en het hooibeestje aanwezig zijn, leverden verhoudingsgewijs tot wat we gewoon zijn veel meer vlinderspecialisten op; waarvan een deel amper waargenomen de laatste decennia.

De vondst van Gravenhorstia picta blijft voorlopig natuurlijk een eenmalige vondst, maar het kan er wel op wijzen dat de populaties kleine hageheld terug toenemen; oftewel altijd voldoende groot zijn gebleven om gespecialiseerde parasieten te onderhouden.

Tekst: Fons Verheyde (Aculea/Insectenwerkgroep Natuurpunt de Bron)

Meer lezen? https://www.researchgate.net/publication/365002586