Afbeelding
Luc De Boever

Zijn trekvogels opgewassen tegen een opwarmend klimaat?

23 nov 2015
Categorieën
Natuurbericht
Klimaat
Vogels

Het is een hele prestatie om op eigen kracht verschillende landen al vliegend te doorkruisen. Trekvogels doen dat elk jaar, al wordt de uitdaging steeds groter. De oorzaken zijn het opwarmende klimaat en de teloorgang van de natuurgebieden die ze op hun weg vinden, de zogenaamde wetlands die fungeren als ‘tankstations’.

Veel vogels zakken voor de winter af naar zuidelijker oorden waar ze overwinteren. Korte-afstandstrekkers blijven binnen Europa, terwijl de lange-afstandstrekkers naar een ander continent vliegen. Aan het einde van die reis hebben ze heel wat kilometers op hun teller staan, en net zoals onze wagens wanneer we op vakantie vertrekken, moeten ook vogels af toe ‘bijtanken’. De waterrijke en moerassige gebieden in onder andere Griekenland en Libië zijn daar uiterst geschikt voor; het zijn voedselrijke regio’s met een zeer strategische ligging.  In het bijzonder de lange-afstandstrekkers maken daarvan dankbaar gebruik om nog snel even aan te sterken voor ze hun tocht voortzetten.

De natuurlijke tussenstops zijn van groot belang voor het slagen of falen van de overtocht. Het aantal kilometer dat vogels in één keer kunnen overbruggen is immers beperkt, zelfs voor lange trekkers, en natuurlijke barrières als de Middellandse Zee en de Sahara vormen grote hindernissen die hen van hun bestemming scheiden.Dat maakt het van levensbelang om de voedselrijke wetlands te beschermen. Toch kwijnen de natuurlijke tankstations weg: ze worden kleiner, schaarser en aangetast door menselijke activiteit.

Geïnspireerd door die teloorgang bracht de VUB de verschillende wetlands in kaart voor een aantal specifieke trekvogels (Purperreiger, Ralreiger, Kleine zilverreiger, Steltkluut, Krombekstrandloper, Zwarte stern en Bosruiter). Dat gebeurde aan de hand van gedetailleerde satellietbeelden en veldobservaties. Het resultaat toonde dat er een onderscheid is tussen gebieden die belangrijker zijn in de trek van broed- naar overwinteringsplaats (en dus bepalend voor een geslaagde oversteek) en die met relatief minder belang. Dat verschil betekent een eerste belangrijke stap in het streven naar het behoud van die cruciale rustgebieden. Daarnaast kunnen via diezelfde methode ook voor andere trekvogelsoorten wetlands bepaald worden, om daarna beter te kunnen inzetten op hun bescherming.

Niet alleen de mens oefent een invloed uit op de aanwezigheid van de levensnoodzakelijke wetlands, maar ook de opwarming van het klimaat. Die zorgt voor de verarming van regio’s waar de vogels al decennia- of zelfs eeuwenlang neerstrijken, terwijl er andere, nieuwe streken verrijkt worden. Aangezien de trekbeweging en ook de gevolgde reisroute bij de meeste vogelsoorten worden bepaald door hun aangeboren instinct, kan de plotse verandering van potentiële stopplaatsen voor onaangename verrassingen zorgen. Wat zou er immers gebeuren wanneer jij zonder enige waarschuwing plots nergens in de buurt nog benzine kan krijgen?

Daarnaast brengen de weersveranderingen ook het bioritme van de trekvogels in de war. Ze zullen namelijk steeds vroeger op hun broedplaatsen moeten arriveren om synchroon te blijven met de seizoenen en om het voedsel te krijgen dat ze nodig hebben. De steeds grilligere weersomstandigheden maken het daarentegen voor hen vaak moeilijk om op tijd te vertrekken. De  extreme droogte in de Hoorn van Afrika zorgde er bijvoorbeeld voor dat in 2011 de Grauwe Klauwier 20 dagen later dan normaal in Vlaanderen arriveerde. Zulke situaties zullen zich door het opwarmende klimaat almaar vaker voordoen.

De botsing tussen de noodzaak steeds vroeger te moeten arriveren maar er door omstandigheden pas later te geraken, kan ervoor zorgen dat trekvogels veel voedsel mislopen. Dat kan op zijn beurt leiden tot minder broedsels en kleinere nesten, en dat vormt een gevaar voor de toekomst van elke vogelsoort die ermee te maken krijgt.

Tekst: Koen Leysen, Natuurpunt CVN & Erin De Wolf, Natuurpunt; foto: Luc De Boever