Afbeelding
Leo Vaes

Zomerklokjes gered in de Kleine Netevallei dankzij Europees project

27 apr 2015
Categorieën
Natuurbericht
Biodiversiteit
Natura 2000

Het zeer zeldzame Zomerklokje is hét paradepaardje van de Kleine Netevallei in de buurt van van Lier, Ranst, Nijlen en Zandhoven. Het plantje met prachtige witte bloemen komt nog maar op een handvol plaatsen in Belgie voor in het wild. Dankzij het Europees Life-project werden verschillende snippers natuur in de vallei opnieuw met elkaar verbonden. Zo wordt de belangrijkste vindplaats van dit plantje in Vlaanderen flink uitgebreid.  

Iedereen kent de vroeg in het voorjaar bloeiende Sneeuwklokjes. In februari en maart fleuren deze de late winter op in tuinen, parken en bossen. Twee weken later, ook nog in de winter, bloeit het Lenteklokje. Deze soort wordt hier maar zelden gevonden in het wild. Op de bloei van het minder bekende neefje van het Lenteklokje, het Zomerklokje, is het wachten tot midden april. Het Zomerklokje is inheems en is de grootste van de drie klokjes. Het kan tot 60 cm hoog groeien en heeft meestal vier tot vijf bloemen. Dat is trouwens een duidelijk verschil met het Lenteklokje, dat er meestal maar één en heel zelden twee heeft. De twee soorten behoren tot het geslacht van de narcisklokjes (Leucojum).

Verder verschillen Lente- en Zomerklokje sterk van elkaar wat de groeiplaats betreft. Terwijl het Lenteklokje niet op drassige bodem groeit, verkiest het Zomerklokje natte hooilanden, rietlanden, ruigtes en broekbossen in valleigebieden. Het Zomerklokje draagt vlezige doosvruchten die verspreid worden door het water. De zaden die vrijkomen bevatten luchtholten waardoor ze nog enkele maanden kunnen blijven drijven. Daarnaast kan er ook verspreiding optreden door het verspoelen van bolletjes. Water vormt dan ook de enige natuurlijke verspreidingsmogelijkheid voor deze plant.

De afgelopen decennia veranderde er veel in het Vlaamse rivierenlandschap. Rivieroevers werden bedijkt en havens werden uitgebreidwaardoor heel wat historische locaties in het Schelde-estuarium verloren gingen. De enige populatie die binnen het zoetwatergetijdegebied stand houdt is die langs de Kleine en Grote Nete. Toch heeft de populatie het zwaar te verduren gekregen door bedijking van de rivieren, het graven van het Netekanaal en veelal illegale weekendverblijven. De ooit zeer uitgestrekte, aaneengesloten populatie is nu opgedeeld in verschillende deelpopulaties. Populaties die via een grachtensysteem toch onderhevig zijn aan het getij (opstuwing bij hoogtij), zijn het meest florissant.

Het Zomerklokje staat op de Rode Lijst als bedreigd en is op papier al wettelijk beschermd sinds de jaren 70. Dit wil zeggen dat de plant niet geplukt of opzettelijk vernield mag worden. Toch worden de groeiplaatsen van deze plant nog niet beschermd. Gelukkig ligt de grootste Vlaamse populatie van deze plant, in de vallei van de Kleine Nete, in habitatrichtlijngebied. Het Zomerklokje is er één van de doelsoorten bij het habitatherstel in het kader van het lopende LIFE-project.  

Door 23 hectare voedselrijke ruigte en 4 hectare broekbos te herstellen, bracht het project meer waterdynamiek in het gebied en daarmee ook meer kansen voor het Zomerklokje. Door de omvorming van weekendverblijven naar wilgenbroekbos geven we nieuwe kansen aan getijdenatuur waar ook het zomerklokje een plekje zal vinden. Doordat het leefgebied nu uitgebreid kan worden, ziet de toekomst van het zeldzame plantje er in de Kleine Netevallei een stukje rooskleuriger uit.

Op vrijdag 1 mei krijgt iedereen de kans om deze zeldzame plant in volle glorie te bewonderen tijdens het Zomerklokjesfestival

Tekst: Roosmarijn Steeman, Natuurpunt Studie
Foto: Leo Vaes