Standpunt: Inspraak, participatie, toegang rechter

Antwerpen
Limburg
West-Vlaanderen
Oost-Vlaanderen
Vlaams-Brabant
Brussel
Andere
Afbeelding
spelend kind in het groen
Wim Dirckx
Soort
Dossier
Werking
Beleid

Hoe het begon: Middenveldorganisaties stapten in 2017 naar het grondwettelijk hof om inspraak burgers te redden

"De Vlaamse politici tonen een diepgeworteld wantrouwen in hun eigen burgers," zo reageert een brede groep middenveldorganisaties eind 2017 op de goedkeuring van de zogeheten codextrein vandaag in het Vlaams parlement. Die reeks wettelijke bepalingen beperkt de beroepsmogelijkheden van gewone burgers tegen grote bouwprojecten en bedreigt de schaarse open ruimte in Vlaanderen. Natuurpunt, BBL, Greenpeace, stRaten-generaal, Ademloos, Vogelbescherming, BOS+ en de Limburgse milieukoepel stappen naar het grondwettelijk hof. “Dit is in strijd met de Belgische grondwet en het verdrag van Aarhus“, klinkt het.

Momenteel kan elke burger wiens rechten worden aangetast door een bouwproject tegen die vergunning in administratief beroep gaan. Wanneer dat beroep verworpen wordt, kan je nog bij de rechter terecht, die onderzoekt of de vergunning wel wettig is. Maar die rechten worden nu ingeperkt.

Voortaan zullen alleen burgers die een bezwaar hebben ingediend tijdens het openbaar onderzoek van de aanvraag nog in beroep kunnen gaan. Het klinkt misschien als een technisch detail, maar in de praktijk is het verschil hemelsbreed. Het gele aanplakbord van het openbaar onderzoek gemist? Of niet helemaal op de hoogte van de concrete impact van het project? Dan geldt zwijgen als toestemmen. De tijd om te reageren op een nieuw bouwproject wordt daarmee plotsklaps gereduceerd tot de 30 dagen van het openbaar onderzoek.

In de praktijk komt het erop neer dat alleen wie zich gespecialiseerde advocaten kan veroorloven nog z’n recht op een goede leefomgeving kan doen gelden. Want voor gewone burgers is zo’n vergunningsaanvraag vol juridisch jargon nauwelijks leesbaar. Bovendien is het er met de nieuwe omgevingsvergunning (die de milieu- en stedenbouwkundige vergunning vervangt) nog complexer op geworden.

Op de koop toe is er tijdens de 30 dagen van het openbaar onderzoek vaak veel minder informatie beschikbaar dan in de beroepstermijn die tot nu toe gold. Denk daarbij aan adviezen van de overheid over een impact op het milieu, de aangevoerde argumenten van de gemeente, of informatie over een mogelijke belangenvermenging. Die extra informatie wordt in de beslissing over de vergunning samengevat in objectieve en begrijpelijke taal.

Open ruimte verder onder druk
In diezelfde codextrein zit een bepaling die de regels versoepelt om nieuwe gebouwen toe te laten in landschappelijk waardevol gebied. Vroeger kon dat enkel in zeer uitzonderlijke gevallen, voortaan zal een groenscherm als schaamlapje volstaan. Die beslissing is in strijd met de betonstop en dreigt een verdere verrommeling te veroorzaken in Vlaanderen.

In plaats van telkens nieuwe landbouwgebouwen in de open ruimte op te trekken, zou het beter zijn om erover te waken dat leegstaande landbouwbedrijven in landbouwgebruik blijven. Nu worden die nog al te vaak ingenomen door bandencentrales of andere groothandels.

In strijd met de Grondwet en het Verdrag van Aarhus
De Belgische Grondwet bepaalt dat wie z’n recht op een gezond leefmilieu wil vrijwaren, daarvoor toegang tot de rechter moet krijgen. Dat is één van de fundamentele pijlers van de rechtsstaat.

En dat de mogelijkheden om dat te doen niet significant mogen verslechteren. Dat is hier wel het geval, oordelen initiatiefnemers Natuurpunt, BBL, Greenpeace, stRaten-generaal, Ademloos, Vogelbescherming Vlaanderen en de Limburgse milieukoepel. En daarom stappen ze naar het grondwettelijk hof.

Het internationale Aarhus-verdrag uit 1998 vertrekt vanuit eenzelfde uitgangspunt: lidstaten moeten een ruime toegang tot de rechter voorzien en effectieve inspraak beloven. Ook de specialisten van de Belgische Raad van State kwamen meermaals tot dit besluit in hun adviezen. De Europese Commissie, die de afspraken uit Aarhus vertaalde naar Europese wetgeving, stipte in april van dit jaar nog aan dat men de toegang tot de rechter in milieuzaken niet kan beperken tot personen die hebben deelgenomen aan de inspraakprocedures. 

Kritische burgers buitenspel
Doorheen de geschiedenis zijn het vaak burgers geweest die onze samenleving, van onderuit, behoed hebben voor ruimtelijke miskleunen en op tijd bijgestuurd hebben. Zonder de inzet van deze mondige burgers zou Vlaanderen er nog een stuk grijzer uitzien. Zoals de recente uitzending van Pano (Burgemeester én bouwmeester) duidelijk maakte, zijn er soms wel heel nauwe banden tussen politici en projectontwikkelaars. Ook hierin moeten wakkere burgers hun kritische rol kunnen spelen.

Dossiers als Uplace en Oosterweel maken duidelijk dat burgers net méér inspraak willen in wat er in hun omgeving gebeurt. Het inperken van die mogelijkheden is een stap achteruit en getuigt van een groot wantrouwen in de burger. Bovendien is de impact van een vergissing recent nog een stuk ingrijpender geworden. De nieuwe omgevingsvergunning, die zowel de bouw- als de milieuvergunning verleent, geldt namelijk voor onbepaalde termijn, dus onbeperkt in de tijd.

Hoe het eindigde: Natuurbeweging haalt slag thuis: Grondwettelijk Hof geeft natuur opnieuw een stem

12 APRIL 2023

Het Grondwettelijk Hof vernietigt twee voorwaarden die het sinds kort moeilijk maakten om omgevingsvergunningen aan te vechten bij de rechtbank. Zo krijgen burgers die opkomen voor natuur en milieu opnieuw een échte stem. Een coalitie van elf natuur- en milieuorganisaties, gesteund door 25.000 handtekeningen, eiste de vernietiging van deze struikelblokken omdat het de natuur dus monddood maakte. “Vandaag zegevierde de redelijkheid. Dit is een hoogdag voor burgers die bezorgd zijn om het leefmilieu”, reageren ze opgelucht.

De ‘relativiteitseis’ bepaalde dat burgers hun persoonlijk belang moesten aantonen bij elk juridisch middel dat ze aandroegen, denk bijvoorbeeld aan de bescherming van bedreigde soorten of de problematiek rond stikstof. Voor een milieuvereniging is dat niet zo problematisch, het staat als doel in hun statuten, maar voor burgers is dat behoorlijk lastig: welk persoonlijk belang heeft een individu bijvoorbeeld bij het correct naleven van de beschermingsregels voor orchideeën of weidevogels? Zulke vragen alleen al leidden tot oeverloze discussies in de rechtbank. Het gevaar dreigde dat burgers nog moeilijk voor algemene, maatschappelijke belangen zouden kunnen opkomen.  

De ‘attentieplicht’ kwam er op neer dat burgers de eerste kans in een procedure moesten benutten om een juridisch probleem aan te kaarten, bijvoorbeeld bij een openbaar onderzoek of een beroep. Anders was het onherroepelijk te laat en kon je er nadien ook geen punt meer van maken bij de rechter. ‘In de praktijk kwam dat erop neer dat je haast onmiddellijk een advocaat moest inschakelen, ook al in de fase van het openbaar onderzoek’ stelt Erik Grietens van BBL. Dit leidde tot klassenjustitie: toegang tot de rechter was vooral voor wie het zich financieel kon veroorloven. De vernietiging van deze specifieke plicht komt niet onverwacht. “Een eerder decreet met een gelijkaardige plicht (‘geen bezwaar, geen beroep’) werd in 2019 nog vernietigd door het Grondwettelijk Hof (eerder arrest)”, herinnert Grietens.

“Terwijl de decreetgever deze voorwaarden in het leven riep om procedures te versnellen, blijkt het in de praktijk de procedures enkel maar te verlengen”, voegt Frederik Mollen van Natuurpunt eraan toe. Alvorens de debatten in de rechtbank gingen over de inhoud van de zaak, werd er ellenlang gedebatteerd of burgers überhaupt wel het recht hadden om bepaalde middelen aan te wenden om een vermeend onwettige vergunning in vraag te stellen. “Het Hof maakt nu komaf met deze oeverloze en tijdrovende debatten waar enkel advocaten beter van werden”, concludeert Mollen. De coalitie van natuur- en milieuverenigingen roept de decreetgever dan ook op om inspraak, participatie en toegang tot de rechter voortaan serieus te nemen in plaats van te ondergraven. 

Van de 80.000 omgevingsvergunningen die jaarlijks in Vlaanderen worden afgeleverd, wordt amper één procent aangevochten bij de rechter. Dat is een peulschil. In meer dan de helft van die gevallen oordeelt de rechter wel dat de vergunning duidelijk onwettig is. En had de burger dus degelijk een punt. Heel soms struikelen ook inhoudelijk goede dossiers zoals sociale huisvesting of kernversterking over te complexe regels, dat kan niet ontkend. Maar dat los je niet op door burgers de toegang tot de rechter op algemene wijze te beletten. Dat doe je door betere regels, en door kwalitatief betere vergunningen af te leveren.