Image
Tuinfluiter - Elwin van der Kolk

Tuinfluiter

Garden Warbler
Sylvia borin
Sylviidae

De tuinfluiter is een egaal gruisbruine zangvogel, zonder echt uitgesproken kenmerken. Hij houdt zich vaak op in dichte vegetatie en laat zich moeilijk zien.

Grootte
14 cm - spanwijdte: 20 - 24 cm
Gewicht
25 gram
Levensverwachting

7 jaar

Favoriete maaltijd

insecten, maar ook spinnen, slakken, bessen en fruit

Status
Algemeen
Woonplaats

Dichte vegetatie: een dichte kruidlaag, veel struiken en doornige houtkanten. Je vindt tuinfluiters ook aan de rand van open plekken in loofbossen met braamkoepels, wilgenstruweel, opslag van loofhout en veel hoge kruiden.

Verleiding

Het mannetje bouwt eerst een aantal nesten, waaruit het vrouwtje haar keuze maakt.

Hoe herken je de tuinfluiter?

  • Onopvallende zanger zonder echte kenmerken
  • Egaal bruingrijze bovendelen en grijswitte onderdelen
  • Vaaggrijze tint op de zijhals
  • Vrij krachtige, lichtgrijze poten
  • Vrij korte, dikke, stompe, lichtgrijze snavel

De tuinfluiter is een egaal gruisbruine zangvogel, zonder echt uitgesproken kenmerken. Hoewel subtiel, is het meest opvallende kenmerk de grijze vlek in zijn hals en de korte stompe snavel.

Tuinfluiter - Elwin van der Kolk
Tuinfluiter - Elwin van der Kolk

Het geluid van de tuinfluiter

De zang van de tuinfluiter bestaat uit zachte tonen en lijkt wat op die van een merel, maar sneller van tempo.

Audio file
Beluister hier

Hoe leeft de tuinfluiter

Wat eet de tuinfluiter?

In de broedperiode eet de tuinfluiter vooral insecten, maar ook spinnen en slakken. Buiten het broedseizoen bestaat het dieet vooral uit bessen en fruit, goed voor de opbouw van een flinke vetvoorraad alvorens de trektocht naar de zuidelijke overwinteringsgebieden aan te vatten.

Afbeelding
Tuinfluiter - waarnemingen.be - Johan Buckens
waarnemingen.be - Johan Buckens
Afbeelding
Tuinfluiter - Dieder Plu
Dieder Plu

Hoe plant de tuinfluiter zich voort?

De tuinfluiter start met nestelen vanaf begin mei. Het mannetje bouwt eerst een aantal nesten, waaruit het vrouwtje haar keuze maakt. Het ‘uitverkoren’ ontwerp wordt in drie dagen afgewerkt. Het nest wordt meestal op of net boven de grond gebouwd, in dichte vegetatie, met een uitgesproken voorkeur voor braam of hoge kruiden (grote brandnetel, harig wilgenroosje, bastaardwederik, koninginnekruid, …). Een legsel telt meestal vier of vijf eieren die 11 tot 12 dagen worden bebroed. Na tien dagen verlaten de jongen het nest.

Icon
Icoon - Wist je dat

Wist je dat?

  • De tuinfluiter is een voorbeeld van een soort die over de Sahel heen trekt en schijnbaar weinig last ondervindt van de langdurige droogte die dit gebied in 1970 - 1997 getroffen heeft. Dit kan mogelijk verklaard worden doordat eerstejaars tuinfluiters tijdens de najaarstrek vooral langs de (nattere) kust trekken. Vooral in droogteperiodes zal de mortaliteit van onervaren jonge vogels langs de kust lager liggen dan in de woestijn.  
  • Tuinfluiter is een rare naam voor een soort die je niet al te vaak in tuinen aantreft. En toch zit die link met tuinen ook in heel wat andere talen in de soortnaam verankerd: Gartengrasmücke (Duits), Garden Warbler (Engels), Havesanger (Deens), Hagesanger (Noors), Fauvette des jardins (Frans). Aangezien de tuinfluiter juist helemaal geen typische soort van tuinen is maar eerder dicht struikgewas op vochtige terreinen opzoekt, kan worden aangenomen dat de officiële namen in de meeste talen niet door het volk werden gegeven maar vooral uit boeken waren voortgekomen. Tot 1908 was de wetenschappelijke naam van de tuinfluiter niet Sylvia borin maar Sylvia hortensis, waarbij hortensis afgeleid is van het Latijnse hortus, wat ‘tuin’ betekent.
  • In het najaar kan je medewerkers aan wetenschappelijk ringwerk vaak herkennen aan hun purperblauwe vingers. Die krijgen ze door de paars gekleurde uitwerpselen van zwartkop en tuinfluiter, die ze uit de netten halen. De paarse kleur is vooral afkomstig van past verteerde vlier- en braambessen.

Waar vind je de tuinfluiter?

De keep houdt zich bij ons vooral op in (beuken)bossen, tuinen en parken. In het najaar kan je tijdens een boswandeling grote groepen kepen zien rondscharrelen op de grond, vooral op zoek naar beukennootjes. Elke winter zakken ook heel wat kepen naar de tuinen af. Je ziet ze dan meestal op de grond, op zoek naar zaden die door andere vogels op de voedertafel werden gemorst. Vooral in vorst- en sneeuwrijke winters kan het aantal tuinkepen hoog oplopen. Ze zoeken vaak het gezelschap op van vinken. In gemengde groepen is het dus zoeken naar wie wie is. 

> Bekijk deze soort op waarnemingen.be

Kom deze soort veel voor

Hij is talrijk aanwezig in de berken- en naaldbossen in Noord-Europa waar hij broedt. In de wintermaanden komt hij voor in ons land

Icon
Icoon - Vogelhut

Start tijdig met het voederen van de vogels in je tuin

Vanaf de herfst zoeken vogels actief naar een voedselplek voor de winter. Door je voedertafel dan al te vullen, weten ze dat ze in de winter in jouw tuin terecht kunnen.
Wanneer het echt koud wordt, kan je vetbollen en pindaslingers aanbieden.

Hoe voeder je tuinvogels, en wie eet wat?

Icon
Icoon - Vrijwilligers - Helpende handen

Help de tuinfluiter

Wat kan jij doen?

 

Wat doet Natuurpunt?

 

Leer soorten herkennen en geef je waarnemingen door

Afbeelding
ObsIdentify - Shutterstock
NP

Trek met je telefoon naar buiten en identificeer soorten met de gratis app ObsIdentify: de natuurherkenner in je broekzak. Door je waarnemingen op te slaan, lever je tegelijk een belangrijke bijdrage aan het onderzoek rond soorten. Download de app hier:
 

Download voor iOS    Download voor Android