Ree
Het ree is een middelgroot hoefdier met een rood- grijsbruine vacht. Het heeft opvallend grote oren, grote ogen, een zwarte neus en een witte kin. Mannelijke reeën dragen een eenvoudig gewei.
knoppen, jonge twijgen en jonge bladeren van de planten
Solitair
bos en struweel
Schuw
Hoe herken je de ree?
- opvallend grote oren en grote ogen
- spitse snuit met zwarte neus, witte kin
- geen staart
- Mannetjes hebben een eenvoudig gewei, meestal twee tot drie punten, ongeveer 25 cm
- zomervacht: zandgeel tot roodbruin; wintervacht: grijsbruin tot zwart
Het Europese ree is een middelgroot hoefdier met een rood- grijsbruine vacht. Het heeft opvallend grote oren, grote ogen, een zwarte neus en een witte kin. Mannelijke reeën dragen een eenvoudig gewei. De jongen hebben witte vlekken op een rij op hun rug en flanken.
De zomervacht is vosrood en wisselt in september-oktober naar een grijsbruine wintervacht. Gedurende de wintermaanden hebben de reegeiten een schortje, een witgrijze haarpluk op het achterwerk die lijkt op een staart. Reeën hebben echter, in tegenstelling tot andere hertachtigen, geen staart.
Hoe leeft de ree?
Wat eet de ree?
De ree is geen grazer zoals een hert, maar een knabbelaar. Het ree eet voornamelijk plantaardig voedsel. Hij eet vooral bladeren, twijgen en scheuten van struiken en bomen. Ook vruchten (bramen, bessen), kruiden, grassen en landbouwgewassen (bieten, granen en krop gewassen) eet hij graag. Reeën vullen hun voedsel seizoensgebonden aan: in de lente jonge blaadjes; in de herfst eikels, paddenstoelen en noten en in de winter twijgen en knoppen. Reeën eten enkel de meest voedzame delen van de plant. Het ree is een herkauwer; dit wil zeggen dat hij nogmaals op het eten kauwt nadat het in de maag is geweest. Hiervoor rust hij regelmatig op beschutte plekken.
Hoe plant de ree zich voort?
De paringstijd (bronsttijd) valt bij reeën tussen half juli en half augustus. Bronstige vrouwtjes (geiten) scheiden geurstoffen (feromonen) uit en maken een piepend, klagend geluid (‘fiepen’). Mannetjes (bokken) worden hierdoor aangetrokken. Er volgt een wilde achtervolging tot het vrouwtje paringsbereid is. De jongen (kitsen) worden eind mei- begin juni geworpen. Meestal 1 - 3 jongen per geit.
De jongen hebben een bruine vacht met rijen witte vlekken over de rug en flanken. Na zes weken vervagen de vlekken en in oktober verdwijnen ze. De jongen blijven bij de moeder tot de volgende worp. Daarna worden ze weggejaagd en moeten ze een eigen territorium zoeken. Dit territorium kan soms overlappen met dat van de moeder.
Reeën leven meestal alleen. In de winter worden sprongen gevormd: een groepje bestaande uit één of enkele nauw verwante geiten met hun nakomelingen en eventueel één bok. In de lente en de zomer hebben zowel de bokken als de geiten een eigen territorium. De territoria van de bokken overlappen niet, die van de oudere geiten overlappen soms met het territorium van hun dochters. In de winter zijn reeën minder territoriaal omdat ze dan soms hun territorium moeten verlaten om te zoeken naar voedsel.
Waar vind je de ree?
Reeën leven in bosachtige gebieden met open plekken en aangrenzende velden. In de schemering en ochtenduren wagen zij zich op open terrein om voedsel te zoeken en te grazen. Om te rusten en te herkauwen trekken ze zich terug in de beschutting. In Vlaanderen komen reeën ook meer voor in open landbouwgebieden door hun groeiend aantal. Deze reeën gebruiken dan houtwallen, rietkragen en greppels als beschutting.
In de bossen van de provincies Antwerpen, Limburg en Vlaams-Brabant komen reeën in grote aantallen voor. Ook in het zuiden van de provincie West- Vlaanderen en in het zuiden en oosten van de provincie Oost- Vlaanderen worden meer en meer reeën gezien.
> Bekijk deze soort op waarnemingen.be
Komt deze soort veel voor?
De ree is een schuw dier en voornamelijk in de vroege morgen en late avond actief. In de zomer betekent dit dat we het dier in de schemering kunnen zien. Van september tot april zijn de dieren daardoor voornamelijk 's nachts actief. Dan komt hij uit zijn beschutte plek om te foerageren. Zoek dan de overgangen tussen bos en weiland af met een verrekijker. Zo heb je de meeste kans om een ree te zien. Overdag verschuilt hij zich om te rusten en te herkauwen. Toch kan je in een rustige omgeving ook overdag reeën zien.
Natuurgebieden
Alle natuurgebiedenLeer soorten herkennen en geef je waarnemingen door
Trek met je telefoon naar buiten en identificeer soorten met de gratis app ObsIdentify: de natuurherkenner in je broekzak. Door je waarnemingen op te slaan, lever je tegelijk een belangrijke bijdrage aan het onderzoek rond soorten. Download de app hier: