![Kastanjeboleet - Anita Vercauteren](/sites/default/files/styles/tablet/public/2023-07/kastanjeboleet_-_anita_vercauteren_0.jpg?itok=Khpp_YdP)
Boleten
Aureoboletus, Boletus, Buchwaldoboletus, Chalciporus, Gyrodon, Gyroporus, Porphyrellus, Leccinum, Strobilomyces, Suillus, Tylopilus, Xerocomus
Onder boleten verstaan we vlezige paddenstoelen met een steel en hoed. In plaats van plaatjes hebben boleten gaatjes onderaan de hoed. In deze gaatjes (die vrij diep zijn en ook buisjes worden genoemd) worden de sporen gevormd. Verder is deze groep zeer divers, vandaar ook het groot aantal geslachten dat onder de naam “boleten” valt.
Hoe herken je een boleet?
- Een steel en een hoed en gaatjes of buisjes onderaan de hoed.
- Alle boleten hebben een vlezig vruchtlichaam.
- Heeft de boleet een ring dan zit je in de groep van de slijmboleten (Suillus)
- De lengte van de steel varieert van 1 tot 23 cm.
- De diameter van de hoed varieert van 3 tot 20 cm.
- De kleur van de buisjes kan wit, geel of oranjerood zijn.
- De hoedkleur varieert van wit tot geel, olijfgroen, bleekbruin tot oranjebruin, kastanje, zwartbruin en rood.
- De verkleuring van de buisjes bij druk is een belangrijk determinatiekenmerk.
- Bij ruigsteelboleten (Leccinum) is het nodig om de verkleuring van de steel bij doorsnijden te bekijken om de soort op naam te brengen.
Waar kan je boleten vinden?
Boleten zijn symbionten, je vindt ze dus steeds in nabijheid van bomen. Bij welke bomen en op welke bodems hangt af van de soort. Sommige soorten groeien zowel bij loof- als naaldbomen (bijv. roodsteelfluweelboleten), maar er zijn ook kieskeurige soorten met een beperkte boomkeuze zoals bonte berkenboleet (bij berk). Er zijn soorten van voedselarme bodems zoals peperboleet en soorten van rijkere bodems zoals kastanjeboleet.
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief