Afbeelding
Vuursalamander
Loïc Van Doorn

Aanhoudende droogte brengt vuursalamanders van het Zoniënwoud in de problemen

5 jul 2020
Categorieën
Natuurbericht
Biodiversiteit
Biotopen en habitats
Inventarisatie & monitoring
Klimaat
LIFE BNIP
Natura 2000

Eind januari 2020 hadden de grondwaterstanden zich min of meer genormaliseerd. Dat was goed nieuws voor het voortplantingsseizoen van de zeldzame vuursalamander. Vrouwtjes konden opnieuw larven afzetten. In het Zoniënwoud - waar een relictpopulatie al enkele jaren nauwgezet wordt opgevolgd - werden zelfs recordaantallen adulte vuursalamanders geteld. Desondanks is de situatie momenteel niet rooskleurig.

Larven worden doorgaans afgezet in poelen, zuurstofrijke, traagstromende beekjes en zelfs in ondiepe karrensporen. In het Zoniënwoud worden larven echter enkel aangetroffen in twee kleine bronbeken. Door de droogte van de voorbije jaren droogden beide beken vroegtijdig uit waardoor de larven niet tijdig konden metamorfoseren en stierven. Zo gingen alle larven die werden afgezet tussen de herfst van 2019 en de lente van 2020 verloren door droogval in het voorjaar van 2020.

Is dit nefast voor de populatie?
Dit hoeft echter niet rampzalig te zijn. Vuursalamanders worden in het wild tot ca. 15 jaar oud. De soort kan dus wel tegen een stootje en één mislukt voortplantingsseizoen is niet meteen catastrofaal. Maar indien in een relictpopulatie enkele jaren na elkaar alle larven verloren gaan, kan dit op termijn wel een negatieve impact hebben op het lokaal voortbestaan van de soort. Hoe kleiner een populatie, hoe groter de kans dat willekeurige tegenslagen tot uitsterven kunnen leiden. Kunnen de vuursalamanders van het Zoniënwoud dan niet uitwijken naar andere voortplantingsplaatsen om er hun larven af te zetten? Jammer genoeg niet: in de directe omgeving zijn geen poelen of beken aanwezig die voldoende lang water houden. Nu droog het nieuwe normaal lijkt te worden en de twee voortplantingsbeekjes de voorbije jaren steeds te vroeg droog kwamen te staan, kan de situatie voor de soort in het Zoniënwoud de komende jaren precair worden.

Wat kunnen we doen?
Daarom dringen gerichte beheermaatregelen zich op. Zo werd eerder al met behulp van dammetjes gepoogd om het water in de beken zo lang mogelijk op te stuwen. Dit leek een aantal jaar een succesvolle ingreep maar dit jaar was er nauwelijks nog water beschikbaar dat kon worden opgestuwd.

Afbeelding
stuw Loic Vandoorn

Drooggevallen voortplantingslocatie van vuursalamander (foto: Loïc Van Doorn).

Indien de droogte zich ook in de volgende voortplantingsseizoenen zou doorzetten, zal de druk op deze populatie verder toenemen. Er wordt dan ook best gezocht naar meer efficiënte, structurele ingrepen, zodat deze ambassadeur van eeuwenoude eiken-beukenbossen in het Zoniënwoud kan blijven ronddwalen. Misschien moet worden overwogen om een aantal larven te verplaatsen naar een ander deel van het woud, waar wel voortplantingslocaties aanwezig zijn die voldoende lang water houden. Een aantal locaties komen hiervoor in aanmerking. Indien translocaties zouden worden uitgevoerd, zal dit uiteraard enkel kunnen na een grondige wetenschappelijke studie en mits alle vereiste vergunningen hiervoor door de bevoegde administraties werden afgeleverd. Maar dat er iets gedaan moet worden, lijkt stilaan duidelijk.

Kenmerken
De vuursalamander is een grote, stevige landsalamander met een unieke geelzwarte tekening. Hij is zeldzaam en leeft vooral in oude eiken-beukenbossen. Volwassen vuursalamanders eten landslakken, miljoenpoten, regenwormen, spinnen en rupsen. De vuursalamander is sterk gebonden aan oude, vochtige eiken- en beukenbossen met heldere bronbeekjes, bospoelen en veel dood hout. Op de Rode Lijst van de amfibieën en reptielen in Vlaanderen staat de vuursalamander opgelijst in de categorie ‘kwetsbaar’. De soort komt aan haar naam omdat vroeger werd gedacht dat het dier uit het vuur werd geboren. De vuursalamander houdt zich vaak schuil onder dood hout of in een houtstapel. Het gebeurde wel eens dat er eentje ongemerkt mee naar huis werd ‘gesprokkeld’, wanneer kachelhout in het bos werd verzameld. Als het hout dan op het vuur werd gegooid, kwam de vuursalamander tevoorschijn.

Tekst en foto’s: Loïc van Doorn, Hyla (amfibieën- en reptielenwerkgroep Natuurpunt)