Afbeelding
Vale gieren
Niko Deleu

Bloedhete week brengt roofvogeltsunami naar de Lage Landen

13 jun 2023
Categorieën
Natuurbericht
Roofvogels
Vogels

Terwijl de eerste hittegolf van 2023 zorgde voor een massa volk op stranden en terrasjes, werd ons land ook overspoeld door een zuiderse vogeltsunami: zeldzame roofvogels, kleurrijke zangvogels en tientallen gieren werden boven de Lage Landen opgemerkt. 

Wekenlang zaten we vast in een veel te koud voorjaar. Het weer is de laatste jaren steeds koppiger, en dat was ook de afgelopen maanden te merken aan de aanhoudende noordenwind die maar niet wilde afgeven. Vorig weekend werd het echter voor het eerst dit jaar echt warm. Die zuidelijke zomerwarmte zorgde er niet alleen voor dat de insectenwereld ten volle ontwaakte, maar zorgde, in combinatie met een zuidoostelijke wind, ook voor een indrukwekkende instroom van mediterrane vogels in ons land.

Thermiek speelt hierbij een belangrijke rol. Wanneer de lucht opwarmt, warmt de aarde mee op. Niet alle plaatsen op het aardoppervlak warmen echter even snel op: zo warmt een droge kleigrond veel sneller op dan een nat grasland. Door deze onregelmatige opwarming ontstaan er op plaatsen waar de aarde het snelst opwarmt warme, opwaartse luchtstromen, beter bekend als ‘thermiekbellen’. Zweefvliegtuigen gebruiken deze thermiek om te blijven vliegen, maar ook grote roofvogels maken hier dankbaar gebruik van om zonder veel energie hoogte te winnen en daarna verder te glijden. Zo kunnen ze zich praktisch energieloos over grote afstanden verplaatsen. We hebben in het verleden wel al vaker meegemaakt dat een dergelijke, plotse aanvoer van warmte en thermiek grote roofvogels uit het zuiden tot bij ons bracht (‘Gieren op verkenning in België’, ‘Zeldzame lammergier overnacht in het Waasland‘). Vaak zijn dit jonge vogels die het ouderlijke territorium verlaten en op een ‘thermiek-excursie’ vertrekken, op zoek naar een eigen leefgebied. Maar het afgelopen weekend werd daar nog een schepje bovenop gedaan. De combinatie van de eerste zomerse warmte na een lange, koudere periode, de bijhorende thermiek en een zuidoostelijke wind zorgden voor een perfect storm en brachten ongeziene aantallen van zuidelijke soorten richting België en Nederland.

Het begon al op donderdag (08/06/2023), toen, met de aankomst van de eerste warmte, een groep van 24 vale gieren over het Heuvelland (West-Vlaanderen) cirkelde. De toon was gezet. Deze gigantische aaseters - met een vleugelspanwijdte van rond de 2,5 meter - broeden in kolonies op rotswanden. De dichtstbijzijnde broedkolonies bevinden zich in Zuid-Frankrijk en Spanje. De Heuvellandse gieren hebben dus gretig gebruik gemaakt van thermiek om richting Vlaanderen af te glijden. Aangezien deze vogels bij ons geen geschikt broedgebied of voldoende eten kunnen vinden, zullen zij naar alle waarschijnlijkheid op korte termijn terug naar het zuiden afzakken.


Afbeelding
Lammergier (Vincent Legrand)

Lammergier bij Brussel (foto: Vincent Legrand)

Ook de daarop volgende dagen werden er nog kleine groepen of individuele vale gieren opgepikt doorheen het land, al dan niet afgescheurd van de oorspronkelijke groep van 24. Dit soort opmerkelijke waarnemingen wordt door een uitgebreide groep gedreven vogelaars bijna realtime doorgegeven via www.waarnemingen.be, het gratis dataplatform van Natuurpunt. Vogelkijkend België was dus gewaarschuwd en hield haar ogen op de hemel. Dit wierp zijn vruchten af: op vrijdag werd een jonge lammergier ontdekt aan de zuidrand van Brussel. De lammergier is een vogel van het hooggebergte, en zelfs daar is het een zeldzame verschijning. Om deze gigant boven Brussel waar te nemen is dus zonder meer uniek. Ook hier betrof het een zwervende vogel, al dan niet afkomstig uit één van de herintroductie-projecten die in het zuiden van Europa voor deze soort zijn opgezet. De gier was niet gemerkt of geringd, waardoor hij wellicht als een wilde vogel kan beschouwd worden.


Afbeelding
Grijze wouw

De grijze wouw wordt steeds vaker in ons land gezien (foto: Michel Viskens)

Het voorbije weekend dikte het rijtje grote roofvogels stevig aan. Verspreid doorheen het land werden meerdere dwergarenden, grijze wouwen, een slangenarend en een roodpootvalk gezien. In Nederland vloog er zelfs een zeer zeldzame keizerarend over. Stuk voor stuk zijn dit vogels uit Zuid- of Zuidoost-Europa die, profiterend van de warme luchtstromen, tot bij ons zijn afgedwaald. Hoewel deze roofvogels momenteel ver van hun broedgebied vertoeven, mag worden aangenomen dat de meeste vogels ook vlot op eigen kracht terug richting het zuiden zullen vliegen. Ook onze ‘lokale’ roofvogels profiteerden van het warme weer. Doorheen het land werden grote aantallen wespendieven en buizerds, boomvalken, kiekendieven en zelfs enkele zeldzamere rode en zwarte wouwen waargenomen. Het is met andere woorden belangrijk om mee te nemen dat niet elke grote roofvogel die je nu ziet meteen een arend of een gier is. De kans dat je een buizerd ziet is nog altijd vele malen groter. Neem zeker foto´s wanneer je een verdachte vogel waarneemt, een slechte foto zegt soms al voldoende.

Het warme weer bracht bovendien meer dan enkel roofvogels in beweging. Ook heel wat kleinere vogels uit de mediterrane regio werden dit weekend geregistreerd. Een zingende roodmus werd gezien bij de Fonteintjes in Zeebrugge, meerdere purperreigers profiteerden van de uitgebleven warmte om nog wat meer naar het noorden te migreren, witwangsterns werden zowel op vrijdag (bij de Blankaart - Diksmuide) als op zaterdag (Het Vinne - Zoutleeuw) geregistreerd en meerdere bijeneters vlogen over het land. De meest uitzonderlijke waarneming kwam echter uit Bellem, waar op zondag een zeer zeldzame scharrelaar voorbij vloog. Bij sommige soorten zijn deze zeldzame waarnemingen voor een groot deel aan de plotse warmte toe te schrijven. Een soort als de bijeneter wordt echter steeds vaker bij ons waargenomen en begint zelfs op enkele locaties in ons land te broeden. Ook dit jaar zijn er van deze kleurrijke soort reeds broedpogingen waargenomen. Zuidelijke vogels die ook bij ons tot broeden (proberen) komen, is een steeds vaker voorkomend fenomeen. Niet alleen bij bijeneters, maar ook bij andere zuidelijke soorten zoals de orpheusspotvogel, graszanger, cetti’s zanger of steltkluut nemen de broedgevallen in Vlaanderen de laatste jaren flink in aantal toe. Deze verschuiving naar een meer mediterrane soortensamenstelling is een duidelijke shift die zich bij heel wat soortgroepen sterk lijkt door te zetten als een gevolg van de klimaatopwarming.

Lees zeker ook het artikel over de hoge aantallen aan zuidelijke watervogels die dit jaar bij ons worden waargenomen. Dit sluit aan bij bovenstaande trend, maar kent zijn oorzaak eerder in de toenemende droogte (en dan vooral het zéér droge voorjaar van dit jaar) in het zuiden van Europa.

Tekst: Bastiaan De Ketelaere (Natuuracademie)