Afbeelding

Draag zorg voor bestuivers

29 jan 2022
Categorieën
Lokaal nieuws
Organisatie


Het nut van bestuivers voor vruchtzetting en dus voedselproductie is reeds lang bekend en gedocumenteerd. Vaak denken we dan enkel aan honingbijen. Gelukkig krijgt het nut van andere insecten zoals wilde bijen, zweefvliegen en zelfs bepaalde nachtvlinders meer en meer aandacht. 

Uit de analyse van de data van www.mijntuinlab.be blijkt ook dat stadstuinen het gemiddeld zelfs beter doen op vlak van bestuiving dan verkavelingstuinen. Een goede reden dus om samen met je buren de handen uit de mouwen te steken voor een buurt vol natuurlijk leven! Natuurpunter Patrick Vanderhulst vertelt je alvast alles wat je moet weten over bestuivers.

Het is belangrijk om je tuin aantrekkelijk te maken voor bestuivers en hen een aangepast biotoop te bieden. Ze zullen je bedanken met een grotere oogst. Sommige zweefvliegen zullen bovendien ook bijdragen aan een beter ecologisch evenwicht aangezien hun larven goede bladluizenjagers zijn. Anderen dragen bij tot de afbraakprocessen via de rattenstaartlarven. In dit artikel geven we enkele tips over hoe je het hen zo aangenaam mogelijk kan maken.

De bevruchting van het grootste deel van onze voeding hangt af van de werking van bestuivers. Deze gratis natuurdienst van bepaalde insecten is maar mogelijk als we hen een gunstige leefomgeving bieden. We spreken hier niet alleen over onze gedomesticeerde honingbijen: Uit onderzoek blijkt dat vele andere insecten zoals wilde bijen, zweefvliegen, nachtvlinders, wespen en kevers een niet te verwaarlozen bijdrage leveren. Bovendien hebben de honingbijen door de klimaatverandering en het gebruik van allerlei pesticiden het heel moeilijk om te overleven. 

Afbeelding
1_1.jpg

Steenhommelkoningin foeragerend op een krokus in maart

Het is wijs om ook zorg te dragen voor de andere bestuivers. Kevers kunnen bijvoorbeeld nog vliegen als het regent en hommels en metselbijen vliegen al bij koudere temperaturen en zijn minder kieskeurig en efficiënter. Nachtvlinders zouden eveneens een sterk onderschatte rol spelen voor de bestuiving. Zo blijken bepaalde uilmotten een grote inbreng te hebben in het bestuiven van appelbloesems. Een solitaire bij is dan weer op het vlak van bestuiving equivalent aan 120 werksters van honingbijen. Om een halve hectare appelbomen te bestuiven zijn ongeveer 250 solitaire metselbijen nodig of 15 000 honingbijen. Bij een vroege bloei van het fruit, de laatste jaren twee weken eerder dan gemiddeld, zijn de kolonies van de honingbijen nog te zwak en vliegen ze pas bij temperaturen boven de 10°C. Metselbijen zijn dan een economisch interessant alternatief. Het plaatsen van bijenhotels op zonnige plekken zorgt dan voor voldoende bestuiving. Dat de meeste wilde bijen niet steken is mooi meegenomen!

Afbeelding
2_1.jpg

Rosse metselbij aan een bijenhotel

Afbeelding
3_2.jpg

Gamma-uil 

Als je mooie vruchten wil, en dan vooral bessen, moet er veel bestoven worden. Een aardbei bijvoorbeeld is eigenlijk een schijnvrucht met wel 200 besjes die allemaal bevrucht moeten worden.

Afbeelding
4_0.jpg

Afbeelding
40.jpg

(foto: https://www.berkeley.edu/news/media/releases/2006/10/25_pollinator.shtml)

Dit betekent dat men deze wilde, meestal solitaire, bestuivende insecten moet helpen om zich voort te planten. Zowel nestgelegenheden als aangepast voeding voor de larven moeten voldoende worden voorzien. De meeste wilde bijen leven in de grond, dus bijenhotels zijn slechts nuttig voor enkele soorten bijen waaronder de metselbijen. Bovendien voeden volwassen bijen zich misschien wel met de nectar en stuifmeel van vele soorten bloemen, maar zijn hun larven veel kieskeuriger. De klimopbij zal zich bijvoorbeeld slechts vermenigvuldigen tijdens de bloeiperiode van de klimop in het najaar. Vooral de zomersoorten onder de wilde bijen kennen een achteruitgang. Dit is te wijten aan het verdwijnen van klavers en lipbloemigen in de natuur. Klavers in het gazon en het houden en laten bloeien van kruiden zoals salie, tijm, dovenetel en vele andere zijn dus aan te raden!

Afbeelding
5_1.jpg

Lathyrusbij 

Zweefvliegen zijn ook goede bestuivers. Hun larven eten evenwel geen nectar noch stuifmeel. De larven van de snorzweefvlieg jagen op bladluizen. Die van de blinde bij voeden zich met rottend plantenmateriaal. Ze worden rattenstaartlarve genoemd. 

Ook de Belgische overheid is zich bewust van het belang van deze beestjes, lanceert een campagne en formuleert een strategie inzake bestuivers. 

Afbeelding
6.jpg

Snorzweefvlieg



Afbeelding
blinde_bij_0.jpg

Blinde bij

Hoe goed doen we het in Leuven ?

In vergelijking met januari 2021 zijn er 112 nieuwe tuinen bijgekomen in de database van mijntuinlab. Hiervan hebben er 58 tuineigenaars een tuinscore berekend en dus alle gegevens ingevuld die hiervoor nodig zijn. Dit maakt een totaal van 616 actieve tuineigenaars op mijntuinlab.be.

De gemiddelde score van deze nieuwe tuinen is 73,7. De gemiddelde score van de oudere tuinen is 75,2. Ook deze tuineigenaars die aansloten in het afgelopen jaar hebben dus nog een belangrijk potentieel tot verbetering. Wellicht hebben de acties Maai Mei Niet en de nieuwe campagne FlowerPower De Tuin bijgedragen tot bewustwording. Ik ben trouwens een van de 500 geselecteerden dus houd de nieuwsbrief in de gaten voor een verslag!

Uit de analyse van de scores voor bestuiving blijkt alvast dat de relatief kleine stadstuinen het beter doen dan de verkavelingstuinen. En dan is de bijdrage van groene daken nog niet meegenomen in deze berekening. Nochtans maken ze 42% uit van de deelnemers. Het algoritme achter deze score focust wel op bloemen en niet op de waardplanten. In stadstuinen besteedt men in het algemeen meer zorg en aandacht voor bloemen. In verkavelingstuinen zie je vaak minder kleur, behalve duizend tinten groen. De aanwezigheid van het juiste voedsel voor hun larven wordt echter niet in rekening genomen, dus voorzichtigheid is geboden bij de interpretatie van deze scores. 

Afbeelding
screenshot_2022-01-29_at_19.01.52.png

Bekijk zeker de tips die op mijntuinlab.be staan. Hoe lok je bijvoorbeeld bijen en hommels naar je tuin? 

Wat kan je zelf doen ?

Algemeen is het belangrijk om in je tuin te zorgen voor een bloesemboog (of bloeispreiding) van de vroege lente tot in de late herfst. Alleen de enkelvoudige bloemen, waar de insecten gemakkelijk aan de meeldraden en nectar kunnen, zijn nuttig. Modern geteelde cultivars met spectaculaire maar gesloten bloemen zijn waardeloos. Bloembollen zoals sneeuwklokje en krokus, maar ook de helleborus en vleesbes en bomen zoals de els, hazelaar en wilgen bieden het eerste voedsel. Hierdoor kunnen o.a. de hommelkoninginnen voedsel vinden om een nest op te starten. Ook de late bloeiers zijn cruciaal want deze dragen ertoe bij dat de bestuivers welgevoed de winterrust ingaan of dat de dagpauwogen hun migratievlucht naar Spanje kunnen realiseren. Asters en hemelsleutel zijn bekende laatbloeiers, maar bijvoorbeeld het koninginnekruid, de klimop en sporkehout mogen talrijker aanwezig worden. Opgepast, “bijvriendelijk” plantgoed dat niet biologisch is geteeld kan de bestuivers vergiftigen. Om voldoende bloemen te behouden tijdens de droge zomers is ontharden essentieel. In Leuven kan je ideeën indienen over waar er in je buurt potentieel is voor ontharding via deze webpagina.

Je kan thuis met de kinderen een eenvoudig educatief experiment uitvoeren door het maken van een lagoon. Hierdoor help je de zweefvliegen. In dit (engelstalige) document staat dit goed aangegeven. Je kunt deze best al de volgende weken opzetten zodat ze klaar zijn in mei voor het voortplantingsseizoen.Elke maand kan je de poppen oogsten, opsluiten in een bokaaltje en zo de geboorte van de zweefvliegen observeren. Succes!

Gezien de specifieke noden van elke soort bestuiver kan je in je eigen tuin al veel doen. Natuurgebieden, naast ecologische tuinen, blijven onmisbaar omwille van specifieke landschappen met bijhorende biotopen waar meer extreme condities gelden: arme droge zandgronden enerzijds en bijna permanent natte valleien anderzijds. Deze zal je echter niet gauw vinden noch kunnen nabootsen in privétuinen. Nochtans groeien daar talrijke specifieke planten die onmisbare waardplanten zijn voor bepaalde insecten. Eens volwassen zullen deze insecten wel een ruimer areaal bestrijken en dus nuttig zijn als bestuiver voor aanpalende percelen. Met de klimaatcrisis die al duidelijk voelbaar is, is het genetisch potentieel van alle levende insecten nuttig en nodig opdat de natuur zich zou kunnen aanpassen. Patrick Vanderhulst

Foto’s: Patrick Vanderhulst

Bijkomende informatie:

betalende online cursus : https://bijenstichting.nl/cursus-maak-je-tuin-bijvriendelijk/