Wanneer een vogelkijker op de schouder getikt wordt en de blik achteruit werpt, ziet hij, wanneer hij blaakt van gezondheid althans, maar één ding : het voorbije trektelseizoen. Zoals voorheen werd het decor van de najaarstrektelpost vertolkt door de trektelbank t.h.v. de Rupelbocht bezuiden de grote plas van het Noordelijk eiland.
Vanop dit bruggenhoofd kan de gevleugelde invasie trots worden in kaart gebracht. Wisselende aantallen vogelkijkers kijken zich tureluurs ter hoogte van deze flessenhals voor migrerende bekjes. Waarom toch?
Is het enkel het verrassingselement dat tot de verbeelding spreekt of zijn het de groteske vertellingen van de deelnemers die de trektelgoesting zo furieus doet ontluiken?
Hebben we eigenlijk nog iets van doen wanneer een zich in de middagzon opwarmend vogelkijkerslijf vervuld van gelukzalige blijdschap de golvende vlucht van een jodelende boomleeuwerik het staalblauwe uitspansel zuidwaarts ziet aan flarden rijten?
Het is de totaalervaring die het trektellen zo iconisch doet blinken : het zenuwachtige geklik van de tikkertjes, schalkse dromerijen, een vergeten thermos, felicitaties, heel veel tocht, blije gezichten, doorzettingsvermogen, een versteend banaanoffer.
Een pullcounter lacht, geniet en count pull, niet meer niet minder.
Augustus betekent al jarenlang de aanvang van het najaarstrektelseizoen. Tien trektellingen vonden plaats vanop het paviljoen, uitkijkend over de Scheldevallei en de Rupel, goed voor 47u45 koene pluimobservatie. Druppelsgewijs vingen onze zomerse logés aan hun trek- en zwerftocht, ofschoon de temperaturen nog vlot richting 30°C stoven. Dit alles leverde 184 ooievaars op (grootste groep 62 ex. op 14/08), 2 zwarte ooievaars, 7 wespendieven, 14 bruine kiekendieven en 3 visarenden. Ook zoefden 2 zwarte sterns richting middagzon.
September bood een handvol trektelmomenten met in totaal 13u40 telgenot, goed voor onder andere 4 wespendieven, 34 ooievaars en een visarend. Redelijk zomers weer boetseerde weinig trekdynamiek.
Oktober, de trektelmaand der trektelmaanden deed de trektellers gelijk wespen naar een pot confituur postvatten aan de trektelbank. We kregen er ook een trekteltafel bij, waarvoor dank!
Twintig trekteldagen leverde 110u50 bikkelhard wetenschappelijk onderzoek op.
De eerste twee dagen trok, bij ZW- wind, de bulk van graspiepers door met respectievelijk 2017 ex. en 709 ex.. De eerste oktoberdag zorgde ook al meteen voor dagrecords graspieper en grote gele kwikstaart (9 ex.). Ook witte kwikstaart deed het op 01/10 puik met 110 individuen.
Na dit eerste weekend, viel de trek compleet stil. De flauwe NO- wind stond garant voor een gemis van aanvoer, enkel wat heen- en weer gefladder, erg akelig allemaal. Op goede dagen werd met de beste wil een duizendtal vogels geteld, armzalig voor oktober. Pas rond half oktober (14/10) gingen de aantallen weer de hoogte in bij een matige tegenwind. Het weekend van 15/10 en 16/10 werd het “blinkerweekend” met respectievelijk 2720 en 9310 veldleeuweriken (ofwel “blinkers”), waarbij op deze laatste dag het nieuwbakken dagrecord van 14/10 op twee uurtjes naar eerste provinciale werd gedegradeerd.
Op 18/10 trokken een kleine 12.000 vinken langs, wat het derde hoogste aantal ooit betrof.
De beste aalscholverdag bleek 20/10 te zijn met (ietwat ondermaats) 522 ex..
Op 22/10 stoof het smelleken met 3 ex. naar een nieuw dagrecord. Op de laatste dagen van oktober gingen de aantallen weer wat de hoogte in wat vooral te danken was aan houtduif en spreeuw.
November leverde nog 10 trektelmomenten op voor een totale periode van 46u20 haastig zoeken. Op klimatologisch vlak werden temperaturen opgetekend tot 10°C, de wind woei uit de zuidwestelijke flank van de trektelpost. Nadien namen de temperaturen een duik naar een 5-tal graden met wind uit oostelijke richting.
November tekende nog voor 23.267 vogels. Hoogtepunten werden gevormd door een rode wouw, 5 prachtig langstrekkende kraanvogels, 31 goudplevieren en 2 goudvinken die op 12/11 werden opgemerkt. Verder nog enthousiaste aantallen houtduif en spreeuw en aardige aantallen kramsvogel en koperwiek. Op 05/11 en 11/11 kwamen 12 resp. 6 kleine zwanen aan. Opmerkelijk is dat het dozijn kleine zwanen van 05/11 een luttele 25 minuutjes eerder langsheen de noordelijke trektelpost Opstalvallei vlogen, wat een vliegsnelheid van ongeveer 60 km/u opleverde.
Het trektelseizoen was zonder meer apart met enkele opvallende afwezigen zoals velduil en baardman maar anderzijds ook erg mooie ontmoetingen met o.a. een fabelachtig nieuw record van veldleeuwerik op 16/10 (9310 ex.). Hiermee valt het doek over het voorbije trektelseizoen en rest ons een woord van dank te richten aan zij die hun tijd en goed humeur schonken aan de wetenschap en de collega’s, dank aan de 10.000den besnavelde geluksbrengers en aan allen die hun goede wil etaleerden.
Wie wil nalezen kan terecht op www.trektellen.nl – doorklikken naar Noordelijk eiland, Wintam
Tekst en foto: Wouter Van Assche – Vogelwerkgroep Rupel
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief