Afbeelding
Grutto
Wim Debruyne

Grote aantallen grutto’s tanken bij in de IJzervallei

21 apr 2020
Categorieën
Natuurbericht

Voor een bedreigde weidevogel als de grutto is het niet alleen belangrijk dat er voldoende geschikte broedgebieden zijn, maar ook dat er voldoende tussenstops zijn langsheen de trekroute tussen de Lage landen en West-Afrika. De IJzervallei is zo’n hotspot, bewijzen de aantallen grutto’s die er recent geteld werden.

Als voorbode van een nakende lente is de voorjaarstrek van de grutto iets om elk jaar naar uit te kijken. Grutto's die behoren tot de continentale West-Europese populatie overwinteren hoofdzakelijk langs de kusten in West-Afrika (vooral Senegal) en schuiven reeds vanaf eind december geleidelijk op naar het zuiden van het Iberisch Schiereiland. In de tweede helft van februari en in maart trekken ze door naar de broedgebieden in Noordwest-Europa (vooral Nederland), vaak met een enkele tussenstop aan de westkust van Frankrijk. Maar ook in Vlaanderen houden ze soms even halt. Rond half februari worden doorgaans de eerste exemplaren gemeld, terwijl het hoogtepunt van de doortrek in Vlaanderen meestal rond half maart valt.

Tussenstop in de IJzerbroeken

De voorjaarsaantallen in Vlaanderen zijn over het algemeen vrij bescheiden. In de meeste gevallen gaat het om groepjes van enkele tientallen tot hooguit een paar honderd exemplaren. De laatste jaren is de IJzervallei echter uitgegroeid tot een internationaal belangrijke pleisterplaats, met aantallen die kunnen oplopen tot boven de 3.000. Dit was ook het geval in 2020. De eerste grote concentratie (1.270 ex.) dit jaar werd gemeld op 29 februari 2020. Daarna namen de aantallen snel toe tot ruim 3.400 exemplaren op 8 maart 2020. Het hoogste aantal van 3.806 grutto’s werd geteld op 23 maart 2020. De aantallen fluctueerden soms aanzienlijk van dag tot dag, wat wijst op een voortdurend komen en gaan. Ook uit het zenderonderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen blijkt dat de meeste grutto’s maar hooguit enkele dagen of soms maar enkele uren blijven pleisteren in het gebied. Die hoge ‘turnover’ betekent dat het aantal grutto’s dat een tussenstop maakt in de IJzervallei wellicht een veelvoud is van het hoogste aantal dat op één dag wordt geteld. Op goede trekdagen zie je de groepjes grutto’s soms letterlijk al roepend uit de lucht vallen, na een lange non-stop vlucht vanuit West-Frankrijk. Ze beginnen dan vaak onmiddellijk heel druk te foerageren. Zo kunnen ze even bijtanken en de conditie opnieuw aanscherpen, vooraleer de laatste etappe naar de broedgebieden in Nederland of Duitsland aan te vatten.

Afbeelding
grutto

Geen record

Dit voorjaar werden trouwens geen records gebroken. In het voorjaar van 2013 werden tot maximaal 5.465 grutto’s geteld in de IJzerbroeken. In 2017 ging het zelfs om ruim 7.400 exemplaren. Deze aantallen kunnen als internationaal belangrijk worden beschouwd omdat ze meer dan 1% van de totale populatie vertegenwoordigen. Die zogenaamde 1%-norm voor de continentale West-Europese populatie bedraagt nu 790 exemplaren. Op basis van het internationaal belang voor watervogels genieten de IJzerbroeken dan ook een terechte bescherming als Europees Vogelrichtlijngebied én Ramsar-gebied.

Overstroomde graslanden en tegenwind

Hoeveel en hoe lang grutto’s een tussenstop maken in de IJzervallei wordt voornamelijk door twee factoren bepaald: de weersomstandigheden en het al of niet aanwezig zijn van ondergelopen graslanden. Vaak wordt een toename van het aantal pleisterende grutto’s gezien bij een sterke tegenwind vanuit het noorden of noordoosten. Maar minstens zo belangrijk is de aanwezigheid van ondiep overstroomde graslanden, het favoriete biotoop van grutto’s op doortrek. De IJzer is één van de weinige rivieren in Vlaanderen waar een deel van het natuurlijke overstromingsgebied vrij intact is gebleven. In perioden van veel neerslag en hoge waterstanden kan de IJzer nog vrij overstromen in de IJzerbroeken, die een totale oppervlakte van ruim 3.000 ha beslaan. Wanneer dit fenomeen zich voordoet in februari en maart - zoals in 2020 gebeurde - dan oefent dit een grote aantrekkingskracht uit op doortrekkende grutto’s en kunnen de aantallen sterk oplopen.

 Ook IJslanders op bezoek

De meeste grutto’s die op doortrek zijn in de IJzervallei behoren tot de populatie die broedt op het Europese vasteland. Een kleiner deel betreft echter vogels van de IJslandse ondersoort Limosa limosa islandica. Beide komen vaak in gemengde groepen voor en zijn niet altijd gemakkelijk van elkaar te onderscheiden. In februari en de eerste helft van maart is de ‘gewone’ Europese grutto duidelijk in de meerderheid, met naar schatting hooguit 10% - 20% IJslanders. Het aandeel IJslandse vogels wordt echter aanzienlijk hoger naar het einde van maart en april toe. De bijna 1.300 grutto’s die op 30 maart in de IJzerbroeken aanwezig waren, bleken zelfs zo goed als allemaal tot de IJslandse ondersoort te behoren. Opmerkelijk is ook dat de IJslandse grutto-populatie het uitstekend doet en de laatste tijd behoorlijk is toegenomen. De 1%-norm voor deze populatie bedraagt nu 1.100. Ook voor deze populatie is de IJzervallei dus een (internationaal) belangrijk doortrekgebied.

Nood aan bescherming langs de volledige trekroute

Dat het niet goed gaat met de grutto in West-Europa is genoegzaam bekend. Door een steeds intensiever wordend landbouwgebruik van hooi- en weilanden slaagt de soort er niet meer in om voldoende jongen groot te brengen om de populatie in stand te houden. Dit is meteen de belangrijkste reden dat ook de Vlaamse broedpopulatie tijdens de laatste 20 jaar met 30% tot 40% is afgenomen. De huidige beschermingsmaatregelen richten zich om die reden vooral op de broedgebieden en op het opkrikken van het broedsucces. Dit neemt niet weg dat er ook aandacht moet besteed worden aan problemen die zich kunnen voordoen tijdens andere fases van de levenscyclus. Grutto’s zijn immers trekvogels die elk jaar lange afstanden afleggen tot helemaal in Afrika en Zuid-Europa. Daarbij hebben ze nood aan geschikte en veilige leefgebieden langs de volledige trekroute. Een positief punt op dat vlak is dat in het kader van een Europees actieplan de jacht op grutto in Frankrijk enkele jaren geleden werd opgeschort. Er duiken echter ook nieuwe bedreigingen op, zoals de plannen voor een nieuw vliegveld in de monding van de Taag in Portugal, midden in één van de belangrijkste pleisterplaatsen van grutto’s tijdens de voorjaarstrek (waar soms tot 80.000 exemplaren worden geteld). Ook in Vlaanderen kunnen we de soort een handje helpen door bv. in rivier- en beekvalleien weer meer ruimte te voorzien voor water en natte graslanden. Dit komt niet alleen onze watervogels ten goede maar biedt in natte perioden ook meer bescherming tegen ongewenste overstromingen in bewoonde gebieden.

Tekst: Koen Devos, Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek

Foto’s: Wim Debruyne