Afbeelding
Koolmees
François Van Bauwel

Koolmees: 5 weetjes over de best gekende mees

11 jan 2019
Categorieën
Natuurbericht
Tuin
Vogels

Koolmezen zijn verzot op de pinda’s en zaden van je voedertafel. Hun zwarte kop en borststreep maakt ze tot de meest gekende mezen. En weet je dat koolmezen grote imitatie-talenten zijn? Of dat ze zich soms als mini-roofvogels gedragen? 5 weetjes op een rij gezet:

1/ Meesterlijk imitatie-talent

Over koolmezen kan je dikwijls in superlatieven praten: ze zijn de meest voorkomende mezensoort. En de meest gekende. Fysiek zijn ze de grootste onder de mezen. Maar ze zijn ook op hun best als imitatie-talent. Koolmezen hebben een zeer gevarieerd scala aan geluiden en roepjes. Moeiteloos imiteren ze andere mezensoorten zoals de pimpelmees, de glanskop of de zwarte mees. Zelfs vinken doen ze na. Dat kunnen ze zo goed dat het verschil soms erg moeilijk te horen is. De koolmees roept luider dan vele andere soorten. Zo verraadt hij zichzelf vaak als imitator.

2/ Pak en das

Vrouwelijke koolmezen verkiezen mannen in pak en das. En niet zomaar een pak en das. Bij voorkeur is het verenpak vooraan intens geel gekleurd. Hoe geler, hoe beter. De gele kleur wordt bepaald door de kwaliteit en de hoeveelheid van voedsel. En dat bepaalt dus onrechtstreeks -in de ogen van het vrouwtje- zijn talent als oudervogel. Best draagt hij over zijn gele pak ook een zo breed mogelijke zwarte ‘stropdas’. Maar écht begeerd wordt hij pas als hij ook nog eens heel laag kan zingen! Lage noten zijn immers hét summum voor vrouwtjes. Zingt de buurman een toontje lager, dan wordt hij waarschijnlijk de vader van haar jongen. Een mannelijke koolmees is dan ook extra alert en bewaakt het vrouwtje zorgvuldig.

3/ Om de tuin geleid

Koolmezen gebruiken hun groot zangtalent om concurrenten te weren uit hun territorium. Hiervoor zingt het mannetje een lied op een plek. Daarna vliegt hij naar een andere plek en laat daar een nieuw wijsje horen. Concurrenten denken hierdoor dat het gebied reeds dichtbevolkt is en worden om de tuin geleid. Dat overkomt niet alleen mannelijke koolmezen. Ook luierende mannen durven in het ‘tu-ti - tu-ti - tu-ti’ van de koolmezen wel eens hun ontevreden vrouw te horen. Het kan namelijk klinken als ‘doe dit, doe dat, doe dit, doe dat’.

4/ Intelligente jagers

Koolmezen eten in de winter zaadjes. Ze zijn ook gek op noten en vetbollen. Lekkere hapjes verdedigen ze soms agressief. In de zomer eten ze naast spinnen en insecten vooral rupsen. Daarop stemmen ze soms hun broedseizoen af: komt de rupsenpiek vroeg, dan leggen koolmezen hun eerste ei ook vroeger. Intensief én intelligent zoeken ze rupsen en sorteren die op grootte. Pas uitgekomen jongen krijgen de kleinere rupsen, iets oudere jongen de grotere. Moeten de ouders te ver heen en weer vliegen, dan sorteren ze niet. Uitzonderlijk gedragen koolmezen zich als mini-roofvogels. Ze doden dan wel eens kleinere vogels, hagedissen of kikkers.

5/ Stadse schijn bedriegt

Hoewel stadstuinen op het eerste zicht geschikt lijken als territorium, komen koolmezen soms toch bedrogen uit. Om boven het stadslawaai uit te komen, moeten ze steeds hoger zingen. Net hierdoor hebben ze minder succes bij de vrouwtjes. Komen er toch jongen, dan is het soms moeilijk om ze groot te brengen. Ondanks het groene uiterlijk van de tuinen is het voedselaanbod er immers beperkt. Toch blijft een groot aantal nestkasten steeds bezet. Koolmezen van buiten de stad vullen immers regelmatig de populatie in de stad opnieuw aan.

 

Tekst: Christine Machiels