Afbeelding
Kraanvogels
Annelies Jacobs

Kraanvogels trekken over oosten van het land

7 nov 2017
Categorieën
Natuurbericht
Vogels


Sinds gisteren trokken zo’n 5000 Kraanvogels over het oosten en zuidoosten van ons land. Grote groepen trompetterende vogels zijn op weg van hun noordelijke broedgebieden naar de overwinteringsgebieden in Spanje. Het jaarlijks spektakel luidt het begin van de winter in. Dit jaar zijn de vogels opvallend laat.

Gisteren en vandaag werden boven de provincies Luik en Luxemburg zo’n 5000 overtrekkende Kraanvogels gezien, in kleine en grotere groepjes (tot 1460 stuks boven    de Hoge Venen). De waarnemingen komen traditiegetrouw vooral uit het oosten van het land. Alleen bij strakke oostenwind wordt ook Vlaanderen    getrakteerd op overvliegende kranen.

Kraanvogels zijn met 120 cm en spanwijdte tot 2,3 meter net iets groter dan ooievaars en ze zijn een stuk slanker gebouwd. Ze vliegen met nek en steltpoten lang uitgestrekt. Trekken doen ze majestueus  in lange slierten, meestal in V-formaties om energie te sparen. Trekkende kraanvogels laten zich opmerken door hun opvallend getrompetter. Het verenkleed van een Kraanvogel is overwegend blauwgrijs met op de rug roestkleurige vlekken. Bij volwassen vogels is de achterkant van de kop wit, terwijl de keel zwart is. Bovenop de kop bevindt zich een zwart gedeelte met een onopvallende, donkerrode kruin.

Kraanvogels broeden in Scandinavië en Polen en verder oostwaarts tot in Azië. Al verschuift de soort haar broedgebied naar het zuiden en wordt er tegenwoordig ook al in Nederland gebroed. Ze verkiezen daarvoor afgelegen rietvelden, moerasbossen, plassen, vennen en rivierdalen. Na het broedseizoen trekken ze in etappes naar Spanje, waar ze de winter doorbrengen in uitgestrekte hoogstamboomgaarden met steeneiken in de regio van Extremadura. Ook Lac Du Der in Frankrijk is een populaire overwinteringsplek. Ze eten er voornamelijk grote insecten, wormen en amfibieën. Wanneer ze op doortrek landen in akkerbouwgebieden eten ze achtergebleven maïskorrels, granen en aardappelen die op de velden zijn blijven liggen.

Afbeelding
_wdx7642_0.jpg

Op doortrek eten ze achtergebleven maïskorrels die op de velden zijn blijven liggen. (foto: Wim Dirckx)

Voor de 'pitstops' tijdens hun trek worden natuurgebieden in Nederland en België gebruikt, zoals bijvoorbeeld de Hoge Venen. Soms blazen daar duizenden of zelfs tienduizenden vogels verzamelen. Vanmorgen waren er zo’n 400.

Later en minder

Tot nog toe liggen de aantallen Kraanvogels boven ons land dit jaar een pak lager dan andere jaren. Waarschijnlijk is dat vooral te wijten aan meteorologische omstandigheden waardoor grotere aantallen een meer oostelijke koers hebben moeten volgen. Op het moment van de grote verplaatsingen van Kraanvogels richting Duitsland waren er verschillende westerstormen, bijvoorbeeld 'Xavier' op 4-5 oktober. Wellicht hebben grote aantallen oostelijkere routes over centraal-Duitsland moeten volgen.

Een andere verklaring moeten we zoeken in de mindere regenval in Noordoost-Duitsland dit jaar. Plekken die vorige jaren door de overvloedige regenval met te diep water zaten, en daardoor minder geschikt waren als pitstop, hebben nu wel een grote aantrekkingskracht. En waarom zou je dan nog doorvliegen naar het westen?

Een derde reden zou de laattijdige oogst van maïs kunnen zijn, dit jaar. De Kraanvogels moeten daardoor op zoek naar een andere voedselbron om aan te sterken. En mogelijk belandden ze zo oostelijker, waar veel meer natuurlijke moerasgebieden zijn.

De kraanvogelgroepen die we boven ons land kunnen waarnemen, komen vanuit de regio Diepholz. Er wordt geschat dat zich daar nog tienduizenden exemplaren bevinden. Dat kan de komende dagen nog een enorm spektakel opleveren. Eind februari, begin maart trekken de vogels weer naar het noorden. Traditiegetrouw trekken ze dan weer de lente op gang.

Tekst: Gert Vandezande, Natuurstudiegroep Dijleland & Gerald Driessens, Natuurpunt Studie
Foto’s: Annelies Jacobs & Wim Dirckx