Afbeelding
Natuurinclusief bouwen
Natuurpunt

Project Natuur-inbouw wil meer gebouwen diervriendelijk maken

14 feb 2024
Categorieën
Natuurbericht

In september 2023 stapte Natuurpunt Studie mee in het driejarig Interregproject ‘Natuur-inbouw’ in Vlaanderen en Nederland. Het project wil overheden, bedrijven en instellingen samenbrengen om aan de slag te gaan voor biodiversiteit in de stad. Want er zijn oplossingen om onze gebouwen te isoleren en klimaatbestendig te maken, en ook nog ruimte te bieden aan wilde dieren die afhankelijk zijn van die gebouwen. Denk aan neststenen voor vogels, verblijven voor vleermuizen en groene daken en gevels voor insecten.

Biodiversiteitsverlies in stedelijke omgeving

Doorheen de geschiedenis hebben sommige soorten zich aangepast aan de stedelijke omgeving. Heel wat vogels, zoals gierzwaluw, huismus en zwarte roodstaart gebruiken (openingen in) gebouwen als nestplaats. Ook sommige vleermuissoorten, zoals gewone dwergvleermuis en laatvlieger, zijn voor hun netwerk aan verblijfplaatsen afhankelijk van gebouwen. Door verstedelijking en de stijgende behoefte aan woningen gaan heel wat plekken voor natuur verloren. Daarbovenop worden gebouwen steeds vaker en beter geïsoleerd ten behoeve van het klimaat. Hierdoor daalt het aantal beschikbare nest-, rust- en slaapplaatsen voor onze stedelijke fauna met als gevolg dat die soorten het steeds moeilijker krijgen en in aantallen achteruit gaan.

Afbeelding
Zwarte roodstaart

Zwarte roodstaart voert haar jongen (foto: Wouter Knaepen).

Extra aandacht voor vleermuizen

Het project richt zich op gebouwgebonden vogels, insecten en vleermuizen. Door middel van inventarisatie en monitoring wordt voor de verschillende soorten onderzocht welke eisen zij aan verblijfplaatsen stellen. Voor vogelsoorten is hierover al veel bekend, bij vleermuizen ligt dit iets anders. Hun nachtelijke en verborgen levensstijl bemoeilijkt onderzoek. Daarnaast hebben ze een netwerk aan verblijfplaatsen nodig. Ze stellen voor elk seizoen andere eisen aan hun verblijfplaats. Ze hebben nood aan zomer-, winter, paar-, kraam- en tussenverblijfplaatsen en verplaatsen zich ook binnen een seizoen. Dit heeft allemaal te maken met het vinden van het juiste microklimaat (temperatuur en luchtvochtigheid) voor de juiste periode. Het ophangen van een vleermuiskast is hiermee niet voldoende. Binnen het project zal Technische Universiteit Eindhoven werken aan de ontwikkeling van maatregelen die aan de specifieke eisen van verschillende soorten voldoen.


Afbeelding
Dwergvleermuis

Gewone dwergvleermuis, een soort die vaak in spouwmuren en andere openingen in gebouwen verblijft. (Foto: Wouter Knaepen)

Samenwerken voor natuur in de stad

Project Natuur-inbouw heeft als doel meer gebouwen diervriendelijk te maken. Daarvoor is een samenwerking tussen de bouw- en natuursector nodig. Aan de ene kant zal de bouwsector, naast het bouwen zelf, ook inzichten kunnen geven over bouwtechnische aspecten van faunavoorzieningen. Deze kunnen niet zomaar overal geplaatst of ingebouwd worden en moeten bijvoorbeeld in een bepaald type materiaal gemaakt worden om de geschikte temperatuur te voorzien. Aan de andere kant zal de natuursector de geschikte (a)biotische factoren per soort onderzoeken en nagaan welke gebouwen geschikt zijn voor welke soorten. Zo zal er per locatie gericht gewerkt kunnen worden.

Natuurinclusief bouwen de nieuwe norm

Elke nieuwbouw, renovatie en herinrichting is een opportuniteit om bij te dragen aan natuur in de stad. Om ervoor te zorgen dat natuurinclusief bouwen de nieuwe norm wordt en voor iedereen toegankelijk is, vormen participatie en draagvlakverbreding belangrijke onderdelen van het project. Er gaan demonstratieprojecten van start, verspreid over Nederland en Vlaanderen, waar faunavoorzieningen aan en in gebouwen worden geplaatst. Dit betreft veelal publieke en toegankelijke gebouwen, waardoor het brede publiek kennis kan maken met de mogelijkheden. Ook is het nodig om deze locaties nauw op te volgen en te monitoren om de effectiviteit na te gaan van de voorzieningen. Daarbij kunnen vrijwilligers een handje toesteken. Op die manier is het project in zekere zin een citizen science project.

Samenwerking tussen regio’s

Met een samenwerking tussen Vlaanderen en Nederland willen we versneld tot een nieuwe aanpak komen om natuurinclusief bouwen tot standaard te krijgen. Aangezien Vlaanderen beleidsmatig nog niet even ver staat als Nederland m.b.t. natuurinclusief bouwen, zal Vlaanderen heel wat kunnen bijleren hierover. Alle Vlaamse provincies zijn vertegenwoordigd. In Nederland gaat het over Limburg, Noord-Brabant en Zeeland.

De deelnemende organisaties uit Vlaanderen zijn: APB Kamp C, Blenders VZW, Embuild Vlaanderen, Hogeschool PXL, Natuurinvest, Natuurpunt Studie, Provincie Limburg, Provincie Oost-Vlaanderen, Provincie Vlaams-Brabant, Provincie West-Vlaanderen, Stad Gent, Vlaamse overheid en W.T.C.B.

De deelnemende organisaties uit Nederland zijn: Gemeente Breda, Gemeente Goes, Gemeente Middelburg, Gemeente Terneuzen, Gemeente Weert, Provincie Zeeland, Technische Universiteit Eindhoven en Vogelbescherming Nederland.

Het project kost 5,53 miljoen euro en wordt voor de helft gefinancierd door de Europese Unie via Interreg Vlaanderen-Nederland, de andere helft komt van de projectpartners en co-financierders.

Meer info: https://interregvlaned.eu/natuur-inbouw.

Afbeelding
linkedin_event.png

Op 12 maart 2024 is er een startevenement in Brussel. Klik hier voor meer informatie en om je in te schrijven.

Tekst: Romeo Liekens (Natuurpunt Studie) en Aster Boeschoten (Vogelbescherming Nederland)


Afbeelding
logo_natuurinbouw.png