Afbeelding
Kleine hoefijzerneus
Hugo Willocx

Uitgestorven gewaande vleermuis duikt op in Steenokkerzeel

4 jun 2019
Categorieën
Natuurbericht
Organisatie
Biodiversiteit
Biotopen en habitats
Inventarisatie & monitoring
LIFE BNIP
LIFE Green Valleys
Natura 2000
Vleermuizen
Zoogdieren


In het Floordambos in Steenokkerzeel is via geluidsopnames een jagende kleine hoefijzerneus waargenomen. De vleermuizensoort is al bijna 45 jaar niet meer waargenomen in Vlaanderen en werd zelfs als uitgestorven beschouwd. De waarneming gebeurde tijdens een onderzoek dat Natuurpunt uitvoert in het kader van LIFE Green Valleys, een Europees natuurherstelproject in de Brusselse rand.

De kleine hoefijzerneus was voor de tweede wereldoorlog wijdverspreid in Vlaanderen (van de kust tot Limburg), met onder andere honderden overwinterende dieren in de Limburgse mergelgroeven. Ze werd voor het laatst vastgesteld in 1975. Ook in Wallonië is het aantal verblijfplaatsen erg beperkt en geldt de soort als erg zeldzaam (300-350 dieren). Het dier in het Floordambos werd waargenomen op enkele percelen die door Natuurpunt MaViSt, de lokale afdeling van Natuurpunt, beheerd worden.

Opsporing met batdetector

Met een batdetector werden geluidsopnames gemaakt van alle vleermuizen die voorbij vlogen. Nadien werden deze geluiden beluisterd en geanalyseerd door onderzoekers van Natuurpunt. De verbazing was groot toen ze het geluid van de kleine hoefijzerneus hoorden. Niet alleen omdat de soort al bijna 45 jaar niet meer was waargenomen, maar ook omdat deze soort een heel zachte sonar heeft die alleen door de batdetector wordt waargenomen wanneer het dier binnen enkele meters van het toestel vliegt.


Afbeelding
Geluidsfragment Kleine hoefijzerneus

Minivleermuis
De kleine hoefijzerneus is een van de kleinste vleermuissoorten van Europa; ze is slechts 3,5-4,5 cm groot en weegt 4-10 gram. Ze verplaatst zich voor het zoeken van voedsel gemiddeld niet verder dan 2,5 km van haar verblijfplaats. Het is momenteel nog onduidelijk of het dier in het Floordambos inderdaad in de omgeving verblijft, of een toevallige passant is.

Het voedsel van de kleine hoefijzerneus bestaat uit kleine insecten zoals muggen, langpootmuggen, kleine nachtvlinders en spinnen. In een vlinderachtige, behendige vlucht wordt dat voedsel gevangen. Soms plukken de vleermuizen hun prooien ook van takken en de grond.

De kleine hoefijzerneus staat ook bekend als erg lichtschuw. Ze verkiezen een afwisseling van structuurrijk loofbos en weiland als jachtgebied en als verbindingszone naar de verblijfplaats. Ze volgen daarbij steeds lijnvormige landschapselementen zoals hagen en bomenrijen, vooral als die aan beide zijden beschut zijn, zoals bij dubbele bomenrijen, holle wegen, boswegen en dreven. Dat heeft waarschijnlijk te maken met een betere bescherming tegen predatoren en wind.

Zoals alle hoefijzerneuzen is de kleine hoefijzerneus een warmteminnende soort. De zomerverblijven in het noordelijk deel van het verspreidingsgebied (zoals in België) zijn over het algemeen zolders. zijn zeer gevoelig voor verstoring en zijn daardoor zijn ze enkel terug te vinden in afgelegen, onbewoonde of zeer rustige gebouwen.

Sinds september 2018 loopt in de Groene Vallei, een oase van rust in de Brusselse rand, het natuurherstelproject LIFE Green Valleys. Om bij de inrichtingswerken zo goed mogelijk rekening te kunnen houden met de aanwezige vleermuizen, bekijken onderzoekers welke vleermuissoorten in de regio aanwezig zijn en waar ze verblijven. Vorig najaar konden ze ook al vaststellen dat de zeldzame ingekorven vleermuis en de bosvleermuis in het gebied komen jagen.

Tekst: Kris Boers, Vleermuizenwerkgroep Natuurpunt


Afbeelding
logo_life_en_n2000.jpg

Afbeelding
logo