Afbeelding
Watersnip
Jan Nijendijk/Saxifraga

Veenherstel in de Vallei van de Zwarte Beek goed voor zeldzame watersnip

18 jun 2021
Categorieën
Natuurbericht
Beheerwerken
Biodiversiteit
Biotopen en habitats
LIFE BNIP
Natura 2000
Vogels


De watersnip is in Vlaanderen een zeldzame broedvogel. Sinds de jaren 1970 gaat het aantal broedpaar stelselmatig achteruit. Een van de redenen is de afname van geschikt broedareaal. In de Vallei van de Zwarte Beek in Beringen is er de afgelopen jaren sterk ingezet op veenherstel om de watersnip weer alle kansen te geven. En de resultaten zijn veelbelovend!

In Vlaanderen is de watersnip een zeldzame broedvogel. In de jaren ‘70 werd het aantal broedpaar nog geschat op 110 - 150. Daarna kende de soort een gestage achteruitgang van ruim 80%. In 2000 - 2002 daalde het aantal territoria tot 30 à 50 paar en in 2013 - 2018 werd het aantal broedpaartjes geschat op 20 tot 25, met positieve een uitschieter van 35 in 2016. Limburg is goed voor ruim 95% van al deze territoria. En één van de absolute hotspots is de Vallei van de Zwarte Beek.

Veenherstel

De afgelopen decennia leidden wijzigingen in landgebruik in de Vallei van de Zwarte Beek tot een afname van geschikt broedareaal voor de watersnip. De soort is gebonden aan de permanent natte veenbodems maar de verdroging zorgde voor vegetatiewijzigingen en het aantal broedende watersnippen zakte in de periode 2008 - 2013 tot max. 11. Daarom werd vol ingezet op habitatherstel. 

Vooral veenherstel - o.a. mogelijk gemaakt door Natuurinrichting i.s.m. de Vlaamse Landmaatschappij, het Agentschap voor Natuur en Bos en Interreg-projecten als Care Peat - waren hierbij van cruciaal belang. Veenbodems moeten permanent nat blijven. Veen dat uitdroogt, stoot immers broeikasgassen uit en is mee verantwoordelijk voor droogtes in de zomer en verhoogde overstromingsrisico’s in de winter. Vernatting van veengebieden is dan ook van cruciaal belang. Dit gebeurt o.a. door drainagegrachten te dempen maar ook een aangepast maaibeheer is van belang om de karakteristieke vegetaties maximaal te kans te geven zich te herstellen. Zo moet een gefaseerd maaibeheer (met afvoer van alle maaisel) zorgen voor een verticale structuur in de kleine zeggevegetaties, wat leidt tot meer en beter  beschutte broedplekken voor de watersnip. Het zijn slechts enkele van de vele beheermaatregelen die werden uitgevoerd om het tij voor de watersnip te doen keren. 

Lammetjes in de lucht

Het was dan ook afwachten of alle moeite zich ook zou vertalen in meer watersnippen. Maar hoe breng je dat best in kaart? Mannetjes watersnip maken een karakteristiek mekkerend geluid tijdens hun typische baltsvluchten. Net lammetjes in de lucht. Er wordt vooral gemekkerd tijdens ochtend- en avondschemer, vaak bij vochtig en zacht weer. De soort kan best in kaart gebracht worden bij motregen of net na een regenbui, tussen 15 mei en 30 juni.. Over een traject van ca. 8 km werden in het valleigebied tijdens het broedseizoen herhaaldelijk simultaantellingen georganiseerd. Op 25 vaste telpunten werden alle territoriale gedragingen van watersnippen nauwkeurig geregistreerd door vrijwilligers van Natuurpunt Beringen. Deze waarnemingen werden aangevuld met losse gegevens en met opnames die gemaakt werden door 10 geluidsapparaten die in het gebied geplaatst werden om valleigebonden ‘schemerduistersoorten’ in kaart te brengen. 

These are the results ...

De resultaten van deze arbeidsintensieve monitoring zijn alvast veelbelovend: de voorbije 5 jaar wordt het ganse gebied intensief opgevolgd. Hieruit blijkt dat de broedpaartjes in de Vallei van de Zwarte Beek vooral broeden op de herstelde percelen. Bovendien is ook het aantal territoria licht gestegen tot 16 à 19. Op een totale Vlaamse populatie van max. 35 is dit behoorlijk indrukwekkend. Hopelijk zal deze stijgende trend zich ook de komende jaren verder doorzetten. 



De Zwarte Beek is meer dan watersnip alleen

De watersnip is één van de absolute ambassadeursoorten van het gebied, maar er zijn ook nog heel wat andere soorten die het door de uitgevoerde beheerwerken intussen beter doen. Soorten als graspieper, porseleinhoen en blauwborst zitten er in de lift terwijl de open valleigraslanden aan belang hebben gewonnen als foerageergebied voor de zeldzame nachtzwaluw. En ook de grauwe klauwier doet het heel erg goed: op de overgangen van de natte graslanden en de hogere flanken broeden intussen 15 paartjes: een onverhoopt succes.

And more to come...

Veenherstel in de Zwarte Beek is een lang en soms moeizaam proces en er is heel wat engagement nodig om dit bodemtype, dat duizenden jaren nodig heeft gehad om tot stand te komen, te redden. Veenherstel is immers de verantwoordelijkheid van de gemeenschap waarbij samenwerking met waterbeheerders en privé-eigenaars cruciaal is om onze veenvalleien duurzaam te beschermen voor de toekomst. Met ruim 750 hectare veen van de bron in Hechtel tot de monding in Diest is er dus nog veel potentieel in de Zwarte Beek en momenteel wordt er werk gemaakt van bijkomende hydrologische studies en veenherstelprojecten om ook de andere deelgebieden te herstellen.



Tekst: Christof Van Ackere (Natuurpunt Beheer)

Afbeelding
logo's Zwarte beek