Afbeelding
Vuursalamander

Vuursalamander het vroegst uit de veren

19 feb 2018
Categorieën
Natuurbericht

Alle amfibieën doen het: trekken van hun winterschuilplaatsen naar een poel, gracht of beek waar ze eitjes of larven kunnen afzetten. De trek van watersalamanders is een stuk minder zichtbaar dan die van de padden. Verscholen in oude eiken- en beukenbossen  blijft de zwart-gele Vuursalamander al helemaal buiten beeld. En toch is net die zeldzame soort de eerste amfibie om nageslacht op de wereld te zetten.

Afhankelijk van de waterstand in beken, grachten en greppels, kan de larvenafzet van de Vuursalamander al beginnen vanaf september, lang voor de winter echt begonnen is. Zolang het niet kouder wordt dan 5°C gaat dit de hele winter door, tot diep in de lente.

Zo duiken al in de herfst de eerste kleine larven op in het water. Doorheen de wintermaanden worden dat er steeds meer, met de grootste aantallen in maart en april. Niet veel later gaan de eerste larven over tot leven op het land. Van eind juni tot oktober is het even rustiger in de beken en bospoelen en daarna begint het helemaal opnieuw. 

Het hele jaar door paren?
Aangezien de Vuursalamander over de seizoensgrenzen heen larven afzet, zou je verwachten dat ook de paring die hieraan voorafgaat vrijwel het hele jaar door gebeurt. Langlopend onderzoek in Merelbeke bracht aan het licht dat dat niet zo is: vooral van september tot december werd er gepaard, terwijl hitsige mannetjes vooral in augustus en september met elkaar in gevecht lijken te gaan.

Hoe valt dat te rijmen met de lange periode van eiafzet? De wijfjes hebben een techniek ontwikkeld waarbij ze zaadpakketjes (soms van meerdere mannetjes) kunnen opslaan voordat ze er hun eicellen door laten bevruchten. Eens bevrucht kunnen ze bovendien ook de juiste weersomstandigheden afwachten voor ze larven afzetten. Een wijfje dat in een droge lente ‘te laat was’ om haar larven af te zetten, kan de afzet uitstellen tot na de eerste najaarsregens. Het resultaat is een jaarcyclus die veel minder scherp afgelijnd is dan bij de andere inheemse amfibieën.

Ook de paring zelf is merkwaardig. Het mannetje besnuffelt eerst het vrouwtje, kruipt dan onder haar door, tilt haar op en neemt haar aan de voorpoten in een houdgreep. Gaat het vrouwtje in op zijn avances, dan zet het mannetje na wat ritmisch gewrikkel een zaadpakketje (spermatofoor) af dat door het vrouwtje wordt opgenomen langs de cloaca. Na de bevruchting, ontwikkelen de embryo’s zich in het lichaam van het vrouwtje. Wanneer de larven voldoende ontwikkeld zijn, trekt het vrouwtje naar het water, kruipt er met het achterlijf in en zet de larven af. Het aantal afgezette larven per vrouwtje varieert tussen 10 en 50.

Monitoring
Sinds 2016 coördineert Natuurpunt een vrijwilligersmeetnet waarbij aandacht wordt geschonken aan zowat alle Vlaamse populaties van de Vuursalamander. En dat is geen overbodige luxe. Sinds het nagenoeg totaal uitsterven van de populatie van het Bunderbos in Nederland in 2012, heeft de schimmel Batrachochytrium salamandrivorans ook in Wallonië en Duitsland dramatische sterfte in vuursalamanderpopulaties veroorzaakt.

In Vlaanderen komt de soort vooral voor in de Vlaamse Ardennen,in Vlaams-Brabant en Brussel (onder meer in het Zoniënwoud, het Hallerbos en het Meerdaalwoud).

Omdat het beter is te voorkomen dan te genezen, heeft het Agentschap voor Natuur en Bos een hygiëneprotocol uitgewerkt. Want de schimmel heeft zich waarschijnlijk al weten te verspreiden via de schoenen van nietsvermoedende wandelaars. Op de Rode Lijst staat de soort gecatalogeerd als ‘kwetsbaar’.

Ontdek (veel) meer over de Vuursalamander

Tekst & video: Jeroen Speybroeck, Hyla
Foto's: Wim Dirckx