
Akkerflora
In de tijd van de traditionele landbouwcultuur kleurden de akkers van rood naar blauw tot geel door een grote rijkdom aan plantensoorten die tussen de gewassen konden groeien. Deze “onkruiden” werden bestreden om de opbrengst te verhogen. Door de modernisering van de landbouw zijn veel van deze soorten bijna volledig verdwenen uit Vlaanderen door:
- verbeterde zaadschoning
- chemische onkruidbestrijding
- sterkere bemesting en gebruik van kunstmest
- dieper ploegen en een dichter zaaien van het gewas
Veel voorkomende akkerplanten
Op basis van de overlevingsstrategie kunnen we de akkerkruiden opdelen in 8 groepen, waarvan slechts twee groepen welgekend en niet bedreigd zijn:
- Jaarrondkiemers: Dit zijn soorten die in elk jaargetijde kiemen als de grond omgewoeld wordt: Straatgras, Vogelmuur, Herderstasje, Paarse dovenetel, Hoenderbeet, Akkerviooltje, ….Hieronder zitten soorten die nog massaal voorkomen op onze akkers en ook goed gekend zijn als onkruiden die te pas en te onpas verschijnen op stukken open bodem, zelfs tussen de straatstenen.
- Wortelkruiden: Dit zijn de soorten die we moeilijk kwijt geraken en waartegen chemische bestrijding wordt ingezet. Deze soorten overleven met een wortelstok en worden door grondbewerkingen zelfs vegetatief vermeerderd. Deze “onkruiden” zijn welgekend plagen bij moestuiniers en zijn de eersten om braakliggende terreinen te overwoekeren: Akkerdistel, Akkermelkdistel, Klein hoefblad, Kruipende boterbloem, …;
Sterk bedreigde akkerplanten
De zes overige groepen bevatten allen zeer zeldzame soorten die met uitsterven bedreigd zijn:
- Winterannuellen: Eénjarigen die in de herfst kiemen op akkers met wintergraan. Voorbeelden zijn Akkerboterbloem, Naaldenkervel, Groot spiegelklokje, Handjesereprijs, Korensla, Slofhak, …. Deze soorten zijn allemaal zeer zeldzaam geworden in Vlaanderen.
- Zomerannuellen: Eénjarigen die in de zomer kiemen in de lente op zomergraanakkers of op akkers met hakvruchten: Spiesleeuwenbek, Kleine wolfsmelk, Akkerandoorn, Kromhals, Gele ganzenbloem, ….; Deze soorten zijn iets minder zeldzaam dan de soorten van wintergraanakkers. Akkerandoorn kom je bijvoorbeeld nog regelmatig tegen in moestuinen in volkstuincomplexen.
- Bolgewassen: Deze soorten overleven met een diep in de grond overwinterende bol en kiemen meestal direct na de winter. Bijna al deze soorten zijn uiterst zeldzaam geworden of zelfs verdwenen als akkerplant in Vlaanderen: Roggelelie, Gewone vogelmelk, Weidegeelster, Akkergeelster;
- Soorten die verspreid worden met ongeschoond zaaigraan: Dit zijn soorten met kortlevende zaden die snel kiemen en meestal niet bestand zijn tegen diep ploegen. Voorbeelden zijn Bolderik, Korenbloem, Dreps, Koeienkruid, Dolik, …. Ook een vals zaaibed in de herfst of wintergraan laten staan als vogelvoedergewas doodt de meeste kiemplanten van deze soorten
- Soorten die betrekkelijk kortlevend zaden hebben en niet mee geoogst worden met de dorser: Deze soorten kunnen alleen overleven als er na de oogst niet-kerende bewerkingen uitgevoerd worden. De meeste van deze soorten zijn er ook mee gediend dat na de oogst de stoppels nog een maand onbewerkt blijven staan. Deze soorten kunnen dan tot bloei en tot zaadzetting komen: Eironde leeuwenbek, Kleine wolfsmelk, Akkerleeuwenbek, Smalle raai, Valse kamille, Viltkruiden, ….; Deze soorten zijn allen zeer zeldzaam in Vlaanderen omdat de lange stoppelfase ontbreekt en er te diep geploegd wordt.
- Enkele soorten akkerkruiden zijn gebonden aan een welbepaalde teelt: Vlaswarkruid, Vlasdolik en Vlashuttentut. Deze soorten zijn volledig verdwenen omdat er een lange periode geen Vlas meer geteeld werd in Vlaanderen.
Door Jules Robijns werd een presentatie over de bedreigde akkerflora in Vlaanderen opgemaakt. In deze presentatie wordt dieper ingegaan op de geschiedenis van de akkerflora met kaarten en beschrijvingen van de historische en actuele verspreiding. Een aantal geslaagde akkerfloraherstelprojecten in onze buurlanden worden in de kijker gezet. Daarnaast worden ook een aantal recent opgestarte herstelprojecten in Vlaanderen voorgesteld. Het beheer in functie van akkerkruiden wordt toegelicht, waarbij aandacht wordt geschonken aan de valkuilen (verruiging-vergrassing) en wordt aangestuurd om bij uitblijven van spontaan herstel over te gaan tot herintroductie.
Deze presentatie, met prachtige foto’s van Jules Robijns, is hier te bekijken.
