Bosmuis
bosmuis_-tinne_wouters.jpg

De bosmuis (Apodemus sylvaticus)
Met haar grote oren is de kleine bosmuis de Mickey Mouse onder de muizen. De bosmuis behoort – net als de huismuis en de bruine rat – tot de familie van de ware muizen en komt algemeen voor in Vlaanderen. Heb je wat wilde hoekjes in je tuin, dan is er een grote kans dat ze daar woont.
Hoe herken je de bosmuis?
- goudbruine rug en witte buik
- grote, afgeronde oren
- grote ogen
- lange staart (langer dan het lichaam)
- wegen 14 tot 35 gram
- van kop tot romp 75 tot 100 mm groot
Jonge bosmuizen zijn eerder grijs dan bruin. Daardoor worden ze wel eens verward met jonge huismuizen.
De bosmuis is een nachtdier
De bosmuis is een nachtdier. Tijdens de korte zomerse nachten is hij de hele tijd druk in de weer. In de winter is hij daarentegen alleen aan het begin en aan het einde van de nacht actief.
Waar leeft de bosmuis?
Ondanks zijn naam komt de bosmuis niet alleen in het bos voor. Als er genoeg plaats is om zich te verstoppen, vindt hij ook in parken, tuinen, akkers, graslanden en heide een geschikte woonplaats. In de winter zoekt hij soms de warmte van gebouwen op. Toch blijft de bosmuis niet altijd met zijn pootjes op de grond: hij klimt zonder problemen tot 5 m hoog in een boom.
Bosmuizen geven hun gangenstelsel door aan volgende generaties. De grootte en de diepte van die gangen hangen af van hun ligging. In bossen en houtkanten maken de bosmuizen een uitgebreid gangenstelsel dat 5 tot 20 cm onder de grond ligt en waarvan de gangen een diameter van ongeveer 3 cm hebben. Het nest ligt meestal onder een boomstronk, een omgevallen boom of een struik en is bekleed met bladeren en ander plantenmateriaal. In akkers kan het gangenstelsel tot 50 cm onder de grond liggen en is het minder uitgebreid.
Wat eet de bosmuis?
Op het menu van de bosmuis staan zaden, paddenstoelen, bessen, mos, stengels en bladeren. Daarnaast lust hij ook dierlijk voedsel: slakken, kevers, regenwormen en vlinderlarven zijn niet veilig in zijn buurt.
Vooral in het najaar begint de bosmuis voedselrestjes te verzamelen. Die verstopt hij in zijn gangenstelsel of in andere holtes die hij kan vinden. Zo gebruikt hij al eens een nestkastje als opslagplaats voor zijn voedselvoorraad.
Hoe plant de bosmuis zich voort?
De voortplantingsperiode begint in maart en eindigt normaal gezien in oktober. Bij zachte winters kan die ook langer doorlopen. De mannetjes zijn geslachtsrijp na 28 dagen en de vrouwtjes na 3 tot 6 maanden. Jongen die in het najaar geboren zijn, ontwikkelen zich trager.
Bij bosmuizen duurt de dracht 23 tot 26 dagen. Toch hebben de meeste vrouwtjes maar 1 of 2 nestjes jongen per jaar. De grootte van het nest kan variëren van 2 tot 9 jongen.
Overlevingskansen
In gevangenschap kunnen bosmuizen 5 jaar oud worden. In het wild haalt daarentegen maar 10% van de jongen een leeftijd van 6 tot 8 maanden.
Vijanden
De bosuil en de wezel zijn de voornaamste natuurlijke vijanden van de bosmuis. Zij kunnen lokaal een grote invloed hebben op bosmuispopulaties. Ook de vos, de kerkuil, de ransuil en marterachtigen vormen een gevaar.