Viervlekwielwebspin
viervlekwielwebspin_leo_vaes.jpg

Viervlekwielwebspin (Araneus quadratus)
Laat je niet teveel leiden door de kleur van de spinnen op de foto's. De viervlekwielwebspin is namelijk onze meest variabele spinnensoort als het op de kleur aankomt. Je kunt zowel witte, gele, groene, oranje als bordeauxrode exemplaren aantreffen, alsook alle tussenvormen. Ook heb je exemplaren met een bladvormige tekening op het achterlijf en exemplaren zonder zo'n tekening. Wat meestal wel aanwezig is, zijn de vier witte vlekken op de rug van het achterlijf. Die staan in een trapeziumvorm, waarbij de voorste twee vlekken dichter bij elkaar staan dan de achterste. De volwassen vrouwtjes hebben een opvallend groot, bolvormig achterlijf. Deze soort kan eigenlijk enkel verward worden met de gewone vorm van de marmerspin. Die heeft soms ook vier witte vlekken op het achterlijf.
Wanneer de vrouwtjes van de viervlekwielwebspin hoogzwanger zijn, zijn het onze grootste wielwebspinnen. Je ziet hun web dan behoorlijk doorbuigen wanneer ze erin komen geklommen. Maar de draden zijn enorm sterk. Je moet maar eens je vinger tegen zo'n brugdraad aan de bovenkant van het web houden en ertegen duwen. Zelfs heel grote en sterke insecten zoals libellen en sabelsprinkhanen worden erin gevangen. De spin komt dan uit haar koepelvormige schuilplaats gekropen en zal bijna altijd direct de gifbeet toedienen. Pas dan begint ze de prooi in te spinnen.
Buiten haar web is de viervlekwielwebspin echt een onhandig diertje. Ze kruipt traag verder of sukkelt op haar rug en kan dan amper zelf weer op haar buik draaien.
De soort is te vinden op de heide, in wegbermen, graslanden of braakliggende terreinen, waar ze haar koepelvormige schuilplaats meestal in samengesponnen grashalmen of bladeren maakt. Ze spint haar web bijna nooit hoger dan een halve meter van de bodem. De viervlekwielwebspin is geen zeldzame soort, maar in het ene jaar zul je haar vaker aantreffen dan in het andere.
- Lichaamslengte (mannetje/vrouwtje): 6-8mm/9-20mm