LIFE Multi Peat
Inleiding
Klimaatopwarming, broeikasgassen, CO2, het doet allemaal waarschijnlijk wel een belletje rinkelen. Het is ondertussen ook duidelijk dat er dringend nood is aan maatregelen om klimaatopwarming en CO2-uitstoot te verminderen. Vaak grijpen we hiervoor terug naar de natuur, en meer bepaald bossen. Bossen helpen inderdaad met het capteren van CO2 en zo wordt het dus uit de atmosfeer gehaald en draagt het niet meer bij tot klimaatopwarming. Wat echter niet algemeen geweten is, is dat veengebieden eigenlijk nog veel beter zijn in het opnemen van CO2 in de bodem. Onder de voorwaardes dat veengebieden in een goeie staat zijn en dus niet verdroogd. In Vlaanderen resten nog maar weinig veengebieden. De gebieden die er nog zijn, zijn vaak verdroogd en gedegradeerd. Hier helpt het Europees LIFE Multi Peat project om het veensysteem terug te herstellen en zo bij te dragen tot klimaatmitigatie.
LIFE Climate Change Mitigation
LIFE Multi Peat is een LIFE Climate Change Mitigation project, dit is anders dan de meeste andere LIFE-projecten die focussen op biodiversiteit en habitatherstel. Hier ligt de focus dus op het klimaat. Beide zijn natuurlijk nauw aan elkaar verwant. Door de CO2-capterende werking van veengebieden te herstellen, wordt ook biodiversiteit beschermd en aangetrokken en beschermen en ontwikkelen we een aantal Europees beschermde habitatten. Er wordt geschat dat de vallei van de Grote Beek na herstel de CO2 uitstoot met meer dan 1000 ton CO2 per jaar reduceert.
Veenherstel
Momenteel zijn veel veengebieden verdroogd en stoten ze dus CO2 uit. Een veengebied is eigenlijk een gebied waar duizenden jaren geleden heel veel CO2 is opgeslagen in de grond. Hiermee kunnen we twee kanten uit: ofwel gaat de CO2 die ooit is opgeslagen geleidelijk aan terug vrijkomen, ofwel herstellen we de werking van het veen en zetten we het proces verder waarin CO2 gefilterd wordt uit de lucht.
Binnen het LIFE Multi Peat project zullen een aantal van deze veengebieden hersteld worden. Samen met een aantal Europese partners uit Nederland (Natuurmonumenten & Eurosite), Duitsland (NABU), Polen (KP & OTOP) en Ierland (NUIG) gaan we de strijd aan tegen klimaatverandering. In totaal wordt zo’n 700ha veengebied hersteld, waarvan 130ha in de vallei van de Grote Beek.
Wil je meer weten over het project? Neem even een kijkje op:
Meer info over veen vind je hier:
Projectgebied
De Vallei van de Grote Beek ligt ten noorden van de Vallei van de Zwarte Beek en is gelegen in 3 gemeentes: Beringen, Ham en Leopoldsburg. Net zoals de Vallei van de Zwarte Beek is de Vallei van de Grote Beek een venig gebied. Je vindt er voornamelijk Elzenbroekbos, maar ook delen met meer open overgangsvenen.
Grote Beek en Kleine Beek
De Vallei van de Grote Beek bestaat eigenlijk uit 2 beekvalleien. Enerzijds is er de Grote Beek (ook wel de Grote Laak genoemd) die ontspringt in het militair domein “Kamp Beverlo” in Leopoldsburg daarna ten noorden van Beverlo passeert door Ham en zo verder naar de Grote Nete. Anderzijds is er de Kleine Beek (ook wel de Winterbeek of Genemeerbeek genoemd) die ontspringt in Beringen en onder Beverlo door loopt. Hier komt deze samen met de laardijbeek en stroomt dan verder richting de Demer. De Vallei van de Grote Beek omvat 230 hectare Natuurpuntgebied. Het gebied is echter zeer gefragmenteerd. Momenteel is de Vallei van de Grote Beek een onbekend en onbeminds gebied. De natuur ligt er verspreid in kleine percelen en is vaak sterk beïnvloed door de omgeving.
Geschiedenis
In de tweede wereldoorlog zijn delen van dit gebied sterk gebombardeerd geweest en zijn er dus nog steeds bomputten aanwezig in het landschap. Hierna is dit nat gebied spontaan ontwikkeld tot elzenbroekbos. In de toekomst willen we hier een groot, aaneengesloten, natuurlijk valleigebied laten ontwikkelen, waar veen terug een actieve rol kan spelen.
Doelstellingen
Het doel van dit LIFE-project is om het veensysteem te herstellen en zo een bijdrage te leveren aan klimaatmitigatie via CO2 opnamen.
Concrete doelstellingen samen met alle partners binnen dit project zijn:
- Broeikasgasmetingen en kwantificeren van CO2 opnamen via gesloten kamertechniek en drones, dit kan gebruikt worden voor het verder uitwerken van de toepassing van Carbon credits
- Ontwikkelen van een Europese policy toolkit omtrent veenherstel, waar alles van veenbeleid, data en veenprojecten verzameld wordt
- 700ha veenherstel
Concrete doelstellingen binnen de vallei van de Grote Beek zijn:
- 130 ha hydrologisch herstel binnen de vallei
- Opzetten van Paludicultuur
- Meer toegankelijk maken van het gebied.
Hydrologisch systeemherstel
In het kader van klimaat adaptief natuurherstel is het belangrijk om verder te kijken dan enkel de percelen met het meeste potentieel. Hier is een volledig herstel van het ecosysteem noodzakelijk. We herstellen dus de abiotiek van grote delen van de vallei om zo terug verschillende ecosysteemdiensten te kunnen leveren. Meer concreet gaan we hier de vallei hydrologisch herstellen. Hiervoor worden grachten en beken gedempt of opgestuwd om ervoor te zorgen dat het water in het kerngebied tussen de 10 en de 20 centimeter onder het maaiveld komt te staan. Verder is het zeer belangrijk dat deze waterstand stabiel is. Het is dus zeker niet de bedoeling dat dit alles blank staat als het sterk geregend heeft. Meer nog, een gebied dat nat genoeg is, kan terug CO2 uit de lucht opnemen en zo dus bijdragen aan klimaatmitigatie. Als het water echter boven het maaiveld staat dan wordt niet enkel CO2 opgenomen, maar komt ook methaan vrij. Dit methaan is op zich een minder gevaarlijk broeikasgas aangezien het minder lang in de atmosfeer blijft. Toch kan dit simpel vermeden worden door te zorgen dat het water onder het maaiveld blijft.
Ecohydrologische studie
Om dit hydrologisch herstel in de praktijk te brengen is goede kennis nodig van het hydrologisch systeem in de beekvallei. Hiervoor doen we een ecohydrologische studie waaruit we de nodige maatregelen kunnen afleiden die et gewenste resultaat leveren. Anderzijds is ook de kwaliteit van het water zeer belangrijk. Ook hier zitten nog enkele vervuilingen in de Vallei van de Grote Beek, deze moeten eerst opgelost worden voordat het systeem hersteld kan worden.
Ecosysteemdiensten
Eenmaal het systeem hydrologisch hersteld is, draagt het niet enkel bij tot mooie en biodiverse natuur, maar levert het ook heel wat diensten voor de mens. Zo helpt een hersteld veengebied met ecosysteemdiensten zoals waterretentie, waterzuivering, CO2-opname (i.p.v. CO2 uitstoot) (Figuur1), bescherming tegen erosie, Bodemvorming en levert het belangrijke bijdrages aan de nutriëntencyclus. Verder heeft vernatting ook een versterkende werking tegen klimaatopwarming. Droge gebieden nemen namelijk meer warmte op dan natte gebieden, waardoor ze nog meer verdrogen en nog meer warmte opnemen. Het terug vernatten van een gebied haalt het systeem uit deze negatieve spiraal en kan zorgen dat het gebied zichzelf beschermd tegen klimaatopwarming. Klimaatopwarming heeft nu nog maar een klein effect, toch is het belangrijk dat we nu al maatregelen nemen. Als we dit uitstellen zal het uiteindelijk resultaat veel minder impact hebben dan wanneer we het nu zouden doen (Figuur 2).
Figuur 1: CO2 opname is groter in nattere gebieden (Purre et.al., 2019)
Figuur 2: Effecten van vernatting op klimaatopwarming. Het is belangrijk dat we nu vernatten en niet wachten tot we meer gevolgen hebben van klimaatopwarming (Günther et al., 2020).
Doelhabitats
Elzenbroekbos (91E0)
Het grootste deel van de beekvallei bestaat uit elzenbroekbos. Dit bos komt voor op venige bodems en staat altijd onder invloed van water via langdurig stagnerend oppervlaktewater of door een sterke kweltoevoer. Deze natte elzenbossen hebben meestal een rijke ondergroei van moerasvegetatie zoals elzenzegge, pluimzegge, zompzegge, moerasvaren, slangenwortel, dotterbloem….
Diersoorten als Matkop, Havik, Wespendief, Wielewaal, Nachtegaal, Zwarte specht, IJsvogel, Grote weerschijnvlinder, Kleine ijsvogelvlinder, Europese bever, Kamsalamander, Waterspitsmuis, Brandts vleermuis, Baardvleermuis, Franjestaart, Gewone grootoorvleermuis en laatvlieger zijn te vinden in elzenbroekbossen
Zie ook:
Overgangsveen (7140)
Overgangsvenen en trilvenen hebben actieve veenvorming. Ze staan steeds onder invloed van water (zowel neerslag als oppervlakte- of grondwater). Overgangsvenen zijn eigenlijk een overgang van laag- en hoogveen of van land- of watergemeenschappen. Overgangsvenen hebben een complexe waterhuishouding en zijn gevoelig voor verstoring. Enkele kenmerkende soorten voor dit habitattype zijn: Veenpluis, Zompzegge, Slangenwortel, Snavelbiezen, Eenarig wollegras, Wateraardbei, Waterdrieblad, Veenmossen, …
In overgangsvenen vinden we soorten zoals Watersnip, Grauwe klauwier, Levendbarende hagedis, Hoogveenglanslibel, Venglazenmaker, Gevlekte glanslibel en Moerassprinkhaan.
In de Vallei van de Grote Beek omvat het overgangsveen vooral kleine zeggenvegetaties die nog in de eerste stadia van ontwikkeling zijn
Zie ook:
Paludicultuur
Paludicultuur of natte landbouw is een voorbeeld van duurzame landbouw. Hier worden alternatieve gewassen gekweekt op gronden die te nat zijn voor conventionele landbouw. Deze gewassen kunnen voor verschillende zaken gebruikt worden. Zo kan Riet, Lisdodde, Veenmos, Wilgen, watermunt en nog vele ander gewassen worden geteeld op natte gronden. De oogst kan gebruikt worden voor diverse doeleinden zoals stalstrooisel (Riet, Lisdodde, Wilg, …), veevoer (Lisdodde, Wilg, …), isolatiemateriaal (Lisdodde, Riet, Wilg, …), medicinale werking (Riet, Lisdodde, …), potgrond (Veenmos), thee (Watermunt) en nog vele andere.
Paludicultuur in België
Paludicultuur is nog niet bekend in België. In Nederland wordt dit wel al gedaan en gebeurt er ook veel onderzoek op deze vorm van CO2 neutrale landbouw. Paludicultuur heeft zeer veel toekomstig potentieel als duurzame landbouwvorm. De markt voor deze gewassen is voorlopig nog klein, maar eenmaal Paludicultuur meer toegepast wordt zal deze veel groter worden.
Met LIFE Multi Peat wordt voor het eerst aan Paludicultuur met wilgen gedaan in België. Meer specifiek zullen hier wilgen geteeld worden aan de rand van natuurgebied. Deze wilgen kunnen enerzijds dienen als buffer voor de natte natuur, zowel voor effecten van de natuur naar de landbouwgrond toe als voor het beschermen van de natuur voor negatieve effecten van nabijgelegen landbouw. Verder nog hebben wilgen een water zuiverend vermogen en helpen ze CO2 opnemen uit de atmosfeer. Er wordt gekozen voor een wilgenvariëteit die om de 2 tot 5 jaar geoogst kan worden. Deze wilgen zijn niet fertiel en kunnen dus niet uitzaaien, maar ze komen wel in bloei te staan. Meer nog ze zullen al bloeien na 1 jaar. Wilgen zijn een van de eerste planten die tot bloei komen in het voorjaar. Hierdoor zijn ze zeer belangrijk voor vele bestuivers zoals Solitaire bijen, Honingbijen en Zweefvliegen. Met deze proefopzet rond Paludicultuur willen we natte landbouw bekend maken bij landbouwers en zo streven naar een duurzamere, CO2-neutrale landbouw.
In English
LIFE Multi Peat is a European LIFE Climate Change Mitigation project. These particular LIFE projects focus on climate mitigation, climate adaptation and raising awareness about the climate problem. This is the first LIFE CCM project carried out with Natuurpunt. The project focusses on system restoration of the Valley of the Grote Beek in Limburg (cities Beringen, Ham and Leopoldsburg). This project focusses on CO2 capturing done by Peatlands. After restoration, an uptake of more than 1000 tons of CO2 from the atmosphere is estimated in the valley of the Grote Beek.
The restoration of the valley of the Grote Beek is only a part of this large European project. This project is carried out together with the lead partner in Germany (NABU) and other partners in the Netherlands (Natuurmonumenten and Eurosite), Ireland (NUIGalway) and Poland (KP and OTOP).
Objectives
This European project has 3 main objectives:
- Peatland restoration. Almost 700ha in Europe. This restoration focusses on system restoration. To achieve this the focus will be laid on hydrological restoration by closing up ditches and dikes.
- Greenhouse gas measurements with the closed chamber technique and measurements with drones in order to quantify emission/uptake of greenhouse gasses and assist the development of carbon credits.
- Development of a European policy toolkit which collects all data, policies and project considering peatlands.
Specific measures taken in the valley of the Grote Beek are:
- Establishing a paludiculture pilot site
- 130ha peatland restoration
- Improving accessibility of the Grote Beek and creating resting places.
System restoration
LIFE Multi Peat focusses on the climate impact of nature reserves, so it is important to asses these nature reserves as a whole system. Measures focus on restoration of the whole valley ecosystem. The most important part of system restoration is hydrological restoration. Nowadays, our peatlands are suffering from droughts, restoring the hydrology make sure the peat soils can regain their buffering function and become self-managing natural systems. After restoration these peat areas can provide a wide range of ecosystem services like water retention/buffering, water filtration, soil formation, prevention of erosion, climate mitigation, host biodiversity and most important they have a big role in climate mitigation by uptake of atmospheric CO2 into the peat soils.
Paludiculture
In Belgium, paludiculture has never been done before. Paliduculture or wet agriculture is agriculture on soils that are too wet for conventional farming techniques. On these wet soils, alternative crops are planted like Reed, Sphagnum mosses, cattail or in this case Willows. These willows will be planted in buffer strips along the edges of nature areas. Each 2-5 years these can be harvested and used as cattle food, stable litter or even as isolation.
Contact
Wil je graag meer weten over het project of heb je specifieke vragen, dan kan je de projectcoördinator contacteren:
Cyr Mestdagh
[email protected]
+32 487 30 33 44
Referenties
Günther, A., Barthelmes, A., Huth, V. et al. Prompt rewetting of drained peatlands reduces climate warming despite methane emissions. Nat Commun 11, 1644 (2020). https://doi.org/10.1038/s41467-020-15499-z
Purre, A.H., Pajula, R., Ilomets,- M. Carbon dioxide sink function in restored milled peatlands – The significance of weather and vegetation. Geoderma 346, 30-42 (2019). https://doi.org/10.1016/j.geoderma.2019.03.032.
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief