Meetnetten ongewervelden

Antwerpen
Limburg
West-Vlaanderen
Oost-Vlaanderen
Vlaams-Brabant
Brussel
Afbeelding
Lentevuurspin
Lucas Van Ermen
Soort
Telproject Ongewervelden
Werking
Studie

Ongewervelden hebben het moeilijk. De laatste 50 jaar verloren we in Vlaanderen de helft van onze insecten. In opdracht van de Vlaamse overheid brengen we kwetsbare soorten in kaart en volgen we ze jaar na jaar op. In de Meetnetten zijn 12 soorten dagvlinders opgenomen, 3 soorten kevers, 10 soorten libellen, 2 soorten spinnen, 2 soorten sprinkhanen en 2 soorten mollusken.

Afbeelding
Vliegend hert
Vliegend hert
 
Afbeelding
Aardbeivlinder
Diane Appels
Aardbeivlinder

Dagvlinders

In de Meetnetten worden twaalf soorten dagvlinders opgevolgd. Deze tellingen gebeuren op een gestandaardiseerde manier zodat de resultaten vergeleken kunnen worden over de jaren heen. Negen soorten worden opgevolgd met transecttellingen, twee met gebiedstellingen en één met eitellingen op de waardplant.

Afbeelding
Gentiaanblauwtje
Leo Vaes
Gentiaanblauwtje

Sommige van deze soorten zijn nog maar in enkele gebieden aanwezig. Deze worden ieder jaar geteld. Andere soorten vinden we terug in een groter aantal gebieden. Voor deze soorten hanteren we een driejarige cyclus, zodat elke tellocatie minstens één jaar om de drie jaar wordt opgevolgd.

Transecttellingen

We lopen een vastgelegd transect van maximaal 1 km in het gekende leefgebied. Per sectie van maximaal 50 m tellen we de aantallen van de doelsoort binnen een denkbeeldige kooi rond de waarnemer (2,5 m links en rechts van de teller, 5 m voor zich uit). Tellingen worden enkel uitgevoerd bij goed vlinderweer in de actieve vliegperiode voor de doelsoort. Voor Aardbeivlinder, Heivlinder, Kommavlinder, Moerasparelmoervlinder, Oranje zandoogje en Veldparelmoervlinder moeten er drie tellingen gebeuren op een dikke maand tijd. Voor Argusvlinder, Klaverblauwtje en Bruin dikkopje doen we zes tellingen, drie in elk van de twee vliegperiodes.

Eitellingen

Binnen de Meetnetten wordt één dagvlindersoort opgevolgd aan de hand van het tellen van de eitjes, het Gentiaanblauwtje. Het uitvoeren zo'n eitelling is een echt monnikenwerk waarbij, binnen plots van 10 bij 10 meter, alle Klokjesgentianen afgespeurd worden. Het aantal eitjes wordt genoteerd per plant, stengel en knop. Op deze manier wordt elke gekende populatie in Vlaanderen opgevolgd om een vinger aan de pols te houden en na te gaan hoe deze soort het doet.

Gebiedstellingen

Afbeelding
Grote weerschijnvlinder
Wiske Teugels
Grote weerschijnvlinder

De Grote weerschijnvlinder en Bruine eikenpage volgen we op via gebiedstellingen. Dit doen we omdat deze soorten in zulke lage aantallen voorkomen dat ze zich zelden laten zien binnen de denkbeeldige kooi van 5 bij 5 meter. Tijdens een gebiedstelling wordt geen rekening gehouden met de denkbeeldige kooi, maar worden alle vlinders die gezien worden, genoteerd. Het transect is ook niet opgedeeld in verschillende secties. Op het einde van het transect worden alle geziene vlinders van de doelsoort bij elkaar opgeteld en wordt ook het hoogst aantal vlinders dat samen gezien werd, genoteerd. 

Bekijk hier welke locaties we opvolgen

Veldwerkhandleiding meetnetten dagvlinders

 
Afbeelding
Gevlekte witsnuitlibel
Erik Moonen
Gevlekte witsnuitlibel

Libellen

In de Meetnetten volgen we tien soorten libellen op. Het opvolgen van deze soorten gebeurt aan de hand van gestandaardiseerde methodes, ontwikkeld door het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO). Voor drie van deze soorten worden vaste transecten gelopen, voor twee soorten worden de larvenhuidjes geteld en de vijf overige soorten worden opgevolgd aan de hand van gebiedstellingen.

Gebiedstellingen

De Gevlekte witsnuitlibel, Maanwaterjuffer, Speerwaterjuffer, Sierlijke witsnuitlibel en Kempense heidelibel volgen we op met behulp van gebiedstellingen. Alle individuen boven een waterpartij, of in de directe omgeving ervan worden geteld gedurende 1 uur. De libellen worden niet gevangen. Dit meetnet vereist dus enige specialisatie. De gebiedstellingen gebeuren minimaal twee keer per jaar tijdens de piek van de vliegtijd, bij goed libellenweer.

Larvenhuidjes

De Rivierrombout tellen we sinds 2016 door het verzamelen van larvenhuidjes langs de kanaaldijk van het Albertkanaal. En wie geluk heeft kan af en toe deze prachtige libel uit zijn huidje zien sluipen. Eén van onze meetnettellers mocht dit magische moment meemaken en maakte er een filmpje van.

Voor het tellen van deze soort kan ook de minder gespecialiseerde libellenliefhebber zijn steentje bijdragen. Langsheen heel het Albertkanaal zijn stukken van 500 m geselecteerd die afgezocht worden. Dit transect moet minimaal zes maal gelopen worden tussen half juni en half augustus, maar vele handen maken het werk licht. Hiervoor werken we in teams. Tijdens elk bezoek worden de larvenhuidjes verzameld zodat ze niet dubbel geteld worden. Eén veldbezoek neemt ongeveer één uur in beslag.

In 2018 gingen we eveneens van start met het tellen van de Beekrombout langsheen heel wat taplopen en heldere beekjes in Limburg. Ook hier worden de larvenhuidjes verzameld zodat ze niet dubbel geteld kunnen worden.

Transecttellingen

Tijdens transecttellingen worden de Vroege glazenmaker, Bosbeekjuffer en de Variabele waterjuffer geteld op een vaste route langsheen het water. De exacte lengte van een route wordt bepaald aan de hand van het beschikbaar geschikte biotoop en de densiteit van de soort (100 - 500 m). Bij het lopen van een route worden de libellen langs één zijde, tot een afstand van 2 meter van de oever en 3 meter (juffers) of 5 meter (echte libellen) boven het water, geteld. 

Bekijk hier welke locaties we opvolgen.

Veldwerkhandleiding meetnetten libellen

 

Kevers

Vliegend hert

Na een inhaalslag waarbij we het verspreidingsgebied van het Vliegend hert beter in kaart brachten, zijn we in 2020 gestart met het echte meetnet waarbij de gekende populaties opgevolgd worden aan de hand van transecttellingen bij valavond. We volgen hiermee het protocol dat in verschillende andere Europese landen gebruikt wordt en dragen zo ons steentje bij aan de kennis rond deze Habitatrichtlijnsoort.

Afbeelding
Vliegend hert
Vliegend hert

Roestbruine kniptor

Het verspreidingsgebied van deze prioritaire soort voor Vlaanderen was voor de Meetnetten nagenoeg onbekend. Een inhaalslag was meer aan de orde dan het opvolgen van gekende populaties. Tot en met 2023 hebben we daarom verspreid over Vlaanderen feromoonvallen opgehangen. Feromonen zijn de soortspecifieke stoffen die geproduceerd worden door vrouwtjes om mannetjes te lokken. Dit feromoon werd nagemaakt in het lab waardoor we het nu kunnen gebruiken om de soort te detecteren. Nu de inhaalslag is afgerond, gaan we over tot het jaar na jaar opvolgen van een selectie van populaties, het eigenlijke meetnet.

Afbeelding
Roestbruine kniptor
Roestbruine kniptor

Vermiljoenkever

In 2014 werd deze Habitatrichtlijnsoort voor het eerst waargenomen in Vlaanderen. De jaren nadien volgde een sterke uitbreiding qua verspreidingsgebied. Om deze uitbreiding verder op te volgen werd de Vermiljoenkever in 2021 als inhaalslagsoort opgenomen binnen de Meetnetten. Wanneer het verspreidingsgebied voldoende gekend is, zullen we ook voor deze soort overstappen naar het meetnet waarbij we een selectie van populaties jaar na jaar blijven opvolgen om zo de status van de soort blijvend te evalueren. 

Afbeelding
Larve Vermiljoenkever
Larve van de Vermiljoenkever
 

Spinnen

Lentevuurspin

Dit pareltje van de natuur, dat schitterde in de natuurdocumentaire Onze Natuur, moet het in Vlaanderen stellen met slechts een handvol populaties. In elk van deze populaties houden we een vinger aan de pols door jaarlijks eenmaal het aantal webjes te tellen langsheen vaste transecten en in vaste zones. Hoewel dit een intensieve manier van tellen is, draagt deze toch de voorkeur door het non-destructieve karakter.

Afbeelding
Lentevuurspin
Lentevuurspin

Gerande oeverspin

Deze prioritaire soort voor Vlaanderen kom je toevallig wel eens tegen als je aan het wandelen bent in de nattere gebieden in het oostelijk deel van Vlaanderen. Maar naar het eigenlijke verspreidingsgebied van deze soort is het vooralsnog wat gissen. Daarom doen we met de Meetnetten een inhaalslag om de verspreidingskennis rond deze soort te vergroten. De te controleren gebieden worden geselecteerd op basis van een combinatie van habitateigenschappen die noodzakelijk zijn voor de soort. 

Afbeelding
Gerande oeverspin
Gerande oeverspin
 

Sprinkhanen

Schavertje

De kans is klein dat je al ooit een Schavertje hebt gezien in Vlaanderen. Deze kleine veldsprinkhaan komt maar op een handvol plaatsen voor in onze kustregio. We volgen jaarlijks de populaties op op een zeer specifieke manier. We zetten een plot van tien bij tien meter uit en vangen vervolgens alle sprinkhanen binnen het plot weg. Door dit jaarlijks vol te houden, krijgen we zicht op de aanwezige dichtheden van het Schavertje, maar ook van de sprinkhaansoorten die samen met het Schavertje voorkomen.

Afbeelding
Schavertje
Schavertje

Zadelsprinkhaan

De Zadelsprinkhaan zit niet in veel betere papieren. Ook hier tellen we voor het meetnet alle gekende populaties, en die kan je makkelijk op twee handen tellen. Binnen afgebakende gebieden tellen we jaarlijks alle zingende mannetjes rond het einde van de grote vakantie. Rond die periode komen de hoogste aantallen voor. Doordat Zadelsprinkhanen zingen aan een frequentie tussen 15 en 25 kHz, zullen mensen met een wat slechter gehoor (45-plussers) de dieren vaak moeilijker horen. Een batdetector kan dan hulp brengen.

Afbeelding
Zadelsprinkhaan
Zadelsprinkhaan
 

Slakken

Zeggekorfslak en Nauwe korfslak

Veel kleiner maken ze ze niet. De Zeggekorfslak en de Nauwe korfslak zijn slechts speldenkopjes van om en bij de twee millimeter groot. Daarmee zin het de kleinste soorten die we opvolgen binnen de Meetnetten. Om het verspreidingsgebied van beide Habitatrichtlijnsoorten beter in kaart te brengen, doen we eerst een inhaalslag in geselecteerde stukken met potentieel leefgebied. Pas nadien kunnen we starten met het jaarlijks opvolgen van een representatieve groep populaties in een meetnet.

Afbeelding
Zeggekorfslakjes
Zeggekorfslak
 

Contact

Vragen? Neem contact op met [email protected].