Tuinvogels herkennen
Onze tuinvogels
VINK
De vink is een bekende tuinvogel. De zang eindigt (bij ons) vaak op suskewiet.
Hoe kan je de vink herkennen?
- 14 - 16 cm, de grootte van een mus
- Mannetjes hebben een blauwgrijs petje, roestrode borst en witte vleugelstrepen (zie foto)
- Vrouwtjes zijn fletser gekleurd (lijkt op vrouwtje huismus)
Wat eet de vink?
De vink eet insecten. In het najaar en de winter wordt dit aangevuld met zaden en bladknoppen.
Wat voeder je: onkruidzaden, gemengd strooizaad, etensresten, zonnebloempitten
Waar voeder je: op de grond, op de voedertafel, aan de voederbuis
Hoe krijg je de vink te zien?
Elke winter zakken ook heel wat vinken naar de tuinen af. Je ziet ze dan meestal op de grond, op zoek naar zaden die door andere vogels op de voedertafel werden gemorst.
KEEP
De keep is de noordelijke tegenhanger van onze vink.
Hoe kan je de keep herkennen?
- 14 - 16 cm
- Opvallende oranje borst en witte buik
- Vaak in groep en in gezelschap van vinken
Wat eet de keep?
De keep komt bij ons enkel voor tussen oktober en begin april. In die periode worden vooral beukennootjes gegeten, maar ook granen en zaadjes van de berk.
Wat voeder je: onkruidzaden, gemengd strooizaad, zonnebloempitten
Waar voeder je: op de grond, op de voedertafel, aan de voederbuis
Hoe krijg je de keep te zien?
Elke winter zakken ook heel wat kepen naar de tuinen af. Je ziet ze dan meestal op de grond, op zoek naar zaden. Vooral in vorst- en sneeuwrijke winters kan het aantal tuinkepen hoog oplopen.
APPELVINK
De appelvink is een gekleurde, forse vink met een krachtige snavel.
Hoe kan je de appelvink herkennen?
- 16,5 - 18 cm
- Een forse vink met opvallende snavel
- Heeft een dikke, oranjebruine kop en beige met blauwzwarte en witte versieringen
Wat eet de appelvink?
De appelvink eet vooral zaden van bomen. Ook pitten van vogelkers, zoete kers en zonnebloem zijn erg in trek.
Wat voeder je: onkruidzaden, gemengd strooizaad, zonnebloempitten
Waar voeder je: op de grond, op de voedertafel, aan de voederbuis
Hoe krijg je de appelvink te zien?
De meeste appelvinken vind je in bosrijke streken. Appelvinken zijn schuw en waakzaam en vertoeven daarom graag hoog in de boomtoppen.
GROENLING
De groenling is een dikke, forse zaadeter.
Hoe kan je de groenling herkennen?
- 14 - 16 cm
- Opvallende geel/groene verschijning met donker rond het oog
- Leeft in groepen in dichte struiken
Wat eet de groenling?
De groenling eet hoofdzakelijk zaden van kruiden, struiken en bomen. Rozenbottels zijn erg in trek. De stevige snavel wordt gebruikt om de zaden te kraken.
Wat voeder je: onkruidzaden, gemengd strooizaad, zonnebloempitten
Waar voeder je: op de grond, op de voedertafel, aan de voederbuis
Hoe krijg je de groenling te zien?
Let vooral op het kanarieachtig gekwetter. Hele families doen zich op de voedertafel rustig tegoed aan (zwarte) zonnebloempitten en ongezouten pinda's.
SIJS
De sijs is een geelgroene, kleine en sierlijke neef van de putter.
Hoe kan je de sijs herkennen?
- 11 - 12,5 cm
- Klein, geelgroen met kort gevorkt staartje
- Graag in els of berk en vaak in klein groepje
Wat eet de sijs?
De sijs eet vooral zaden van els, berk en naaldbomen. De spitse, tamelijk lange en kegelvormige snavel is geschikt om zaden uit halfgeopende den- of sparappels, elzenproppen en berkenkatjes te peuteren.
Wat voeder je: onkruidzaden, gemengd strooizaad, zonnebloempitten
Waar voeder je: op de grond, op de voedertafel, aan de voederbuis
Hoe krijg je de sijs te zien?
Sijzen spotten doe je best tussen oktober en maart. In broekbossen, parken en tuinen met els en berk kan je (grote) groepen acrobatisch zien bengelen aan elzenpropjes. In strenge winters lusten ze ook graag gepelde pinda's.
GOUDHAANTJE
Het goudhaantje is het kleinste vogeltje van Europa.
Hoe kan je het goudhaantje herkennen?
- 8,5 - 9,5 cm
- Lichtgroene bovendelen met witte vleugelstreep, een donker oog met witte oogrand, zoals een brilletje
- Opvallende kruinstreep: oranjerood bij de mannetjes en citroengeel bij vrouwtjes
Wat eet het goudhaantje?
Goudhanen eten vooral insecten en spinnen. Ze gaan in de boomkruinen op zoek naar hun voedsel.
Hoe krijg je het goudhaantje te zien?
Goudhaantjes zijn beweeglijke vogeltjes die leven in groepjes. In de winter trekken ze wel met mezen op. De beste kans om een goudhaan te zien is tijdens een boswandeling in een naaldbos.
PUTTER
De putter is een vrolijke kwetteraar die vaak voedsel zoekt op distels. Hij staat daarom ook bekend als distelvink.
Hoe kan je de putter herkennen?
- 13 cm
- Vuurrood gezicht en zwart-witte kop
- Inktzwarte vleugel met een brede gele streep en zwarte staart met kleine witte vlekjes
Wat eet de putter?
De putter eet vooral zaden van distels, kaardenbol, klit, teunisbloem en paardenbloem.
Wat voeder je: onkruidzaden, gemengd strooizaad, zonnebloempitten
Waar voeder je: op de grond, op de voedertafel, aan de voederbuis
Hoe krijg je de putter te zien?
Putters verraden hun aanwezigheid meestal door hun zeer vrolijk klingelend roepje. Sinds een aantal jaar komen putters meer en meer op bezoek op de voedertafel. Je kan ze dan vooral zien op voederbuizen gevuld met nigerzaad en zonnebloempitten.
PIMPELMEES
De pimpelmees komt in veel tuinen voor. Je herkent hem aan zijn blauwe delen.
Hoe kan je de pimpelmees herkennen?
- 10,5 - 12 cm
- Blauw petje en gele buik
- Lijkt op de koolmees die een zwarte kop heeft
Wat eet de pimpelmees?
De pimpelmees eet vooral insecten (bladluizen) en spinnen. In het najaar schakelt hij over op zaden en vruchten. Op de voedertafel zijn vooral ongezouten pindas en vetbollen in trek.
Wat voeder je: vetbollen, slingers ongebrande ongezouten pinda's, halve kokosnoot, vogelzaad en zonnebloempitten
Waar voeder je: op de voedertafel, aan de voederbuis, opgehangen in bomen of struiken
Hoe krijg je de pimpelmees te zien?
De pimpelmees bezoekt graag voedertafels en kan je gemakkelijk in je tuin waarnemen.
KOOLMEES
Met zijn zwart petje en gele buik is de koolmees gemakkelijk herkenbaar.
Hoe kan je de koolmees herkennen?
- 13,5 - 15 cm
- Heeft een opvallende zwarte pet en das
- Niet schuw
Wat eet de koolmees?
De koolmees eet in het broedseizoen vooral insecten, spinnen, larven en rupsen. In het najaar en de winter schakelen ze over op olierijke zaden, vruchten en vetbollen.
Wat voeder je: vetbollen, slingers ongebrande ongezouten pinda's, halve kokosnoot, vogelzaad en zonnebloempitten
Waar voeder je: op de voedertafel, aan de voederbuis, opgehangen in bomen of struiken
Hoe krijg je de koolmees te zien?
De koolmees bezoekt vaak voedertafels. Je kan ze dan ook gemakkelijk in je tuin waarnemen.
ZWARTE MEES
De zwarte mees is een kleine, onopvallende mees die zich vaak hoog in naaldbomen zit.
Hoe kan je de zwarte mees herkennen?
- 11 cm
- Kleine, onopvallend gekleurde mees
- Zwarte kop met witte wangvlek en witte nekvlek
Wat eet de zwarte mees?
De zwarte mees eet in het broedseizoen vooral insecten, spinnen, larven en rupsen. In het najaar en de winter staan vooral zaden op het menu.
Wat voeder je: vetbollen, slingers ongebrande ongezouten pinda's, halve kokosnoot, vogelzaad en zonnebloempitten
Waar voeder je: op de voedertafel, aan de voederbuis, opgehangen in bomen of struiken
Hoe krijg je de zwarte mees te zien?
Zwarte mezen zingen meestal vanaf de hoogste boom in hun territorium, wat het net iets makkelijker maakt om ze te spotten. In de winter kan je zwarte mezen ook op de voederplaats aantreffen, al is de soort er veel minder talrijk dan de pimpel- en de koolmees.
KUIFMEES
De kuifmees valt op met zijn zwart-witte koptekening en driehoekige kuif.
Hoe kan je de kuifmees herkennen?
- 10,5 - 12 cm
- spitse, driehoekige, geschubde kuif (die steil kan worden opgericht)
- grote zwarte bef en zwart halsbandje
Wat eet de kuifmees?
De kuifmees eet vooral insecten en spinnen. Buiten het broedseizoen wordt het dieet aangevuld met zaadjes van els, berk en een aantal naaldbomen.
Wat voeder je: vetbollen, slingers ongebrande ongezouten pinda's, halve kokosnoot, vogelzaad en zonnebloempitten
Waar voeder je: op de voedertafel, aan de voederbuis, opgehangen in bomen of struiken
Hoe krijg je de kuifmees te zien?
Het zwaartepunt van het verspreidingsgebied van de kuifmees ligt in de Kempen. De soort is bijzonder honkvast en onderneemt nauwelijks zwerftochten. De beste kans op een kuifmees maak je dus door een bezoek aan een Kempisch naaldbos, bij voorkeur in het vroege voorjaar.
STAARTMEES
De staartmees lijkt wel een pluizig bolletje wol met een aangeplakte staart.
Hoe kan je de staartmees herkennen?
- 13-15 cm
- Wit-roze bolletje met lange staart
- Brengt in groep, korte bezoekjes in de tuin
Wat eet de staartmees?
De staartmees eet vooral insecten en rupsen die ze uit struiken en bomen plukken. Tijdens het voedsel zoeken hangen staartmezen vaak acrobatisch ondersteboven aan de dunste twijgjes. Hun geringe lichaamsgewicht (8,2 g) helpt hen hierbij. In het najaar en de winter wordt het dieet aangevuld met zaden.
Wat voeder je: vetbollen, slingers ongebrande ongezouten pinda's, halve kokosnoot, vogelzaad en zonnebloempitten
Waar voeder je: op de voedertafel, aan de voederbuis, opgehangen in bomen of struiken
Hoe krijg je de staartmees te zien?
Let op zenuwachtige vogelgroepjes die zich haastig door de tuin verplaatsen met een hobbelende, licht golvende vlucht. In de winter kan je ze ook vaak zien op pindaslingers of vetbollen.
MEREL
De merel komt in veel tuinen voor en is een erg populaire tuinvogel.
Hoe kan je de merel herkennen?
- 23,5 - 29 cm
- Mannetje: zwart, oranje snavel en oogrand (zie foto)
- Vrouwtje: bruin, kleur op de borst kan variëren
Wat eet de merel?
De merel eet vooral regenwormen en slakken. Ook bessen en fruit staan op het menu, vooral in het najaar en de winter. Merels foerageren vaak op de grond, op een kort gemaaid gazon of tussen afgevallen bladeren.
Wat voeder je: gewelde krenten en rozijnen, fruitschillen en klokhuizen, alle soorten bessen
Waar voeder je: op de grond, sneeuwvrij, op een open plek met beschutting dichtbij
Hoe krijg je de merel te zien?
De merel is een van de mooist zingende vogels. In het gras en tussen de afgevallen bladeren foerageren merels graag. Merels houden regelmatig de wacht bij molshoop om regenwormen uit de grond te trekken.
HUISMUS
De tsjilpende huismus is een bekende cultuurvolger.
Hoe kan je de huismus herkennen?
- 14 - 16 cm
- Mannetjes zijn opvallender bruin gekleurd dan lichtbruine vrouwtjes (zie foto)
- Tsjilpend in groepjes
Wat eet de huismus?
De huismus heeft zich gespecialiseerd in de zaden van cultuurgewassen: tarwe, gerst, haver, gierst en maïs. Aangevuld met een ruim aanbod aan tafelrestjes.
Wat voeder je: onkruidzaden, gemengd strooizaad, zonnebloempitten
Waar voeder je: op de grond, op de voedertafel, aan de voederbuis
Hoe krijg je de huismus te zien?
De huismus gaat er sinds jaren sterk op achteruit, het blijft nog steeds een zeer talrijke broedvogel. De vogel wordt vaker gezien in tuinen op het platteland dan in stadstuinen.
RINGMUS
De ringmus lijkt op de huismus. Hij pikt graag een graantje mee bij de kippen.
Hoe kan je de ringmus herkennen
- 12,5 - 14 cm
- Lijkt op huismus, maar heeft bruin kopje, opvallende zwarte vlek op wang en witte halsband
- Vrouwtjes verschillen niet
Wat eet de ringmus?
De ringmus eet zaden, aangevuld met wat ongewervelden in de zomer. Ze zoekt haar voedsel vooral op de grond. De ringmus is een regelmatige gast aan de voedertafel. Gekookte aardappelen, keukenafval maar vooral gepelde zonnebloempitten en gemengd zangvogelzaad, zijn in de winter erg in trek.
Wat voeder je: onkruidzaden, gemengd strooizaad, zonnebloempitten
Waar voeder je: op de grond, op de voedertafel, aan de voederbuis
Hoe krijg je de ringmus te zien?
Ringmussen gaan vooral op zoek naar granen in kippenrennen en voederbakken van koeien. Dat zijn dan ook de beste plekken waar je de soort kan spotten.
ROODBORST
De roodborst is met zijn rond lijfje en rode borst misschien wel de bekendste vogel.
Hoe kan je de roodborst herkennen?
- 12,5 - 14 cm
- Rood-oranje gekleurde borst
- Meestal alleen, kan fel uithalen naar andere vogels
Wat eet de roodborst?
De roodborst eet vooral insecten, larven, spinnen, slakken en wormen. In de winter eet hij ook zaden, vruchten en voedselrestjes.
Wat voeder je: universeel voer, bessen, meelwormen, maden en larven, ongekookte havermout
Waar voeder je: op de grond, sneeuwvrij. Ook beschut onder heggen en struiken.
Hoe krijg je de roodborst te zien?
Zodra er wat gespit of gewied wordt in de tuin, is de roodborst er bij om de diertjes weg te pikken. Hij is waakzaam, maar zeker niet schuw.
WINTERKONING
De winterkoning is één van onze kleinste broedvogels. Met zijn opgewipt staartje is het een opvallende verschijning.
Hoe kan je de winterkoning herkennen?
- 9 - 10,5 cm
- Vinnig mini vogeltje met opvallend opstaand staartje
- Scharrelt dichtbij de grond
Wat eet de winterkoning?
De winterkoning eet vooral insecten, spinnen, duizendpoten en larven die van bladeren en takjes worden geplukt, dicht tegen de grond aan.
Wat voeder je: universeel voer, bessen, meelwormen, maden en larven, ongekookte havermout
Waar voeder je: op de grond, sneeuwvrij. Ook beschut onder heggen en struiken.
Hoe krijg je de winterkoning te zien?
De winterkoning is in Vlaanderen één van de meest algemene broedvogels. Hij valt vooral op door zijn zeer luide, explosieve zang die eindigt op een trillend wekkertje.
BOOMKRUIPER
De boomkruiper lijkt wel een kleine, bruine muis die met schokjes langs de ruwe boomschors naar omhoog klautert, op zoek naar insecten.
Hoe kan je de boomkruiper herkennen?
- 12 cm
- Schorsbruin gestreepte bovendelen en roomwitte buik met een fijn gebogen snaveltje
- Schuifelt langs de boomstam omhoog
Wat eet de boomkruiper?
De boomkruiper eet het jaarrond vooral insecten(larven) en spinnen.
Wat voeder je: ongezouten pinda's en noten, vetbollen, zonnebloempitten
Waar voeder je: in een boomstam op een rustige plek
Hoe krijg je de boomkruiper te zien?
Let eens op de stam van de boom. Door zijn bruinige verenkleed is de boomkruiper goed gecamoufleerd, maar als hij omhoog klautert langs de kale stam is hij gemakkelijk te zien.
BOOMKLEVER
De boomklever is de enige inheemse vogel die zowel naar boven als naar beneden kan klimmen.
Hoe kan je de boomklever herkennen?
- 12 - 14,5 cm
- Blauwgrijze rug, roestbruine buik en opvallende zwarte oogstreep
- Compact, halsloos, met korte, recht afgesneden staart en forse, spitse snavel
Wat eet de boomklever?
De boomklever eet vooral ongewervelden (insectenlarven, oorwormen, kevers, spinnen). Het dieet wordt in de herfst en de winter in belangrijke mate aangevuld met zaden en noten.
Wat voeder je: ongezouten pinda's en noten, vetbollen, zonnebloempitten
Waar voeder je: in een boomstam op een rustige plek
Hoe krijg je de boomklever te zien?
Boomklevers is een echte bosvogel en vind je het hele jaar door in paren. Als de oogst aan beukennootjes mislukt, verplaatsen ze zich en duiken ze ook vaak op in tuinen. Ook op de voedertafel durft hij wel een zonnebloempitje mee te eten.
SPREEUW
De spreeuw is een luidruchtige, zwartglanzende vogel.
Hoe kan je de spreeuw herkennen?
- 19 - 22 cm
- Witte spikkels op de buik die verdwijnen in de zomer
- Stapt fier en zit graag in groep
Wat eet de spreeuw?
De spreeuw peutert met zijn lange spitse snavel in het gras, op zoek naar insecten. In het najaar en de winter staat ook fruit op zijn menu; kersen, druiven, vogelkers en appels. Spreeuwen komen niet zo graag op de voedertafel. Je kan hen wel naar je tuin lokken door fruit aan te bieden op een sneeuwvrije plek.
Wat voeder je: gewelde krenten en rozijnen, fruitschillen en klokhuizen, alle soorten bessen
Waar voeder je: op de grond, sneeuwvrij, op een open plek met beschutting dichtbij
Hoe krijg je de spreeuw te zien?
Na het broedseizoen verzamelen spreeuwen in grote groepen. Voor ze op hun slaapplaats neerstrijken, geven deze indrukwekkende zwermen een wervelende luchtshow. Op zo’n slaapplaats verzamelen soms meer dan één miljoen spreeuwen.
ZANGLIJSTER
De zanglijster is een bruine lijster met een gevlekte buik.
Hoe kan je de zanglijster herkennen?
- 20 - 22 cm
- Heeft opvallende spikkels op de buik
- Schuw, meestal kortstondig op de voederplaats
Wat eet de zanglijster?
De zanglijster eet slakken, regenwormen, insecten, duizendpoten en pissebedden. De slakkenhuisjes worden tegen een steen stuk geslagen zodat de slak uit haar huisje kan worden getrokken. Zanglijsters foerageren altijd op de grond.
Het is een onregelmatige gast op een voedertafel, hoewel hij soms wel een graantje mee pikt. Met fruit doe je hem het meeste plezier.
Wat voeder je: gewelde krenten en rozijnen, fruitschillen en klokhuizen, alle soorten bessen en gekookte aardappelen
Waar voeder je: op de grond, sneeuwvrij, op een open plek met beschutting dichtbij
Hoe krijg je de zanglijster te zien?
Zanglijsters beginnen ruim voor zonsopgang te zingen, van vroeg in het voorjaar tot het begin van de zomer. Eens je de zang (her)kent, wordt het eenvoudig om een zanglijster te zien. Op de grond zijn zanglijsters echter veel schuwer dan merels.
GROTE LIJSTER
De grote lijster is een forse, bruine lijster met zwarte, ronde vlekjes op de borst.
Hoe kan je de grote lijster herkennen?
- 27 - 28 cm
- Opvallend lange staart, witte borst met zwarte, ronde vlekken
- Bijzonder schuw
Wat eet de grote lijster?
De grote lijster voedt zich met een brede waaier aan ongewervelden (sprinkhanen, spinnen, slakken, regenwormen …). In de winter wordt het dieet aangevuld met bessen. Vooral op bessen van de maretak zijn ze verlekkerd.
Wat voeder je: gewelde krenten en rozijnen, fruitschillen en klokhuizen, alle soorten bessen
Waar voeder je: op de grond, sneeuwvrij, op een open plek met beschutting dichtbij
Hoe krijg je de grote lijster te zien?
De grote lijster komt vooral voor in cultuurlandschap met verspreide (hoge) bomen, populierenbossen, parken, boomgaarden en grote tuinen. De soort is waakzaam en laat zich niet gemakkelijk benaderen.
HEGGENMUS
De heggenmus is een onopvallende zangvogel. Hij verlaat niet graag de directe omgeving van het struikgewas.
Hoe kan je de heggenmus herkennen?
- 13 - 14,5 cm
- Hij heeft een grijs kopje, spitse snavel en is nooit in groep
- De heggemus scharrelt onopvallend rond op de grond of in hagen en struiken
Wat eet de heggenmus?
De heggenmus eet vooral insecten. In de winter wordt het dieet aangevuld met kleine zaadjes. Hij zoekt zijn voedsel bijna uitsluitend op de grond, hoppend en pikkend, vaak in dichte vegetatie.
Wat voeder je: universeel voer, bessen, meelwormen, maden en larven, ongekookte havermout
Waar voeder je: op de grond, sneeuwvrij. Ook beschut onder heggen en struiken.
Hoe krijg je de heggenmus te zien?
De heggenmus is een erg onopvallende, mooi zingende vogel. Overal waar struikgewas of kreupelhout staat, kan je de heggenmus vinden. De soort is algemeen in tuinen en parken en broedt vaak dicht bij de bebouwing, meestal in dicht struikgewas of coniferen.
ZWARTE KRAAI
De zwarte kraai is een zeer intelligente en vindingrijke vogel.
Hoe kan je de zwarte kraai herkennen?
- 44 - 51 cm
- Grote, intelligente vogel met forse snavel
- Ruimen de natuur op door kadavers te eten
Wat eet de zwarte kraai?
De zwarte kraai is een alleseter met rauwe roep ‘kraaaa-kraaaa’. Hij voedt zich vooral met ongewervelden en insectenlarven. Ook granen vormen een belangrijk voedselbron, vooral tijdens de herfst en de winter. Verder staan ook muizen, vogeleieren en voedselresten op het menu.
Wat voeder je: gewelde krenten en rozijnen, fruitschillen en klokhuizen, alle soorten bessen
Waar voeder je: op de grond, sneeuwvrij, op een open plek met beschutting dichtbij
Hoe krijg je de zwarte kraai te zien?
Zwarte kraaien zitten bijna overal: in open landschappen, bosgebieden, moeras en heide, landbouwgebieden en - in mindere mate - in steden. Door zijn hoge intelligentie en vindingrijkheid, kan de soort zich aanpassen aan elk leefgebied.
KAUW
De kauw is een luidruchtige, gedrongen vogel, zwart met een grijs achterhoofd.
Hoe kan je de kauw herkennen?
- 30 - 34 cm
- Lijkt op kraai, maar kleiner met grijze nek en witblauwe ogen
- Erg sociaal, vaak in groep
Wat eet de kauw?
Kauwen hebben een zeer uitgebreid menu dat voornamelijk bestaat uit kleine ongewervelden (insecten, slakken, spinnen), zaden, granen (vooral in de herfst en de winter), eieren, fruit en soms zelfs muizen. In de omgeving van de mens doen kauwen zich ook tegoed aan etensresten, kattenbrokken en karkassen van overreden dieren.
Wat voeder je: gewelde krenten en rozijnen, fruitschillen en klokhuizen, alle soorten bessen
Waar voeder je: op de grond, sneeuwvrij, op een open plek met beschutting dichtbij
Hoe krijg je de kauw te zien?
Kauwen zijn opvallende, luidruchtige vogels. Een tocht door je gemeente zou zeker enkele kauwen moeten opleveren. Let in het vroeger voorjaar vooral op nestbouwende paartjes in de onmiddellijke omgeving van schouwen. Ook een blik op de kerktoren biedt een goede kans op enkele kauwen.
EKSTER
De ekster is een grote vogel met een zwart-wit verenkleed en zeer lange, groenglanzende staart.
Hoe kan je de ekster herkennen?
- 40 - 51 cm
- Zwart-witte alleseter met lange glanzende staart
- Luidt vaak als eerste alarm bij gevaar (huiskat, roofvogel, vos)
Wat eet de ekster?
De ekster is een alleseter. In de herfst vult hij zijn dieet aan met vruchten, in de winter en het voorjaar met zaden (graan, peulgewassen, eikels, noten). Het hele jaar door voeden ze zich met karkassen van verkeersslachtoffers.
Wat voeder je: gewelde krenten en rozijnen, fruitschillen en klokhuizen, alle soorten bessen
Waar voeder je: op de grond, sneeuwvrij, op een open plek met beschutting dichtbij
Eksters profiteren van het bijvoeren van alle andere tuinvogels. Om te voorkomen dat eksters met het meeste voer er vandoor gaan, kan je de andere vogels ook voer aanbieden in voedersilo's en op voederplaatsen op de grond die voorzien van een beschermkooi zodat kleine zangvogels wel maar eksters niet aan het voedsel kunnen. Eksters zullen minder snel landen op een voederhuisje met een dak.
Hoe krijg je de ekster te zien?
De ekster is vooral in het stedelijk gebied zeer algemeen. Eksternesten zijn in de winter en het vroege voorjaar heel erg opvallend. Hoog in de bomen (bij voorkeur populier) zijn de warrige takkennesten onmiskenbaar. Bij gevaar (huiskat, roofvogel, kraai, vos) is de ekster vaak de eerste die luid alarm slaat.
GAAI
De gaai is een luidruchtige, bont gekleurde vogel. Hij legt een wintervoorraad aan van eikels en beukennootjes.
Hoe kan je de gaai herkennen?
- 32 - 35 cm
- Opvallende blauwe vlek in vleugel
- Golvende vlucht en luide, hese schreeuw
Wat eet de gaai?
In de herfst schakelt de gaai over op vruchten (bramen, kersen, frambozen, lijsterbessen) en noten (beukennootjes en hazelnoten). Eikels vormen in het najaar de favoriete voedselbron.
Wat voeder je: gewelde krenten en rozijnen, fruitschillen en klokhuizen, alle soorten bessen
Waar voeder je: op de grond, sneeuwvrij, op een open plek met beschutting dichtbij
Hoe krijg je de gaai te zien?
De gaai broedt vooral in loofbossen (vooral in eiken- en beukenbossen). Ook in grote parken en tuinen kan je de soort aantreffen.
SPERWER
De sperwer is een kleine roofvogel die een supersnelle aanval uitvoert op de vogels op en rond je voedertafel.
Hoe kan je de sperwer herkennen
- 28 - 40 cm
- kleine roofvogel met vrij korte, afgeronde vleugels en lange staart
- mannetje is kleiner dan vrouwtje
Wat eet de sperwer?
De sperwer eet bijna uitsluitend kleine vogels. Mannetjes gaan vooral voor vinken, mussen, mezen en gorzen, vrouwtjes hebben een voorkeur voor lijsters, spreeuwen en duiven. Prooien worden doorgans verschalkt door een verrassingsaanval.
Hoe krijg je de sperwer te zien?
De sperwer is een schuwe vogel, maar in de winter duikt hij vaak op in tuinen in een poging om een kleine vogel mee te grissen op de voederplek. De sperwer is een bosrandvogel. Hij verkiest kleinschalige landschappen met voldoende (naald)bos om in te broeden maar jagen doet hij vaker in iets meer open landschappen met voldoende dekking (struiken, houtkanten).
HOUTDUIF
De houtduif is onze grootste duif. Je herkent haar aan haar witte halsvlek en haar ritmisch gekoer.
Hoe kan je de houtduif herkennen?
- 38 - 43 cm
- Grootste duif met witte vlek in de nek en witte streep in de vleugels
- Zoekt op de grond naar zaden of etensresten.
Wat eet de houtduif?
De houtduif eet in de lente vooral knoppen en kiemplanten. In de nazomer wordt overgeschakeld op oogstresten (korrelmaïs en granen), klaverzaadjes, eikels en beukennootjes, terwijl in de winter ook bessen van klimop en plantenwortels op het menu staan.
Wat voeder je: onkruidzaden, gemengd strooizaad, zonnebloempitten
Waar voeder je: op de grond, op de voedertafel, aan de voederbuis
Hoe krijg je de houtduif te zien?
In het najaar zal een pas geoogste graan- of maïsakker bijna zeker enkele houtduiven opleveren. Ook rond voederplaatsen van kippen en fazanten hangen meestal wel enkele houtduiven rond.
TURKSE TORTEL
De Turkse tortel is een elegant, bruingrijs duifje met een zwart nekband.
Hoe kan je de Turkse tortel herkennen?
- 29 - 33 cm
- Vrij kleine duif met zwart nekbandje
- Zijn vaak met twee
Wat eet de Turkse tortel?
De Turkse tortel eet vooral plantaardig materiaal met een voorkeur voor granen en zaden.
Wat voeder je: onkruidzaden, gemengd strooizaad, zonnebloempitten
Waar voeder je: op de grond, op de voedertafel, aan de voederbuis
Hoe krijg je de Turkse tortel te zien?
Turkse tortels vind je vaak in de buurt van kippenrennen, waar ze letterlijk een graantje komen meepikken. Ook in stadsparken (waar stadsduiven worden gevoederd) kan je gemakkelijk enkele exemplaren zien. Turkse tortels moet je niet gaan zoeken in afgelegen bossen en natuurgebieden, maar vooral in de buurt van bebouwing.
GROTE BONTE SPECHT
De grote bonte specht heeft een zwart-wit verenkleed en een rode broek. Je herkent hem makkelijk.
Hoe kan je de grote bonte specht herkennen?
- 23 - 26 cm
- Heeft een opvallend rood broekje
- Mannetje heeft rood vlekje op de kop
Wat eet de grote bonte specht?
De grote bonte specht eet vooral insecten(larven) en schakelt in de winter over op verschillende boomzaden en in mindere mate eikels.
Wat voeder je: ongezouten pinda's en noten, vetbollen, zonnebloempitten
Waar voeder je: in een boomstam op een rustige plek
Hoe krijg je de grote bonte specht te zien?
De grote bonte specht vind je in alle soorten bos: loofhout, naaldhout of gemengd bos. Een gevarieerde bosstructuur (jonge en oude bomen, dicht en open bos) geniet de voorkeur.
GROENE SPECHT
De groene specht valt op door zijn groene veren, knalrode kruin en zwart masker.
Hoe kan je de groene specht herkennen
- 30 - 36 cm
- Knalrode kruin, zwart masker en grijsgroene onderdelen
- De lachende roep is gemakkelijk te herkennen
Wat eet de groene specht?
De groene specht eet vooral mieren. Restanten in de uitwerpselen wijzen uit dat rode bosmieren hun favoriete hap zijn. Ze zoekt haar voedsel bijna uitsluitend op de grond.
Wat voeder je: vetbollen, slingers ongebrande ongezouten pinda's, halve kokosnoot, vogelzaad en zonnebloempitten
Waar voeder je: op de voedertafel, aan de voederbuis, opgehangen in bomen of struiken
Hoe krijg je de groene specht te zien?
De groene specht vind je vooral in open loofbossen en kleinschalig landbouwgebied met hoogstamboomgaarden, populierenrijen en oude houtsingels. Ook grote tuinen in een bosrijke gebieden krijgen regelmatig een groene specht op bezoek.
IJSVOGEL
De ijsvogel is met zijn blauwe en oranje kleuren onze meest kleurrijke vogel. Hij wordt steeds vaker gespot in tuinen met een vijver.
Hoe kan je de ijsvogel herkennen
- 17 - 19,5 cm
- blauwe bovenzijde en oranje onderzijde
- lange, dolkvormige snavel
Wat eet de ijsvogel?
De ijsvogel leeft van kleine vis. Die lokaliseert hij vanaf zijn zitpost vlak boven het water (vaak op een overhangende tak), en vangt het mij een snoepduik
Hoe krijg je de ijsvogel te zien?
IJsvogels zijn vaak rusteloos en vliegen weg als je te dicht in de buurt komt. Om langer van de ijsvogel te genieten, loont het om met een verrekijker naar overhangende takken te speuren op een plek waar vaak ijsvogels gesignaleerd zijn. De vogels worden steeds vaker gespot in tuinen met een vijver.
HALSBANDPARKIET
De halsbandparkiet is een grasgroene, luidruchtige parkiet met een korte, rode haaksnavel.
Hoe kan je de halsbandparkiet herkennen?
- 39 - 43 cm
- Grasgroene parkiet met korte, rode haaksnavel en zeer lange, smalle staart
- Krijsende, luidruchtige aanwezigheid in groepen
Wat eet de halsbandparkiet?
De halsbandparkiet is een alleseter. In Vlaanderen doet de soort zich vooral tegoed aan vruchten en bessen. Appel, peer, meidoorn, mispel, braam en bessen van klimop en vlier worden vaak gegeten. Ook zaden van haagbeuk, es en den staan op het menu. Op de voedertafel scoren vooral pinda’s, zonnebloempitten en gemengd zaad goed.
Wat voeder je: vetbollen, slingers ongebrande ongezouten pinda's, halve kokosnoot, vogelzaad en zonnebloempitten
Waar voeder je: op de voedertafel, aan de voederbuis, opgehangen in bomen of struiken
Hoe krijg je de halsbandparkiet te zien?
De halsbandparkiet is een holenbroeder. De soort broedt in stadsparken, grote tuinen en boomgaarden. Halsbandparkieten zoeken elkaar op om te gaan slapen. In de omgeving van die slaapplaatsen is de soort heel gemakkelijk te zien.
Plunderen halsbandparkieten je voederplaats leeg?
Halsbandparkieten betekenen voor de meeste soorten geen bedreiging maar ze zijn wel behoorlijk dominant en luidruchtig. Om te vermijden dat deze alleseters met al het voedsel in je tuin aan de haal gaan, kan je hun favoriete voedsel, zoals pindasnoeren, in veelvoud aanbrengen op verschillende plaatsen in je tuin. Zo blijft er meer over voor de kleine soorten. Je kan ook wat 'hangbaar' voedsel aanbrengen middenin een dichte struik, zodat alleen kleine en behendige vogelsoorten erbij kunnen.
NOG MEER VOGELS HERKENNEN
Vogels zijn erg fascinerende dieren. Wil je nog meer vogels van bij ons leren kennen? Bekijk de soortenpagina's op de website van Natuurpunt.