Ontstaan en werking

Het vleermuizenonderzoek in Vlaanderen ging ergens in de jaren '70 van start onder impuls van enkele individuele amateur-veldbiologen. Hun onderzoek werd van meet af aan gekoppeld aan een beschermingsbeleid, wat in 1974 leidde tot het eerste vleermuizenreservaat in de ondergrondse mergelgroeven van Zichen-Zussen-Bolder. 

De grote interesse voor deze dieren leidde tot de oprichting van een vleermuizenwerkgroep in 1979. Met de uitgave van allerlei educatief materiaal werden de nodige financiële middelen vergaard om objecten - vooral ijskelders - in te richten. 

Sinds het begin van de jaren ’80 werd een belangrijke stap gezet in de bescherming van vleermuizen door het veranderen van de beeldvorming rond deze dieren. De diepgewortelde vooroordelen tegenover vleermuizen geraken stilaan uit de wereld. 

De werkgroep telt momenteel een 150-tal medewerkers die over heel Vlaanderen verspreid zijn. Veeleer functioneert de vleermuizenwerkgroep als een koepelwerkgroep voor allerlei activiteiten i.v.m. vleermuizen, want verschillende actieve leden komen uit diverse andere Vlaamse natuurverenigingen. De activiteiten van de werkgroep beperken zich niet langer tot educatieve activiteiten en ook het beschermingswerk is uitgebreid tot het ophangen van vleermuizenkasten, de opvang van in hun winterslaap verstoorde vleermuizen, inrichting van kerkzolders en het oplossen van problemen met vleermuizen in bewoonde huizen. Voorts staat de groep in voor de wintertellingen van vleermuizen en wordt zomeronderzoek verricht met behulp van vleermuisdetectoren. 

De leden houden zich nu vooral bezig met: 

  • wintertellingen
  • zomeronderzoek: bat-detectoronderzoek ,monitoring en inventarisatie
  • vleermuiswandelingen en -voordrachten

Zo toonden de wintertellingen op overtuigende wijze het belang van diverse forten aan, zodat zij volledig of gedeeltelijk beschermd werden. Momenteel zijn er in geheel België meer dan 200 vleermuizenreservaten ingericht, gaande van ijskelders, mergelgroeven, forten, grotten tot ondergrondse steengroeven. Het zijn hoofdzakelijk overwinteringsplaatsen hoewel hoe langer hoe meer ook aandacht wordt gegeven aan kraamkolonieplaatsen. 

Sedert 1998 is de vleermuizenwerkgroep officieel erkend als lid van de ‘Chiroptera Specialist Group’ van het de International Union for Nature Conservation ofwel de Wereldunie voor Natuurbehoud (IUCN) en wordt het belang van de Belgische vleermuispopulaties internationaal erkend. Het is trouwens de enige werkgroep in Vlaanderen die dergelijke eer te beurt viel!