Afbeelding
Kievitsbloem
Annelies Jacobs

2021 bracht deze botanische bijzonderheden

20 jan 2022
Categorieën
Natuurbericht


In coronatijd zochten mensen massaal de natuur in eigen land op. Nooit eerder werden zoveel wilde planten gemeld op www.waarnemingen.be als in 2021. Botanisten vonden verdwenen gewaande soorten terug, zoals wilde kievitsbloem. Ook werden nieuwe taxa zoals bermvogelmuur waargenomen. Helaas zijn er ook ernstige bedreigingen, waaronder de stikstofproblematiek. Bepaalde planten zijn achteruitgegaan of verdwenen, aan een tempo dat hoger ligt dan er bijkomen. Meer gerichte bescherming van kwetsbare soorten en hun leefgebieden is nodig om ze in de toekomst te behouden en herstellen.

Ambassadeurs van open natuur
Het voorbije jaar werd heel wat aandacht besteed aan de effecten van stikstof op onze natuur. Zo verscheen een natuurbericht over hoe graslanden veranderen bij een teveel aan stikstof, en hoe flora en fauna van de heide onder stikstof lijden. Soorten als rankende helmbloem, die een alarmbel zijn voor een teveel aan stikstof, nemen toe. Natuurbeheerders doen heel wat inspanningen om onze typische open natuur, die onder druk staat, te beheren en herstellen. Na de heidebrand op het Groot Schietveld in Brecht werd sterk opgeroepen tot herstelmaatregelen. In heel wat open habitats werden in 2021 botanische bijzonderheden aangetroffen, die indicatief zijn voor de waarde en potentie van deze gebieden voor de biodiversiteit.

Kievitsbloem: laatste der Mohicanen
Misschien wel de meest verrassende botanische (her)ontdekking was een echte wilde kievitsbloem in de Leievallei door Gentse botanisten. Deze emblematische plantensoort werd in ons land al 122 jaar (!) als verdwenen beschouwd. Tegenwoordig duiken hier en daar kievitsbloemen op, soms ook in natuurgebieden, waar ze steeds resultaat zijn van verwildering uit tuinen of opzettelijke introducties. Dat deze vondst gaat om een wilde plant, als relict van een voormalig bredere natuurlijke verspreiding, betreft geen twijfel. Historisch kwam de kievitsbloem in de Leievallei voor in vossenstaartgraslanden die periodiek overstromen. Zo konden de zaden, die een behoorlijk formaat hebben, zich verspreiden langsheen de rivier. Mettertijd zijn deze graslanden sterk achteruitgegaan onder veranderd landgebruik en intensieve landbouw. In het Franse deel van de vallei, zo’n 300 meter over de grens, komt nog een geïsoleerde populatie voor met enkele honderden kievitsbloemen. Dankzij een gerichte zoekactie werd aan Belgische kant nog één bloeiend exemplaar gevonden. De situatie is zorgwekkend voor een duurzaam voortbestaan van de soort. Met hernieuwde aandacht voor het belang van deze graslanden, brengt de laatste kievitsbloem hopelijk een dynamiek op gang rond de bescherming en het herstel van het rivierecosysteem.

Paardenbloem als topindicator
Paardenbloemen zijn wijdverspreid en daarom vaak (onterecht) ondergewaardeerd. Er bestaat echter een grote diversiteit binnen deze groep. Sommige zijn zelfs uitstekende indicatoren voor ecologisch hoogwaardige biotopen, zoals de schraallandpaardenbloem en de moeraspaardenbloem. Deze komen voor in basenrijke, natte schraallanden zoals blauwgraslanden en laagvenen. Je kan ze best gaan zoeken van eind april tot begin mei. In ons land werd de moeraspaardenbloem al jaren niet meer met zekerheid waargenomen. In het voorjaar van 2021 werd een groeiplaats gevonden in de omgeving van Rochefort, in Vlaanderen leverden gerichte zoekacties voorlopig nog geen zekere waarnemingen op. Schraallandpaardenbloem werd vorig jaar wel op verschillende plaatsen gezien, zoals in blauwgraslanden in het Torfbroek, Vorsdonkbos en Vrieselhof en in zilte graslanden rond Zeebrugge. Daarnaast werd in de omgeving van de Antwerpse haven een gevlekte paardenbloem gevonden, meteen de eerste Belgische vondst van deze soort. Een uitstekende determinatiesleutel voor de verschillende groepen binnen de paardenbloemen vind je op de website van Paardenbloemwerkgroep Nederland

Na de voorjaarsdroogte van 2020 kende vliegenorchis in de daarop volgende zomer een bijzonder zwak bloeiseizoen. De planten kwamen nauwelijks tot bloei en er was een slechte vruchtzetting. Dankzij de grote hoeveelheid neerslag in het voorjaar van 2021, verschenen vorige zomer echter opnieuw mooie aantallen van bloeiende vliegenorchissen! Ook andere spiegelorchis-soorten, zoals de hommelorchis en bijenorchis, die in voorgaande jaren leden onder de droogte, kenden in 2021 een goed jaar. In deze periode van het jaar verschijnen al verschillende winterrozetten van orchideeën. De hoge aantallen lijken voorlopig belovend voor volgend orchideeënseizoen. Je kan de verschillende soorten herkennen met deze sleutel voor winterrozetten. 




Afbeelding

Vliegenorchis in bloei op kalkgrasland in Zuid-België (foto: Annelies Jacobs)

Kracht van water
Als gevolg van aanhoudende regenbuien traden in de zomer van 2021 verschillende beken en rivieren uit hun oevers. Natuurgebieden fungeerden als spons om het vele water op te vangen en andere gebieden veilig te stellen. Verschillende botanisch waardevolle graslanden stonden gedeeltelijk of volledig onder water. Ooit maakten ze inherent deel uit van valleien met een overstromingsdynamiek. In de hedendaagse context van versnippering, natuurlijke systemen onder druk en kleine restpopulaties, baren de gevolgen van overstroming echter zorgen bij natuurbeheerders. Zo vormt de inspoeling van nutriëntenrijk water een bedreiging voor de ontwikkeling van hoogwaardige en kwetsbare vegetaties. Daarnaast zorgde een wekenlange hoge waterstand voor plantensterfte. Onder meer één van de enige resterende percelen in Vlaanderen met harlekijn stond 10 dagen onder water, waardoor de vegetatie bovengronds volledig afstierf. Eerder in 2021 werden hier dankzij gericht beheer nog recordaantallen van deze orchideeënsoort voor de laatste decennia genoteerd, met 122 bloeiende exemplaren. Het is bang afwachten wat de gevolgen zijn voor deze populatie tot de bloeitijd later dit jaar. 

De typische vegetatie die voorkomt langs de Maas in de zomer, zag er dit jaar ook heel anders uit. Zo werd er in de maanden na de overstromingen geen Engelse alant gevonden. Een hele vegetatie is teruggezet in de tijd, en het wordt boeiend om in 2022 te kijken hoe deze specialiteiten zich terug ontwikkelen. Nog langs de Maas werd gezocht naar kalketrip, een stekelige composiet die zich vroeger met haar zaden verspreidde via rondtrekkende schaapskuddes. Helaas werd ondanks gericht zoeken de soort niet meer aangetroffen. Ze lijkt voorlopig volledig verdwenen in ons land.

Een schitterende verschijning in 2021 was een bloeiende gele hoornpapaver in de duinen van De Haan. Deze plantensoort maakt lange vruchtdozen met grote zaden die door de zee worden meegenomen en elders aanspoelen. Waar ze kiemen, krijgen ze aan onze strak onderhouden kust meestal niet de kans om tot volwassen plant uit te groeien. Eerder verscheen nog een oproep aan het beleid voor het laten bloeien van wilde planten aan de kust. Het exemplaar in kwestie in De Haan werd in 2020 gevonden door leden van JNM (Jeugdbond voor Natuur en Milieu), en kwam in 2021 tot bloei. In Knokke-Heist werden nieuwe populaties van glad biggenkruid gevonden, gevolgd door meer nieuwe populaties op zandgronden in de Antwerpse haven. Ook in de Antwerpse haven, langs de Schelde nabij Doel, werd een nieuwe inheemse soort voor België, gesteelde spiesmelde, aangetroffen. Deze soort lijkt op spiesmelde, maar verschilt in de lengte van de stelen van de vruchtkleppen. De soort komt voor in de hogere delen van kwelders in zilte estuaria.




Afbeelding

Gele hoornpapaver in vol ornaat aan de Belgische kust in 2021 (foto: Annelies Jacobs)

Planten van ‘randjes en kantjes’
Overhoekjes, wegkanten en rommelige plekjes in het landschap zijn belangrijk voor biodiversiteit en vormen onderschatte biotopen. Een nieuwe toevoeging aan de Belgische flora in 2021 is de bermvogelmuur. De soort is nog maar sinds 2019 beschreven, en werd voorheen wellicht verward met de sterk gelijkende vogelmuur. Bermvogelmuur is een relatief forse plant, die in het vroege voorjaar een lichter groen blad heeft, en te herkennen is aan de zaden met duidelijke stekeltjes. Hij werd op een aantal locaties aangetroffen in wegkanten. Verschillende plantensoorten van overhoekjes zijn doorheen de jaren sterk achteruitgegaan. Het landschap wordt steeds meer ‘opgekuist’ en voor rommelige plekjes is er nog weinig plaats. In 2021 waren er bijzondere waarnemingen van onder meer wild kattenkruid in Hoegaarden en in Tienen, in warme, kalkrijke ruigten. Nog in Tienen werd de verdere uitbreiding van stinkende ganzenvoet in een voormalige moestuin, nu met enkele tientallen exemplaren, opgevolgd. In Genk werd dan weer een grote populatie overblijvende hardbloem gevonden, een soort die onder meer voorkomt in pioniersvegetaties van open randen langs zandige wegen.

Alarm voor akkerflora
Eerder verschenen al berichten over de sterke achteruitgang van akkerflora in Vlaanderen. Recent bestaat er gelukkig vernieuwde aandacht voor deze soortgroep. In 2021 werd een nieuwe populatie heelbeen ontdekt op de begraafplaats van Neerwinden, waar ze een gelijkaardig pioniersbiotoop inneemt als op akkers. Een schitterende vondst gezien in Vlaanderen de soort sterk bedreigd is in haar voortbestaan. Op de akkers van de Tiendeberg in Kanne werd in 2021 opnieuw het prachtige klein spiegelklokje aangetroffen, alsook een aantal exemplaren grote trosdravik. Bij gerichte zoekacties werd op verschillende locaties eironde leeuwenbek gevonden, onder meer in Hoegaarden, Tienen, Hoeselt en Kanne. Op een akker in Boutersem werd dwergbloem ontdekt, eveneens een schitterende vondst van een kwetsbare soort. Gezien de kritieke toestand waarin vele van onze typische akkersoorten zich bevinden, is er dringend nood aan actieve bescherming en gericht beheer. Onder meer via de oprichting van een werkgroep rond akkerflora en samenwerking met lopende initiatieven, worden in 2022 verdere acties uitgerold.


Afbeelding

Bloemrijke akker met wilde akkerflora, tegenwoordig een zeldzaam zicht. (foto: Annelies Jacobs)

Waalse specialiteiten: winst en verlies
In de Gaumestreek werden enkele exemplaren van Duitse brem teruggevonden, op een perceel waar door natuurherstelwerken historische bodemzaadbanken werden aangesneden. Het was al 40 jaar geleden dat deze plantensoort nog in België werd waargenomen. Op steile rotsen langs de Sûre werd een mooie populatie pekbloem herontdekt. Ook deze soort was al sinds de jaren 80 als verdwenen beschouwd. In de Viroin werd een groeiplaats met spatelviltkruid aangetroffen, maar verder onderzoek is nodig om na te gaan of het gaat om een natuurlijke populatie. Helaas zijn er ook verliezers: de blaasvossenstaart, een schitterend gras met typisch ‘opgeblazen’ bladscheden, dat voorheen nog met de duizenden voorkwam in de Viroinstreek in bepaalde vochtige hooilanden en graasweiden, is er op enkele jaren tijd zeer sterk afgenomen. Ook voor de lansvaren is het 5 voor 12. In 2021 werd nog één stervend exemplaar waargenomen langs een oude houtkant. Eerder al verdwenen andere bekende exemplaren uit de omgeving van Viroinval en Modave.

Van kennis naar bescherming
Ondanks nieuwe botanische ontdekkingen, verdwijnen er meer populaties van kwetsbare plantensoorten dan er bijkomen. Heel wat vindplaatsen bevinden zich buiten de context van natuurgebieden, wat een duurzame bescherming soms moeilijk maakt. Daarnaast is ook niet altijd de kennis aanwezig over het voorkomen van bepaalde soorten en de biologische waarde daarvan. Ook kennis over de ecologie en beheer voor soorten is nodig om ze te beschermen. Binnen natuurgebieden streven terreinbeheerders met een set aan maatregelen ernaar om bedreigde populaties er bovenop te helpen, tot ze een zeker niveau van zelfredzaamheid bereiken. Daar maken ze, onder een geschikt beheer, deel uit van een systeem met een meer complete vegetatie. Onder andere via het Urgentieplan voor provinciaal bedreigde soorten in Vlaams-Brabant en het Urgentieplan De Merode wordt samen met beheerteams gewerkt aan het gericht herstel van kwetsbare populaties, zoals van zaagblad, spaanse ruiter, kleine schorseneer, klimopklokje, berghertshooi, grote wolfsklauw, ... Daarnaast kan het bewaren van zaden in een gecontroleerde omgeving, ex-situ, soms een laatste reddingsboei zijn om genetisch materiaal te bewaren dat eventueel kan worden ingezet bij natuurherstelprojecten. Zo werken Plantentuin Meise en Natuurpunt momenteel samen met vrijwilligers aan het project IZABEL, het inzamelen van zaden van de Belgische flora

Bij de bescherming van soorten geldt bovenal: onbekend is onbemind. Pas wanneer we iets kennen, hechten we er waarde aan en kunnen we het ten volle proberen te begrijpen en beschermen. Verdiep je daarom in 2022 in de wondere botanische wereld. Ga op pad met een veldgids en voer je waarnemingen in via www.waarnemingen.be. Abonneer je op de Planten.flits of uitgebreidere Plantaardige nieuwsbrief, volg een webinar of plantencursus of ga op stap met een plantenwerkgroep. Iedereen is welkom op de Floristische studiedag op 13 februari. Tenslotte kan je ook de handen uit de mouwen steken bij één van de lokale beheerteams van Natuurpunt, en zo helpen met met het beschermen van wilde planten.

Tekst: Annelies Jacobs (Natuurpunt Studie)